Terug naar zoekresultaten

2.10.13 Inventaris van het archief van de Directeur der Cultures (1831) 1832-1866, Overige stukken betreffende Cultures, 1726-1902

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.10.13
Inventaris van het archief van de Directeur der Cultures (1831) 1832-1866, Overige stukken betreffende Cultures, 1726-1902

Auteur

Djoko Utomo, M.G.H.A. de Graaff, F.G.P. Jaquet

Versie

24-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1978 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Microfilms Directie der Cultures 1816-1900
Directie der Cultures: microfilms

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1816-1900

Archiefbloknummer

GEK23103

Omvang

223 inventarisnummer(s)

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Enkele stukken zijn gesteld in het Frans.

Soort archiefmateriaal

Het betreft hier microfilms.

Archiefdienst

Nationaal Archief

De originelen bevinden zich in

Arsip Nasional Republik Indonesia (ANRI), Jakarta

Archiefvormers

Generale Directie van Financiën Raad van Financiën / Directie der Cultures en der Landelijke Inkomsten / Directeur der Cultures Directie der Cultures en Landelijke Inkomsten / Directeur der Cultures Directie voor het Binnenlands Bestuur, (1816 - 1832), (1832 - 1855), (1855 - 1866), (1866 - 1900)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Dit archief is opgebouwd in koloniaal Nederlands-Indië tot aan de invoering van de ethische politiek en betreft met name stukken met betrekking tot de landbouw en veeteelt aldaar, en de aanleg van wegen en kanalen in zoverre dit de landbouw en veeteelt mogelijk moest maken. Het archief bevat stukken van algemene aard (waaronder ook stukken aangaande het cultuurstelsel), betreffende het beheer en de uitgifte van gronden, producten voor de Europese markt (koffie, thee, suiker, indigo, zijde, katoen, tabak, specerijen, etc.), overige producten (rijst, hout), veeteelt, gebouwen en materieel, personeel, binnenlands bestuur, herendiensten en cultuurbegroting.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De hierna beschreven archivalia bestaan in hoofdzaak uit het archief van de Directeur der Cultures over de periode 1832-1866 en uit fragmenten van archieven van de eerder en later met het beheer der cultures belaste instanties. De behandeling van alle zaken op de cultures en de landelijke inkomsten betrekking hebbend werden vóór 1832 beheerd door verschillende bureaux, meestal, direct of indirect, ressorterende onder de Generale Directie van Financiën, zoals de Directie der Landelijke Inkomsten en de Directie Belastingen, de Hoofdcommissie van Verpondingen en de Hoofdcommissie van Landbouw.
In 1832 (Indisch Staatsblad nr. 15) werd de Generale Directie van Financiën gesplitst in drie directies, te weten:
  1. de Directie der Landsproducten en Civiele Magazijnen;
  2. de Directie der Middelen en Domeinen;
  3. de Directie der Cultures en der Landelijke Inkomsten.
De directeuren hadden zitting in de Raad van Financiën, maar voerden verder een eigen beheer en vormden een eigen archief. Tevens werd een instructie voor de Directie der Cultures en de Landelijke Inkomsten vastgesteld, waarbij de volgende taken onder zijn beheer kwamen:
"De Landelijke Inkomsten.
De teelt van koffie, peper, katoen, kouzenilje, de fabrikaadje en bereiding van suiker, indigo, zijde, thee, tabak en andere voor de Europesche markt geschikte producten waaraan 's Gouvernements belang op een of andere manier verbonden, is, hetzij dat die producten voor eigen rekening, of op contracten met particulieren of op welke wijze dan ook worden geteeld en veredeld, of tot welker bevordering de tussenkomst van het gouvernement nodig zal wezen.
De koffieteelt in de Preanger Regentschappen.
Het beheer en het toezicht over de houtbossen totdat het hout op de stapelplaatsen zal zijn geleverd.
De specerijteelt.
De verkoop en uitgifte van landerijen en gronden voorzoverre de afstand daarvan met de cultures in aanraking mocht komen."
De cultures zelf werden uitgevoerd onder de directie van de residenten en hun ambtenaren, onder het toezicht van de Inlandse Hoofden. De directeur droeg zorg voor de aanleg van wegen en kanalen.
In 1855 (Indisch Staatsblad nr. 2) werden vijf nieuwe directies in het leven geroepen:
  1. Financiën
  2. Middelen en Domeinen
  3. Producten en Civiele Magazijnen
  4. Burgerlijke Openbare Werken
  5. Cultures en Landelijke Inkomsten
De directies waren nu geheel zelfstandig.
In 1866 kwam ingevolge het gewijzigde regeringsreglement, een geheel nieuwe departementale organisatie tot stand. Er werden nu vier directies gevormd, te weten:
  1. Binnenlands Bestuur
  2. Financiën
  3. Onderwijs etc.
  4. Burgerlijke Openbare Werken
De taken van de vroegere Directie der Cultures en Landelijke Inkomsten werden ondergebracht bij de Directie voor het Binnenlands Bestuur.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De lotgevallen van het archief van de Directeur der Cultures zijn niet erg duidelijk. Vermoedelijk werden bestanddelen ervan intensief gebruikt bij de opvolger, de Directie voor het Binnenlands Bestuur. Er zijn ook tekenen die er op wijzen dat men bepaalde bestanden heeft vermengd met archieven uit later tijd. In de dertiger jaren heeft men de waarschijnlijk al enigszins in verkommering geraakte archivalia overgebracht naar de archiefbewaarplaats op de Pasar Ikan in een oud pakhuis van de V.O.C.
Daar heeft men deze archieven verschillende bewerkingen doen ondergaan, allen slechts leidend tot een verdere achteruitgang van het bestand. Er werden vermengingen tot stand gebracht met op cultures betrekking hebbende archivalia uit andere archieven met volledige veronachtzaming van het herkomstbeginsel, er werden zeer slordig uitgevoerde pogingen gedaan het verbaal per bundel in rubrieken in te delen en tenslotte vond in vermoedelijk verschillende fasen een zeer innige en vrijwel fatale vermenging plaats met de eveneens op Pasar Ikan opgeslagen archieven van het Department van Financiën, van de Directie der Middelen en Domeinen, van de Directie der Producten en Civiele Magazijnen, van de Weeskamer, de Kerkeraad, de verschillende residenties en met niet onbelangrijke bestanden uit archieven daterend van vóór 1816.
De verwerving van het archief
De collectie is een duplicaat van een archief dat elders bewaard wordt.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
In het kader van de nauwe samenwerking tussen de Indonesische en de Nederlandse archiefdiensten werden in de periode 1977-1978 de Pasar Ikan archieven bewerkt. De dooreengeraakte archieven werden geschéiden en de zo ontstane eenheden geinventariseerd.
De op cultures betrekking hebbende archivalia werden voorzover zij niet tot één van de residentiearchieven behoorden, overgebracht naar het nieuwe archiefdepot van het Arsip Nasional te Ragunan om aldaar geinventariseerd te worden. Het bestand bleek te bestaan uit een grote hoeveelheid verbalen in chronologische orde en uit een niet onbelangrijke verzameling losse rapportage, nota's, staten en andere buiten het verbaal geraakte of gehouden stukken. Het geheel besloeg ongeveer 40 meter. Er bevonden zich ook stukken bij van de voorgangers en opvolgers van de Directeur der Cultures en Landelijke Inkomsten, maar het archief van deze directie vormde toch wel het belangrijkste bestanddeel.
Indices zijn er, aanwijsbaar, wel geweest, maar zij werden op enkele fragmenten na niet meer aangetroffen. Vermoedelijk zijn ze ten offer gevallen toen sedert 1837 de verbalen rubrieksgewijs geordend werden. Deze vroegere rubrieksgewijze ordening der stukken kan overduidelijk aangetoond worden aan de hand van typerende beschadigingen van de stukken. Helaas is op een nog onbekend moment deze ordening weer ongedaan gemaakt en werden alle verbalen weer in één grote chronologische orde gerangschikt. Bij deze herordening is bovendien een reeks ernstige fouten begaan, zowel in de chronologie als met het herkomstbeginsel. Stukken betrekking hebbend op de cultures, maar behorend tot andere archieven werden tussengevoegd, samen met stukken die soms geen enkele dan alleen een chronologische relatie hadden met de cultures en kennelijk bij toeval binnen het handbereik lagen van degeen die met de uitvoering van deze werkzaamheden was belast. Losgeraakte fragmenten van brieven en rapportages werden lukraak tussengevoegd zonder relatie tot de stukken waar zij eens deel van uitmaakten, soms zelfs zonder enige relatie tot de chronologie. Vaak kon, wanneer zodanige stukken niet al te ver verzeild waren, een hereniging tot stand worden gebracht, vaker echter werd hiervoor een te sterke wissel getrokken op het geheugen van de inventarisator. Wellicht zullen toekomstige bewerkers of onderzoekers dit soort onregelmatigheden nog eens recht kunnen zetten.
Gezien de afwezigheid van indices en de daardoor ontstane volslagen ontoegankelijkheid van meer dan de helft van het archief zijn de inventarisators gedwongen geweest het chronologisch geordende deel van het archief weer op onderwerp te ordenen.
Aan de hand van de taken van de Directeur der Cultures en der Landelijke Inkomsten en aan de hand van steekproeven genomen in het archief, werd een rubriekensysteem ontworpen en werd een begin gemaakt met het herordenen van het verbaal volgens deze rubrieken. Tijdens deze allereerste fase van het werk bleek dat de toenmalige administratie sedert 1837 een ordeningssysteem hanteerde dat vrijwel sluitend overeenkwam met de ontworpen indeling. Het feit dat vanaf dat jaar de rubriek waarin een stuk thuishoorde werd aangegeven door een rubrieksnummer geschreven onder het agendanummer, vergemakkelijkte het herordenen aanzienlijk. Slechts de rubriek 12 "algemeen verslag" vergde een nadere indeling, terwijl overigens een aantal inconsequenties in beide ordeningssystemen kon worden rechtgetrokken en twee nieuwe rubrieken werden gevormd, te weten: Cultures Algemeen en Binnenlands Bestuur.
Teneinde tijdens de inventarisatiewerkzaamheden een houvast en een geheugensteun te behouden werd steeds aantekening gehouden van de belangrijkste kenmerken van de verbalen, de materiële toestand en van enkele inhoudelijke gegevens, voorzover die bij de uiteindelijke inventarisatie van het geheel van belang zouden kunnen zijn. Al deze gegevens werden per maand op lijsten genoteerd. Hoewel de rol van deze lijsten na de voltooiing van de inventaris vrijwel is uitgespeeld en zij voor de raadpleging van het archief niet essentieel meer zijn, zullen zij toch, apart ingebonden, voor onderzoekers nog wel nuttige diensten kunnen bewijzen.
Bij de bewerking van het chronologisch geordende verbaal bleek dat een ordening per rubriek, op numerieke gegevens (agendanummers) bepaalde voordelen zou kunnen hebben boven een puur chronologische ordening, aangezien de toenmalige administratie deze agendanummers vaak heeft gebruikt als middel om bepaalde taken bij elkaar te houden en om verwijzingen te vergemakkelijken. Voor bepaalde jaren zijn de stukken per rubriek al op nummerkenmerk en niet op datumkenmerk geordend. Dit is met name het geval bij stukken uit de periode 1836-1840 en 1860-1864. Aangezien echter de totale hoeveelheid stukken per jaar en per rubriek zeer goed te overzien is, is er voorlopig van afgezien deze ordening ook voor de overige jaren toe te passen. De gebruiker van het archief zij gewaarschuwd dat voor de genoemde periodes dus eerder het nummer dan de datum bepalend is voor de plaatsing van de stukken.
Bij de ordening manifesteerden zich, zoals te verwachten was, bij bepaalde rubrieken accentverschuivingen en veranderingen. Om deze veranderingen te ondervangen zonder het gehele indelingsschema geweld aan te doen is in de inventaris telkens wanneer daar aanleiding toe was door middel van een kort commentaar de inhoud van de rubriek toegelicht.
Achter de serie verbalen van elke rubriek zijn de buitenverbaal gehouden of geraakte stukken geplaatst, terwijl aan het eind van de inventaris de onvermijdelijke rubriek Varia nog moest worden gevolgd door een aantal pakken losse stukken, die wegens het ontbreken van datum of nummerkenmerken slechts op onderwerp konden worden geordend.
De uiteindelijke inventarisatie, begonnen in maart 1978, kwam in mei van dat jaar gereed.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Microfilms Directie der Cultures 1816-1900, nummer toegang 2.10.13, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Directie der Cultures: microfilms, 2.10.13, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen