Terug naar zoekresultaten

2.13.144 Inventaris van het archief van de Commissie Zaayer en de collectie inzake de moord op vaandrig Aernout, 1950-1963

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.13.144
Inventaris van het archief van de Commissie Zaayer en de collectie inzake de moord op vaandrig Aernout, 1950-1963

Auteur

H.E.M. Mettes

Versie

27-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2007 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Defensie: Commissie Zaayer en de collectie inzake de moord op vaandrig Aernout
Defensie / Cie Zaayer

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1950-1963

Archiefbloknummer

D49

Omvang

; 73 inventarisnummer(s) 3,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Hoofdkwartier Generale Staf / sectie Krijgsgeschiedenis Ministerie van Oorlog Secretaris-Generaal Afdeling Burgerpersoneel Commissie Zaayer Minister van Oorlog Staatssecretaris van Oorlog Directoraat-Generaal Basiscommando 103 TD Basisgroep Ministerie van Defensie Staatssecretaris van Defensie Minister van Defensie

Samenvatting van de inhoud van het archief

Naar aanleiding van een reeks publicaties aangaande misstanden in het leger in Indonesië werd door de minister van Oorlog bij ministeriële beschikking van 18 oktober 1950 de commissie Zaayer ingesteld. De commissie had tot taak een onderzoek in te stellen naar de misstanden welke zich zouden hebben voorgedaan in het voormalig Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL).
Het archief van de commissie Zaayer bevat o.a. ingekomen en minuten van uitgaande stukken alsmede een agenda daarvan, het eindrapport en een aantal dagblagen met berichtgeving hieromtrent.
De collectie inzake de moord op vaandrig Aernout, vermeende corrupte toestanden in de dienst van de Kwartiermeester-Generaal te Bandoeng en diverse onderzoeken daarnaar bevat o.a. het dossier Van der Putten en stukken inzake zijn ontslag en rehabilitatie, alsmede uittreksels uit publicaties in de pers en/of maandbladen en werkdossiers inzake de zaak Van der Putten, stukken uit het gewoon, geheim en zeer geheim verbaalarchief van het ministerie van Oorlog/Defensie, stukken betreffende de moord van de vaandrig Aernout in 1948 en stukken betreffende onregelmatigheden bij de Legertechnische Dienst te Bandoeng.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Geschiedenis van de Commissie Zaayer en de zaak Van der Putten/Aernout
Publicaties in de Leidsche Post
In september 1950 begon in Nederland het weekblad de Leidsche Post een reeks artikelen te publiceren met de volgende strekking: er zouden in het leger in Indonesië, in het bijzonder bij de Kwartiermeester-Generaal, en vooral bij de daaronder ressorterende Leger Technische Dienst corrupte toestanden hebben bestaan waarbij officieren, tot in zeer hoge functies, betrokken zouden zijn. Door deze officieren zouden onderzoeken naar de malversaties zijn tegengewerkt en personen, die de corrupte toestanden wilden bestrijden, uit de weg zijn geruimd. Een aantal officieren wordt in deze publicaties met name genoemd. De vaandrig Aernout, die volgens de Leidsche Post veiligheidsofficier zou zijn geweest, zou belangrijke malversaties en corruptie op het spoor zijn geweest. Hij zou uit de weg zijn geruimd, omdat hij te veel wist. De moord zou nooit zijn opgehelderd; de "knoeiers" moesten - volgens de Leidsche Post - worden gedekt. De informatie voor deze publicaties werd (veelal) aangeleverd door de heer F.H. van der Putten.
De commissie Zaayer
Naar aanleiding van bovenstaande publicaties werd door de minister van Oorlog bij ministeriële beschikking van 18 oktober 1950, nr. 40-14 ZG de commissie Zaayer ingesteld. De commissie had tot taak een onderzoek in te stellen naar de misstanden welke zich zouden hebben voorgedaan in het voormalig Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). De commissie was vernoemd naar haar voorzitter mr. J. Zaayer. De commissie was als volgt samengesteld:
  • Mr. J. Zaayer (advocaat-fiscaal voor de Zee- en Landmacht) voorzitter; en als leden
  • mr. M.J.P.D. baron van Harinxma thoe Slooten en mr. J. Gast (hoofdambtenaren van het ministerie van Oorlog).
De commissie bracht rapport uit op 9 mei 1951.
Wat betreft de beweerde misstanden in het leger kwam de commissie tot de conclusie dat er slechts was gebleken van incidentele en individuele criminaliteit. Bij misstanden was volgens de commissie steeds ingegrepen. Uit niets bleek dat door het samenspannen van hoge officieren corruptieonderzoeken zouden zijn tegengewerkt en personen die corruptie wilden bestrijden uit de weg zouden zijn geruimd.
De commissie was van mening, dat niets er op wees, dat de vaandrig Aernout in verband met het door hem gedane corruptieonderzoek uit de weg zou zijn geruimd. De commissie sprak als haar oordeel uit, dat de beschuldigingen kant noch wal raakten en moesten worden gezien als een lastercampagne. De commissie achtte Van der Putten hieraan schuldig. De commissie sprak haar twijfel uit over het geestelijke evenwicht van Van der Putten en gaf de aanbeveling hem te doen onderwerpen aan een psychiatrisch onderzoek.
Na zijn terugkomst in Nederland bleef Van der Putten tijdens zijn werkzaamheden bij onderdelen van het Ministerie van Defensie vragen stellen en opmerkingen maken over vermeende misstanden bij het leger. Uiteindelijk kwam de minister van Oorlog tot de conclusie dat Van der Putten beheerst werd door een groot wantrouwen in de organisatie waarin hij werkte en aldus blijk gaf van een instelling, die hem ongeschikt maakte als ambtenaar. Hij werd in november 1961 eervol ontslagen op grond van ziels- of lichaamsgebreken. Dit ontslagbesluit werd in 1962 door het Ambtenarengerecht te Arnhem nietig verklaard. Uiteindelijk werd Van Putten in 1962 op eigen verzoek eervol ontslagen.
Gegevens F. H. van der Putten
( Deze tekst is grotendeel gebaseerd op en een samenvatting van de Nota betreffende de zaak van der Putten, aangeboden in 1962 aan de voorzitter van de Tweede Kamer ter vertrouwelijke kennisneming door leden van de Tweede Kamer (TK, zitting 1961-1962, nr. 6624 - Inv. nr. 17). )
Fennie Hugo van der Putten werd geboren te Amsterdam op 17 juli 1906. Tot 1940 was hij werkzaam bij het Departement van Onderwijs en Eredienst in Nederlands-Indië als vakonderwijzer (directeur van een inrichting voor voortgezet onderwijs na de ambachtsschool). In 1940 ging hij tijdelijk over naar het Departement van Oorlog en werd tewerkgesteld bij de Militaire Motordienst te Bandoeng. Het was de bedoeling, dat hij van het onderwijs zou overgaan naar de technische dienst van het leger. De oorlog kwam hier echter tussen. De Japanse bezetting bracht hij in gevangenschap door.
Na de Japanse capitulatie werkte hij aanvankelijk bij het Rode Kruis en daarna weer bij het Departement van Onderwijs en Eredienst. Na enige tijd ging hij toch over naar de Leger Technische Dienst (LTD). Er waren te Bandoeng 2 LTD werkplaatsen, de LTD 81 en de Centrale Werkplaats (CW) 90. De LTD 81 bestond in andere vorm en met een andere naam al voor de oorlog met Japan. De CW 90 werd begin 1947 opgericht.
Van der Putten was van begin 1947 werkzaam bij de CW 90. Voor de oorlog met Japan was hij enige tijd werkzaam bij de (latere) LTD 81. Verder was hij in Indonesië hoofdbestuurslid van de Bond van Burgerpersoneel in Militaire Inrichtingen (BBM). Deze bond werd op 9 februari 1949 te Bandoeng opgericht.
Van der Putten was in Nederland in overheidsdienst werkzaam van 1 november 1950 tot 28 november 1961. Op 1 november 1950 trad hij bij het toenmalige Ministerie van Oorlog in dienst bij de Reparatie-inrichtingen en materieel inspectie (RIMI) Centrale Werkplaats te Utrecht.
Gegevens R.L.C. Aernout
Vaandrig Aernout was transportofficier bij de Coördinatie Militair Vervoer met standplaats Bandoeng. In de nacht van 28/29 februari 1948 werd in de dessa Lembang boven Bandoeng de vaandrig Aernout doodgeschoten
Naar deze moord werden in Nederlands-Indië voor de soevereiniteitsoverdracht uitgebreide onderzoeken ingesteld. Op 17 april 1950 - na de soevereiniteitsoverdracht - werd wegens de moord op de vaandrig Aernout een Indonesiër veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Er is hier sprake van een commissiearchief. Om tot een weloverwogen besluit te komen zijn verschillende personen en instellingen gehoord om hun standpunt bekend te maken. Verder zijn een groot aantal stukken en documentatie verzameld. Dit houdt o.a. in dat veel afgedwaalde bestanddelen uit andere archieven aangetroffen zijn. Het archief heeft in 1990 een eerste bewerking gehad bij het SSA van de Centrale Organisatie en was ontsloten met een eenvoudige plaatsingslijst.
Het archief is na de opheffing van de commissie ingeleverd bij het Semi-Statisch Archief (SSA) van de Centrale Organisatie en na de opheffing van het SSA in 1994 overgedragen aan het Centraal Archievendepot van het Ministerie van Defensie.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Conform de vastgestelde selectielijst militaire operatiën voor wat betreft de zorgdrager minister van Defensie zijn er bij de bewerking van dit archief in 2006 behoudens enige dubbelen geen archiefbescheiden uit dit archief vernietigd.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Defensie: Commissie Zaayer en de collectie inzake de moord op vaandrig Aernout, nummer toegang 2.13.144, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Defensie / Cie Zaayer, 2.13.144, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar