Terug naar zoekresultaten

4.MMAV Plaatsingslijst van de verzameling getekende portretten en karikaturen, afkomstig uit het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Afdeling Kunsten en Wetenschappen, 1881-1951

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

4.MMAV
Plaatsingslijst van de verzameling getekende portretten en karikaturen, afkomstig uit het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Afdeling Kunsten en Wetenschappen, 1881-1951

Auteur

J.A.A. Bervoets

Versie

24-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2003 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Verzameling Getekende Portretten en Karikaturen, afkomstig uit het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Afdeling Kunsten en Wetenschappen
OKW / Portretten en karikaturen

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1881-1951

Archiefbloknummer

MMAV

Omvang

30 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Het archief bevat tekeningen, gedrukt en in manuscript.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Rijkscommissie voor het Museumwezen, 1919-1921

Samenvatting van de inhoud van het archief

De verzameling bevat karikaturen en portretten gemaakt door Victor E.L. de Stuers, A.C. Veth, W. Vogelsang en niet geïdentificeerde tekenaars van onder meer F. Schmidt Degener (ondervoorzitter van de Rijkscommissie voor het Museumwezen), van J.W. Holwerda (Directeur van het Rijksmuseum voor Oudheden) en van verschillende leden van de Rijkscommissie van het Museumwezen.

Archiefvorming

Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.
De stukken zijn informeel door een ambtenaar van het ministerie aan de algemene rijksarchivaris overhandigd en in 1986 overgedragen aan de Tweede Afdeling.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
De verzameling betreft de volgende onderdelen:
Tekeningen van Victor de Stuers als referendaris en als secretaris van de Rijkscommissie voor de Monumentenbeschrijving.
Nrs. 1, 2, 3, 6, 7 , 9, 28,29
Tekeningen van commissieleden van de Rijkscommissie voor het Museumwezen
Over het archief van deze commissie zijn achterin dit werk nadere aantekeningen
opgenomen.
No. 4,5, 8, 10-16,18-23, 25-27
Overige tekeningen
Nr. 17, 24, 30.
Deze verzameling bevat portrettekeningen en spotprenten, gebruikt door het ministerie van Onderwijs (Kunsten) en Wetenschappen voor een tentoonstelling.
De volgende tekenaars zijn bekend:
Victor E.L. de Stuers (1843-1916)
Referendaris van Kunsten en Wetenschappen van 1875 tot 1901. De Stuers was een begaafd sneltekenaar en karikaturist die zijn ambtelijke stukken soms met vermakelijke spotprenten toelichtte. De hier aangetroffen tekeningen uit zijn referendarissentijd zijn voor het merendeel fotografische reproducties. Deze zijn mogelijk rond 1970 door medewerkers van de toenmalige Vierde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief vervaardigd op 19e-eeuws scheurpapier, zodat een replica van originelen ontstond.
Aan hem is toegeschreven: Nrs. 1, 2, 3, 6, 7 , 9, 28,29
Anne Cornelis Veth, (1880-1962)
Kunstcriticus, en historicus met belangstelling voor de karikatuur, maar ook zelf tekenaar van spotprenten in het literaire wereldje. De karikaturen uit de periode 1919-1921 zijn niet te herleiden tot zijn tekenstijl.
Aan hem is toegeschreven: Nr.30.
Willem Vogelsang (1875-1954)
Hoogleraar kunstgeschiedenis in Utrecht, begonnen als onderdirecteur van het Nederlandsch Museum (afdeling van het Rijksmuseum). Kreeg ruzie met De Stuers over museuminrichting. Vogelsang tekent gewoonlijk met potlood en betitelt zijn tekeningen meestal in kapitalen.
Aan hem is toegeschreven:
Nrs 5,8,10, 11, 12, 14, 18, 19, 22, 23, 25 boven, 26, 27 boven.
Over de nog niet getraceerde tekeningen het volgende:
a. Betreffende de Rijkscommissie voor het Museumwezen,
In aanmerking komen A. Bredius, Willy Martens, B.W.F. van Riemsdijk, Jan Veth. En W. Vogelsang. Martens en Veth zijn bekende beeldende kunstenaars; Bredius en Van Riemsdijk kunnen snel met de pen tekenen, terwijl verschillende potloodtekeningen reeds aan Vogelsang zijn toegeschreven. De moeilijkheid is dat het handschrift bij de tekeningen niet overeenkomt met dat van de commissieleden die deze tekeningen kunnen hebben gemaakt. Zo is het bijschrift van nr. 21 niet in de hand van Vogelsang, ofschoon men dat gezien zijn tekenstijl zou kunnen verwachten. De overige zijn pentekeningen is verschillende stijlen. Het bijschrift bij de tekeningen is bovendien in verschillende handen eraan toegevoegd. Men zou de tekeningen 13, 16 en 28 onderaan op grond van hun kwaliteit aan een andere tekenaar dan Vogelsang kunnen toeschrijven (A. Bredius? Van Riemsdijk?) en de anderen aan Vogelsang zelf, maar dit is een nog onbevestigde speculatie.
Het betreft de nummers: 13, 15, 16, 20, 21, 25 onder en 27 onder.
b. Overige tekeningen
Nrs. 17, 24
Door verschillende handen zijn naderhand aan de tekeningen bijschriften gevoegd, waarbij mededelingen worden gedaan over de tekenaar of de afgebeelde. Deze bijschriften zijn niet eigentijds. De daarin verstrekte informatie komt in een enkel geval niet overeen met de thans vastgestelde beschrijving op deze lijst, die als een verbetering moet gelden.
Verantwoording van de bewerking
De tekeningen en karikaturen zijn in een nummer voorziene passepartout geplaatst. Bij de beschrijving van dit bestand is de bestaande nummering aangehouden.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Verzameling Getekende Portretten en Karikaturen, afkomstig uit het archief van het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Afdeling Kunsten en Wetenschappen, nummer toegang 4.MMAV, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, OKW / Portretten en karikaturen, 4.MMAV, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Archief Victor de Stuers, nummer toegang: 2.21.355.
Het archief van de Rijkscommissie voor het museumwezen, 1919-1921
De Rijkscommissie voor het Museumwezen werd bij Koninklijk Besluit van 5 februari 1919, nr. 61 ingesteld door dr. J.Th. de Visser, minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, waarbij zijn referendaris van Kunsten en Wetenschappen M.I. Duparc als voorzitter optrad. Vicevoorzitter was F. Schmidt Degener, die zich zou profileren als een professioneel museoloog op het gebied van kunstpresentatie. Secretaris van C. Hofstede de Groot, die als bestuurslid van het Koninklijk Nederlands Oudheidkundig Verbond betrokken was geweest bij een door dit verbond gepubliceerde brochure over herziening van het museumstelsel. De commissie telde 22 leden, waaronder directeurs van rijksmusea, directeurs van particuliere musea, hoogleraren in de kunstgeschiedenis, zowel universitair als aan de Koninklijke Akademie van Beeldende Kunsten, de architect S. de Clercq en de Utrechtse archivaris en museumtycoon S. Muller Fz. Zij kwam bijeen in 35 vergaderingen, die uiteindelijk leidden tot een eindrapport, dat in juli 1921 openbaar werd gemaakt. Op de inhoud van dit rapport is uitvoerig ingegaan door o.m. F.J. Duparc in zijn gedenkboek Een eeuw strijd voor Nederlands Cultureel Erfgoed. Ook de notulen werden gedrukt: hierin werden uitvoerig de voorstellen van de leden en de daartegen gevoerde argumenten vastgelegd. Gezien de grote hoeveelheid proefballonnen met ingrijpende voorstellen werden deze notulen voorlopig geheim gehouden. Hoftede de Groot redigeerde zijn drukwerk echter zodanig dat alle beraadslagingen werden gepagineerd, per halfjaar werden ingebonden en ook geïndiceerd op onderwerp en spreker, en uiteindelijk van een inhoudsopgave werden voorzien.
Het archief van de secretaris van de commissie bestaat dan ook uit het eigen exemplaar van zijn drukwerk, voorzien van marginale aantekeningen ter verantwoording van de eindredactie en een enkele bijlage. Bijzonder is dat ook de stukken betreffende het afscheidsmaal in mei, met de daarbij voorgedragen gedichtjes en andere vermakelijkheden in de laatste band der notulen zijn ingebonden.
Het archief bevindt zich niet in het Nationaal Archief. Hofstede de Groot was een kunstverzamelaar en een mecenas, die het initiatief nam tot de oprichting van het thans nog steeds bestaande Rijksinstituut voor Kunsthistorische Documentatie. Deze instelling mocht gebruik maken van zijn archief, waarin zich ook de genoemde notulen bevonden. Deze zijn uiteindelijk terecht gekomen in de Koninklijke Bibliotheek, waar ze onder de signatuur 120 D 6 (1-5) en als bandnummer X711228 kunnen worden aangevraagd bij de afdeling Zeldzame drukken. Zoals de beschrijving aangeeft bestaat het geheel uit vijf banden. Die kunnen als volgt worden geïndiceerd:
  • 1-4 Notulen van de vergaderingen van de Rijkscommissie voor het Museumwezen. 1919-1921.
    • 1 Instellingsbesluit en verslagen van vergaderingen 1-10, februari-juli 1919. Geïndiceerd, met besluitenlijst.
    • 2 Verslagen van vergaderingen 11-17, september –december 1919, met voorin een groepsfoto van de commissie. (vgl. Duparc, afb. 8)
    • 3 Verslagen van vergaderingen 18-27: januari-juni 1920, met indices over nr. 2-3.
    • 4 Verslagen van vergaderingen 28-34: oktober 1920 – mei 1921, met indices en een besluitenlijst.. Achterin: nagekomen rapporten, overzicht van het museumwezen en stukken betreffende de afscheidsmaaltijd.
  • 5 Eindrapport van de commissie. Juni 1920.
In het Rijksinstituut voor Kunsthistorische Documentatie bevindt zich het persoonlijk archief van C. Hofstede de Groot, dat in 1999 werd geïnventariseerd door C.E. Hüntgens. Inventarisnummers 142-145 bevatten volgens de inventarisator gedeponeerde stukken, want afkomstig van of verzameld door de Rijkscommissie voor het Museumwezen en zijn rechtsopvolger over de jaren 1904-1930. Het betreft – kort samengevat - de volgende bescheiden:
  • 142 Documentatie over kunstopleiding
  • 143 Documentatie over de hervorming van het museumwezen
  • 144 De stellingen van de Nederlandsche Oudheidkundige Bond over de hervorming van het museumwezen, met de aan de stellingen voorafgaande referaten. 1911-1918.
  • 145 Het concept van het eindrapport van de Rijkscommissie voor het Museumwezen [1921].

Archiefbestanddelen