Terug naar zoekresultaten

2.27.13 Inventaris van het archief van het Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose, (1950) 1952-1983

Het archief bevat onder meer notulen, jaarverslagen, alsmede stukken betreffende secretariaatswerkzaamheden, de effecten van röntgenstraling op bedieningspersoneel van röntgenapparatuur, en stukken betreffende beëindiging van het massa-onderzoek op tuberculose in Nederland.
Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.27.13
Inventaris van het archief van het Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose, (1950) 1952-1983

Auteur

C. de Quaasteniet

Versie

23-06-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2007 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose
Bevolkingsonderzoek Tuberculose

Periodisering

archiefvorming: 1952-1983
oudste stuk - jongste stuk: 1950-1983

Archiefbloknummer

X5

Omvang

; 17 inventarisnummer(s) 0,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Nederlands.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat onder meer notulen, jaarverslagen, alsmede stukken betreffende secretariaatswerkzaamheden, de effecten van röntgenstraling op bedieningspersoneel van röntgenapparatuur, en stukken betreffende beëindiging van het massa-onderzoek op tuberculose in Nederland.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Ter uitvoering van de artikelen 4 en 13 van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose werd door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, dr. P. Muntendam, met het Koninklijk Besluit van 10 oktober 1951, nr. 15, een aantal op het gebied van tuberculosebestrijding werkzame centrale organisaties aangewezen. Deze organisaties moesten een voordracht doen voor de benoemingen van leden van een te vormen centraal college als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose. Als gevolg van deze voordrachten werden met het staatssecretariële besluit van 7 maart 1952, nr. 1759 de leden benoemd die samen het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose zijn gaan vormen.
De reden voor het samenstellen van dit college was dat de morbiditeit van tuberculose nog verontrustend hoog was. Daarnaast ontbrak coördinatie tussen de verschillende centrale instellingen en organisaties die zich bezig hielden met de bestrijding van tuberculose.
Ter voorbereiding van de te verrichten werkzaamheden van het Centraal College werden in 1950 en 1951 enige vergaderingen gehouden onder de naam Voorlopig Centraal College. De eerste vergadering daarvan werd voorgezeten door dr. P. Muntendam. In deze vergaderingen werden de eisen geformuleerd voor de opleidingen ex artikel 13 van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose voor de mensen die het groep- en bevolkingsonderzoek zouden gaan uitvoeren. Verder werd de organisatie van het tuberculoseonderzoek besproken.
Met het Koninklijk Besluit van 28 juni 1952, Stbl. 389, werd bepaald dat de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose in werking zou treden op 1 september 1952.
De opdracht voor het college werd het röntgenologisch onderzoek van de ademhalingsorganen van de gehele bevolking en van bevolkingsgroepen te bevorderen.
De leden van het college bestonden uit vertegenwoordigers van:
  • De Nederlandse Centrale Vereniging tot bestrijding der tuberculose uit Den Haag;
  • De Nederlandse vereniging van artsen voor longziekten en tuberculose, sectie Vereniging van artsen van de consultatiebureaus voor tuberculosebestrijding, uit Laren;
  • Het Centraal Bureau voor keuringen op medisch-hygiënisch gebied, uit Den Haag;
  • De Algemene Nederlandse Vereniging voor Sociale Geneeskunde, sectie arbeids- en bedrijfsgeneeskunde, uit Amsterdam.
De leden en plaatsvervangende leden werden bij ministerieel besluit benoemd en ontslagen.
Naast het college was er het Dagelijks Bestuur.
De Geneeskundig Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid wees op grond van artikel 7 van de wet een plaatsvervanger aan om de vergaderingen van het college en van het dagelijkse bestuur bij te wonen. Deze vertegenwoordiger had een adviserende stem.
Verder werden de vergaderingen van het college bijgewoond door een vertegenwoordiger van het ministerie waaronder het beleidsterrein volksgezondheid viel.
Bij besluit van het college van 24 mei 1954 werd de Commissie voor Inventarisatie en Planning ingesteld. De opdracht voor deze commissie was de beoogde inventarisatie te bevorderen en te rapporteren over de resultaten van de inventarisatie. Deze commissie heeft in 1960, om praktische redenen, haar werkzaamheden gekoppeld aan die van het Dagelijks Bestuur.
Het college was gevestigd aan de Riouwstraat 7 te Den Haag. Dit gegeven werd tot 1965 in de jaarverslagen vermeld. Vanaf het jaarverslag over 1974 wordt vermeld dat de vergaderingen plaatsvonden in de gebouwen van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne te Leidschendam.
De secretariële werkzaamheden werden eerst op het ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid verricht. Vanaf 15 november 1953 was er een secretariaat gevestigd aan de Maliebaan 15, later in 1958 aan de Stadhouderslaan 41 te Utrecht. In 1967 ging het secretariaat naar de Soestdijkseweg 333 te Bilthoven. In 1970 werd het secretariaat deels in het kantoor van de Geneeskundige Hoofdinspectie van de Volksgezondheid te Leidschendam ondergebracht.
Het bureauadres bleef in Bilthoven. In 1977 keerde het secretariaat in zijn geheel terug op het adres Soestdijkseweg 165 te Bilthoven.
Het college moest zich in het begin geleidelijk inpassen. In het veld waren allerlei organisaties, instellingen en personen bezig met regelmatige onderzoeken. Er werden daarom richtlijnen vastgesteld om een eenvormige administratie voor de onderzoeksresultaten te waarborgen. Al na enkele jaren kon worden geconcludeerd dat de uitvoeringsorganen zich in toenemende mate hielden aan de adviezen van het college en dat onderzoekresultaten op eenvoudige formulieren konden worden vastgelegd.
De onderzoeksresultaten werden in overzicht weergegeven in de jaarverslagen van het college.
Volgens artikelen van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose werden door het college adviezen gegeven aan de minister betreffende de aanwijzing van consultatiebureaus voor het volgen van een praktische opleiding. Intern stelde het college richtlijnen vast voor de praktische opleiding. Het Nederlands Instituut voor Preaventieve Gezondheidszorg (NIPG) werd door de minister aangewezen als opleidingsinstituut voor het theoretische deel van de opleiding.
De beoordeling van de bevoegdheid en het verlenen van toestemming tot het verrichten van bevolkingsonderzoek door artsen werd overgedragen aan het dagelijkse bestuur.
Jarenlang is op deze manier structureel onderzoek gedaan naar tuberculose in Nederland.
In 1977 werd op het departement een ontwerpwet voor de nieuwe wet op het bevolkingsonderzoek geformuleerd. Al een aantal jaren was er twijfel in Nederland met betrekking tot de waarde van het massa-onderzoek naar tuberculose. Dit kwam doordat het aantal gevallen van tuberculose sterk was teruggelopen. Daarnaast was ook de belangstelling van het publiek minder geworden. En er was een toenemende onrust vanwege het mogelijke stralingsgevaar bij onderzoek. Deze factoren maakte het duidelijk dat de werkzaamheden van het college ten einde liepen. Voorlopig bleef men de lopende werkzaamheden nog verrichten, voornamelijk met het geven van richtlijnen voor een toekomstige vorm van personenonderzoek op tuberculose.
In 1979 berichtte het college aan de staatssecretaris van Volksgezondheid dat, gezien de zeer lage cijfers over de resultaten in de laatste jaren, het massa-onderzoek op tuberculose kon worden gemist, mits een goed functionerend consultatiebureau-apparaat gehandhaafd zou blijven.
In de jaren 1981 en 1982 werd het massa-onderzoek op tuberculose afgebouwd. Naar aanleiding van het advies van de Gezondheidsraad van maart 1982 vroeg de minister het college per 1 januari 1983 de toestemmingen tot tuberculoseonderzoek niet langer te verstrekken. Het college heeft aan dit verzoek voldaan. Het jaarverslag van 1982 was het laatste jaarverslag van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief is steeds in beheer geweest bij het secretariaat van het college. Na afloop van de werkzaamheden van het college is het archief onder begeleidende brieven van 23 februari 1983 en 27 juni 1985 van de bureausecretaresse mevrouw A.S. Noordanus-Ackers overgedragen aan het Centraal Oud Archief van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC). Vanaf die tijd is het archief beheerd door voornoemd ministerie en daarna door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
De verwerving van het archief
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
De inventaris geeft een goed beeld van de manier waarop een groot gezondheidsprobleem door de samenwerking van een aantal instanties efficiënt en effectief werd aangepakt. De inventaris is samengesteld uit de notulen van vergaderingen, jaarverslagen en verdere relevante neerslag van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose. Het eerste en tweede jaarverslag verscheen in één deel in 1956 en beschrijft de periode september 1952 tot en met december 1955. Het laatste jaarverslag, over 1982, geeft vanaf pagina 31 een overzicht over de periode 1 september 1952 tot 1 september 1982. Uit de hierboven genoemde brief van 23 februari 1983 kan worden begrepen dat er door het secretariaat daadwerkelijke vernietiging van archiefbescheiden heeft plaatsgevonden. In de brief wordt vermeld dat als gegevens waren verwerkt in de jaarverslagen, de bron van die gegevens daarna werden vernietigd.
In de jaarverslagen is er sprake van adviezen aan de minister en aan anderen. Deze stukken zijn ook niet in het archief aangetroffen. Het is mogelijk dat zij bij eerdere bewerking op het ministerie zijn vernietigd. De mogelijkheid mag ook niet worden uitgesloten dat dit soort stukken vernietigd zijn op het secretariaat van het college. Er zijn hiervan geen gegevens gevonden.
Archiefbescheiden betreffende opleidingen voor artsen, onderzoek, toestemmingen voor te verrichten onderzoek aan artsen of bedrijven, en financiële stukken zijn tijdens deze bewerking vernietigd.
Bij aanvang van de inventarisatie had het archief een omvang van 6 strekkende meter.
Na afloop van de inventarisatie resteerde een omvang van een halve strekkende meter (0,5 m).

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose, nummer toegang 2.27.13, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Bevolkingsonderzoek Tuberculose, 2.27.13, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Ledenlijst van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose
Naam Functie Periode
Bakhuys Roozeboom, mr. W. lid 1956-1967
Berkhout, A.D.J., arts plv. lid 1965-1968
Bijl, A., arts plv. lid 1978-1983
Blankestijn, C.K.A.W., arts secretaris en lid Dagelijks Bestuur 1952-1969
Bleiker, dr. M.A. (plv.) lid 1978-1983
Brugge, R. ten, arts lid 1962-1977
Bruyel, G.J., arts plv. lid 1967-1973
Burger, dr. G.C.E. lid 1952-1954
Cath, G.H.Ch., arts plv. lid 1952-1973
Coul, P.G. op de, arts plv. lid 1952-1959
Creyghton, W.J.M., arts (plv.) lid 1978-1983
Daum, S. plv. lid 1953-1957
Deijll, mr. W.S.C. plv. lid 1978-1983
Dijk, dr. B. van lid, (plv.) voorzitter en lid Dagelijks Bestuur 1952-1970
Drift, dr. L. van der plv. lid 1981-1983
Duymaer van Twist, W.L.F., arts lid 1967-1970
Edens, dr. J.D. lid college en lid Dagelijks Bestuur 1954-1971
Ganzeboom, A.J. plv. lid 1952-1953
Gilse, F.P.M. van lid 1952-1962
Griep, dr. W.A. plv. lid 1952-1957
Hallo, dr. H.C. lid college en lid Dagelijks Bestuur 1952-1965
Hammerstein, mr. A.J. (plv.) lid 1952-1954
Heederik, dr. G.J. lid college en lid Dagelijks Bestuur 1973-1978
Heeres, J. plv. lid 1962-1976
Heynsius van den Berg, dr. M.R. voorzitter en lid Dagelijks Bestuur 1952-1962
Höweler, arts T.A.H. plv. lid 1965-1973
Huisken, dr. D.P. lid, voorzitter en lid Dagelijks Bestuur 1967-1983
Janssen, J.A.M.D.J., arts plv. lid 1959-1969
Janssen, mr. J.W. plv. lid 1954-1973
Kruyt, J., arts plv. lid 1978-1983
Kuiper, H.J. (plv.) lid, plv. voorzitter 1952-1967
Küthe, C.H.J.,arts plv. lid 1952-1962
Kuyvenhoven, J., arts plv. lid 1962-1977
Landman, J. lid college en lid Dagelijks Bestuur 1952-1970
Leeuwen, D., arts plv. lid 1976-1978
Littaur, dr. H.W.M. plv. lid 1965-1977
Lucas Luyckx, J.H., arts (plv.) lid 1973-1976
Maarsseveen, G.C.M. van, arts (plv.) lid, (plv.) voorzitter 1962-1978
Meertens, mr. D.M. plv. lid 1955-1964
Meijer, dr. J. lid 1962-1980
Mellema, T.L., arts lid 1978-1983
Meursing, N.A., arts lid 1970-1983
Miedema, J. plv. lid 1969-1977
Ornée, dr. P.B. plv. lid 1978-1981
Ouwehand, W., arts plv. lid 1978-1983
Pauw, mr. B.M.J. plv. lid 1973-1977
Pieron, A., arts lid 1975-1983
Pot, P.J.A. van der, arts lid 1952-1962
Ruiter, dr. D. lid 1970-1975
Schepp-Beelen, J.C.H.M., arts lid 1978-1983
Scheyde, E.H., arts plv. lid 1973-1976
Sluyter, D.P., arts plv. lid 1962.
Spanjaard, dr. R.B. lid, secretaris en lid Dagelijks Bestuur 1978-1983
Steur, dr. W.E. plv. lid 1954-1964
Stumphius, J., arts (plv.) lid, vice voorzitter en lid Dagelijks Bestuur 1967-1983
Taminiau, A., arts plv. lid 1952-1983
Togtema, H.R., arts (plv.) lid 1973-1977
Vliet, B. van, arts lid college, vice voorzitter en lid Dagelijks Bestuur 1967-1978
Vreeze, mr. J.Th.M. de plv. lid 1952-1954
Vries-Bruins, A.E.J. de, arts lid college en lid Dagelijks Bestuur 1952-1956
Wagemans, J.P.M. (plv.) lid 1978-1983
Namens de Geneeskundige Hoofdinspecteur van de Volksgezondheid, ook als lid Dagelijks Bestuur:
Naam Functie Periode
Baas, M.A., arts (wnd.) secretaris 1967-1979
Drion, R., arts lid 1964-1967
Gerbrandy, dr. H.R. lid 1953
Geuns, dr. H.A. lid 1978-1983
Joost, dr. C.R.N.F. van lid 1953-1964
Planteydt, dr. J.M. lid 1952-1953
Namens de minister van Volksgezondheid, ook als lid Dagelijks Bestuur:
Naam Functie Periode
Cliné, F. lid 1979-1983
Haas, dr. E. lid 1957-1961
Heuven, mr. J.C. van lid 1952-1953
Koerts, mr. H.J. lid 1953-1957
Meulblok, J. lid 1961-1979
NaamFunctiePeriodeNaamFunctiePeriodeNaamFunctiePeriode