Terug naar zoekresultaten

2.13.136 Inventaris van het archief van de Commandant der Zeemacht in Nederland Collectie Bescheiden over de Watersnoodramp 1953, 1953-1955

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.13.136
Inventaris van het archief van de Commandant der Zeemacht in Nederland Collectie Bescheiden over de Watersnoodramp 1953, 1953-1955

Auteur

J.W. van Doorn

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2006 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Commandant der Zeemacht in Nederland; Collectie Bescheiden Watersnoodramp 1953
Commandant Zeemacht

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1953-1955

Archiefbloknummer

D41

Omvang

; 33 inventarisnummer(s) 0,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Commandant der Zeemacht in Nederland

Samenvatting van de inhoud van het archief

Na de watersnoodramp in 1953 had de Marine een grote rol bij de hulpverlening. Vanuit de functie van operationeel bevelhebber van alle schepen en vliegtuigen van de Koninklijke Marine berustte de coördinatie van de Marine inzet bij de Commandant der Zeemacht in Nederland. De collectie bescheiden over de watersnoodramp van 1953 in het archief van de Commandant der Zeemacht in Nederland bevat o.a. rapporten en overzichten m.b.t. de militaire hulpverlening, ingekomen en minuten van uitgegane brieven en berichtformulieren van de Marineverbindingsdienst.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De watersnoodramp van 1953
'In verband met de watersnood gelast de chef Generale Staf al het beroeps-, reserve- en dienstplichtig personeel dat in werkelijke dienst is, onmiddellijk naar hun garnizoen terug te keren'. Aldus luidde een mededeling van een extra nieuwsuitzending op zondagmorgen 1 februari 1953 om 9.30 uur ( Met de blik naar het Oosten, de Koninklijke Landmacht 1945 - 1990, J. Hoffenaar en B. Schoenmaker. ISBN 9012080452. Blz. 131. ) .
De nacht ervoor waren op de Zeeuwse eilanden de dijken doorgebroken, een ramp waarvan niemand op dat moment de omvang en de gevolgen nog ten volle kon overzien. Ook in Zuid-Holland, West-Brabant en op Texel liepen polders onder water, terwijl Belgische, Franse en Engelse kustgebieden eveneens zwaar werden getroffen.
Zodra de eerste berichten binnenkwamen, begon de civiele en militaire hulpverlening al snel op gang te komen.
Gedurende de eerste dagen bestond voor wat betreft de Koninklijke Marine de hulp voornamelijk uit evacuatie werkzaamheden, distributie van herstelmaterialen en voedsel en het bergen van slachtoffers en kadavers. Ook verleende Marine vaartuigen assistentie bij verplaatsingen van K.L. personeel en verzorgde de Marine Luchtvaartdienst droppings van hulpgoederen en voedsel. Vanuit de functie van operationeel bevelhebber van alle schepen en vliegtuigen van de Koninklijke Marine berustte de coördinatie van de Marine inzet bij de Commandant der Zeemacht in Nederland.
Uiteindelijk vielen in het gehele Noordzeegebied ongeveer 2300 doden te betreuren, van wie volgens de officiële lijst in Nederland 1835 personen. Uit het rampgebied moesten 72.500 mensen worden geëvacueerd. Er verdronken rond de 20.000 koeien, 12.000 varkens, 1750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2750 stuks kleinvee als schapen en geiten. Ruim 47.000 gebouwen werden beschadigd, waarvan 10.000 zeer ernstig of onherstelbaar. Een oppervlakte van 136.512 ha kwam onder water te staan en 16.815 ha raakte drassig. In Zuid-Holland hadden dijkdoorbraken samen een lengte van 17,5 km, in Noord-Brabant 6,7 km en in Zeeland 17,7 km.
Na het redden van mensen en dieren kreeg het herstel van de dijken voorrang. Op 6 februari was de Klaas van Steenlandpolder op Tholen als eerste weer droog. Twee maanden later had de zee geen invloed meer op de meeste polders, behalve op de vier gebieden achter de grote stroomgaten, waarvan de dichting veel tijd kostte: Bath, Kruiningen, Schelphoek (Schouwen) en Ouwerkerk. In de nacht van 6 op 7 november kon als laatste het Brokkengat bij Ouwerkerk worden gesloten.
Geschiedenis en taak van de Commandant der Zeemacht in Nederland
De functie Commandant der Zeemacht in Nederland (CZMNED) is medio 1944 ingesteld.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog was de CZMNED ondergeschikt aan enerzijds de Geallieerde bevelhebber, anderzijds aan de Bevelhebber de Zeestrijdkrachten (BDZ) (of door diens afwezigheid in feite aan de minister van Marine). Nadat de oorlogstoestand in Nederland was afgelopen verviel de uitvoerende taak onder geallieerd bevel. Er werd in 1946 een instructie opgesteld waarin de positie van de CZMNED werd geregeld ( Centraal Archievendepot (CAD). Ministerie van Defensie (MvD) archief Ministerie van Marine nr 105.141 en nr. SD 389/12/1/46, d.d. 31-01-1946. ) . De BDZ is de militaire bevelhebber van de CZMNED. De CZMNED is operationeel bevelhebber van alle schepen, vliegtuigen en inrichtingen van de Koninklijke Marine (KM). De belangrijkste doelstelling van CZMNED is het optimaliseren van de operationele gereedheid van de zeemacht in Nederland ( De uit de doelstelling voortvloeiende taken worden uitvoerig beschreven in het Organisatie handboek KM 1 VVKM 4 6500-03 van juli 1989. ) . Om het éénhoofdig opperbevel over de zeekrachten te ontlasten werden met ingang van 1 juli 1948 3 bevelsgebieden ingesteld waarin de regionale Bevelhebbers te weten CZMNED, Commandant der Zeemacht in Nederlands-Indië en de Commandant der Marine te Curaçao het bevel over Hr. Ms. schepen, (Marine)vliegtuigen en inrichtingen aan de wal uitoefenen ( CAD - MvD, archief Marinestaf nr. S 12599 nr. MS 387/19/9/48, d.d. 01-06-1948. ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer
De collectie heeft een omvang van 0,6 strekkende meters over de periode 1953 - 1955. Over het ontstaan is geen informatie gevonden, maar de adressering van ontvangen brieven en minuten van uitgaande correspondentie maakt het aannemelijk dat de collectie is gevormd bij de Commandant der Zeemacht in Nederland.
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking Op dit archief werd eerder een inventaris gemaakt ( Inventaris Watersnoodramp door P.M.A. Nefkens. ) . Aangezien deze niet voldeed aan de huidige eisen qua vorm en inhoud als door het Nationaal Archief gesteld, is besloten tot herinventarisatie. Bij deze laatste inventarisatie heeft geen vernietiging van stukken plaatsgevonden. De eerdere inventaris is als bijlage bijgevoegd bij de huidige inventaris.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Commandant der Zeemacht in Nederland; Collectie Bescheiden Watersnoodramp 1953, nummer toegang 2.13.136, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Commandant Zeemacht, 2.13.136, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar