Terug naar zoekresultaten

2.15.74 Inventaris van de archieven van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid / Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid en taakvoorgangers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (1976) 1988-1999 (2001)

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.15.74
Inventaris van de archieven van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid / Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid en taakvoorgangers van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (1976) 1988-1999 (2001)

Auteur

CAS 1253

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2009 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Directie Coördinatie Emancipatiebeleid en Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid (ICE)
SoZa / ICE

Periodisering

archiefvorming: 1981-2007
oudste stuk - jongste stuk: 1976-2007

Archiefbloknummer

S35

Omvang

; 1385 inventarisnummer(s) 56,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en getypte documenten, geen bijzondere handschriften. Het archief bestaat uit dossiers.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid / Directie Coördinatie Emancipatiebeleid Projectgroep Beleidsplan Emancipatie Interdepartementale Coödinatiecommissie Emancipatiebeleid Project Mannen in de Hoofdrol Project Dagindeling

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief, dat loopt van 1976 tot 2007, bevat stukken van algemene aard, zoals informatiebulletins, vergaderstukken, agenda's, notulen en dergelijke, en stukken die de uitvoering van de taakopdracht betreffen. Hiertoe behoren onder andere documenten op het gebied van parlementaire en regeringsaangelegenheden, voorlichting en representatie, arbeidsparticipatie en inkomenszekerheid, onderwijs en vorming, hulpverlening en seksueel geweld en kinderopvang. Daarnaast zijn er stukken opgemaakt ten behoeve van internationale organen, zoals de Raad van Europa en de Verenigde Naties.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (DCE)
Kort gezegd is de taak van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid (DCE) het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van een samenhangend beleid dat gericht is op de emancipatie van vrouwen, alsmede allochtone vrouwen en homosexuelen. De Directie is, voor wat het regeringsbeleid ten aanzien van de emancipatie betreft, een schakel tussen de departementen die ieder voor zich verantwoordelijk zijn voor de integratie van het facet emancipatie in al hun beleid. Daarnaast draagt de DCE zorg voor de public relations van het Nederlandse emancipatiebeleid in het buitenland en voor het inbrengen van de Nederlandse standpunten in diverse internationale overlegorganen. De DCE blijft hiermee een bijzondere plaats innemen binnen de rijksoverheid. De Directie houdt zich bezig met het externe emancipatiebeleid van alle departementen; en functioneert aldus op het grensvlak van de interdepartementale en departementale structuur.
Aan het eind van de jaren tachtig, kwam het accent meer te liggen op de jongere generaties. Het beleid was gericht op de verwezenlijking van zelfstandigheid van de generatie die na 1990 de leeftijd van 18 jaar zouden bereiken. Aanvankelijk richtte de overheid zich vooral op het bevorderen van economische zelfstandigheid van meisjes. Later groeide het besef dat ook de jongens niet alleen op economisch, maar ook op maatschappelijk gebied (zorgtaken) zelfstandigheid dienden te verwerven.
Begin jaren negentig kwam de overheid, mede op basis van het onderzoeksrapport 'Emancipatie ten halve geregeld', tot de conclusie dat de arbeidsparticipatie van vrouwen wel vergroot was, maar dat er weinig vooruitgang was geboekt ten aanzien van de verdeling van arbeid en zorg voor kinderen en overige onbetaalde arbeid. De doelstelling van het emancipatiebeleid verschoof hiermee naar het bereiken van een situatie waarin mannen en vrouwen in staat gesteld worden arbeid, zorg, en sociale en politieke activiteiten op meerdere manieren te combineren; iedereen moet actief kunnen zijn in verschillende levenssferen.
Behalve het mogelijk maken van het combineren van arbeid en zorg, was in de jaren negentig het emancipatiebeleid van de overheid gericht op het bereiken van een mentaliteitsverandering. Te lang was binnen het emancipatiebeleid uitgegaan van de gedachte dat (groepen) vrouwen in een achterstandspositie verkeerden. In plaats daarvan moest de diversiteit in de samenleving - in sekse, leeftijd, etniciteit, seksuele voorkeur, en religie - gezien worden als een bron van kwaliteit. Doelstelling van het emancipatiebeleid werd de erkenning van het belang van diversiteit voor de samenleving als geheel.
Als bijzonderheid kan nog vermeld worden dat sinds 1997 de DCE jaarlijks het DCE-onderzoeksprogramma opstelt. Bij het opstellen en uitvoeren van het onderzoeksprogramma wordt gebruik gemaakt van de ervaring en de specifieke deskundigheid van de onderzoeksafdeling van de facetdirectie Analyse en Onderzoek. Het onderzoeksprogramma dient resultaten op te leveren die bijdragen aan verdere stimulering, ontwikkeling en uitvoering van het emancipatiebeleid van de overheid.
Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid
De Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid was in 1977 ingesteld en was belast met: het zich beraden over inhoud, vormgeving en coördinatie van het emancipatiebeleid en daarover - gevraagd of uit eigen beweging - te adviseren aan de regering of afzonderlijke ministers. In de coördinatiecommissie hebben deskundigen van elk ministerie zitting. Daarmee is de ICE het platform voor de informatie-uitwisseling, afstemming, vernieuwingsimpulsen, en voorbereiding van besluitvorming op het gebied van de emancipatie.
De Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatie adviseert gevraagd en ongevraagd de vakministers, onderraden of de Ministerraad. De taken van de ICE zijn:
  • Het uitbrengen van adviezen over het emancipatiebeleid en de interdepartementale samenhang daarvan.
  • Het nemen van initiatieven ter uitwerking dan wel bijstelling van de uitgangspunten en hoofdlijnen van het regeringsbeleid ter zake van de emancipatie.
  • Het bewaken van de samenhang tussen het emancipatiebeleid van de verschillende departementen, met name door te adviseren over departementale of sectorale beleidsvoorstellen in het licht van de uitgangspunten en doeleinden van het emancipatiebeleid van de regering.
  • Het signaleren van strijdigheden tussen het algemeen regeringsbeleid dan wel bepaalde onderdelen daarvan en de uitgangspunten en doeleinden van het emancipatiebeleid van de regering.
  • Het rapporteren over de algehele voortgang van de uitvoering van het emancipatiebeleid van de regering en het zonodig doen van voorstellen tot bijstelling daarvan.
  • Het bevorderen van de onderlinge afstemming met betrekking tot de voorbereiding van adviesaanvragen aan de Emancipatieraad en met betrekking tot verwerking van de door deze raaduitgebrachte gevraagde of ongevraagde adviezen.
Project Mannen in de Hoofdrol
Aangezien de meeste vrouwen in het huishouden nog steeds het meeste werk doen wordt het hen moeilijk gemaakt om buitenshuis werk te zoeken of meer te gaan werken. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is daarom het Project Mannen in de Hoofdrol gestart. Dit project bestond uit een multimedia campagne Wiedoetwat.nl en een onderzoek Werkende Vaders, Zorgende Mannen. Het uiteindelijke doel van de campagne was dat mannen en vrouwen manieren vonden om de verantwoordelijkheid voor de zorgtaken meer gelijk te verdelen. Het programma werd voor de helft gesubsidieerd door ESF-Equal en voor de andere heft door het Miniserie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De projecten Mannen in de Hoofdrol zijn in november 2004 afgesloten.
Projectbureau Dagindeling
Het Projectbureau Dagindeling voert de Stimuleringsmaatregel Dagindeling uit. Ze adviseert over experimenten op het gebied van de combinatie werk en privé en stimuleert ervaringsuitwisselingen tussen betrokkenen bij de experimenten. Resultaten hiervan maakt ze zichtbaar door voorlichting en verspreiding van ’good practises’, onder andere via de website www.dagindeling.nl
Geschiedenis van het archiefbeheer
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat de neerslag van de activiteiten van de directie, de commissie en de project- en werkgroepen, zoals notulen, correspondentie en adviesaanvragen.
Voor het archief van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid geldt feitelijk het jaar 1989 als begincesuur in verband met de aansluiting op het vorige blok (toegangnummer 2.15.53). Tijdens de bewerking zijn een aantal archiefbescheiden aangetroffen uit de periode vóór 1988. Het betreft archiefbescheiden die tijdens de bewerking van het vorige blok voor vernietiging zijn aangewezen. Op basis van de nu geldende selectielijsten is de juistheid hiervan gecontroleerd en zijn de te bewaren archiefbescheiden van voor deze periode in deze toegang opgenomen. De eindcesuur van dit blok is 2004 maar voor de volledigheid van de dossiers zijn ook stukken van ná 2004 in deze toegang opgenomen. De vergaderstukken van de MCE zijn in deze toegang opgenomen omdat de adjunct-secretaris bij de DCE werkte en de stukken toegevoegde informatie bevatten.
De archiefbescheiden van de Projectgroep Beleidsplan Emancipatie (1982 - 1983), zijn onder een eigen hoofdstuk in deze toegang opgenomen omdat zij ook de archiefvormer waren.
Selectie en vernietiging
Tijdens de bewerking door de Centrale Archief Selectiedienst zijn ca. 20 meter archiefbescheiden verwijderd ter vernietiging. Voor de bewerking van het archief is gebruik gemaakt van de volgende selectielijsten:
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijksbegroting over de periode 1945-2000, 22 januari 2005/nr.C/S/05/142, (Stcrt. 31 maart 2005, nr. 62/pag. 34) (RIO 015);
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Rijkshuisvesting over de periode vanaf 1945, 12 maart 2007/nr. C/S&A/07/603, (Stcrt. 26 juli 2007, nr. 142/pag. 6) (RIO 045);
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Voorlichting van de Rijksoverheid over de periode 1945-, 3 mei 2007/nr. C/S&A/07/1169, (Stcrt. 14 juni 2007, nr. 112/pag. 10) (RIO 046);
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein Arbeidsverhoudingen bij de overheid over de periode 1945-1995 (1997), 3 september 2001/R&B/OSA/2001/873, (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200/pag. 10) (RIO 072). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van Personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/nr. C/S&A/07/1519, (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15). Rekening houdend met de rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26;
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein Arbeidsvoorwaarden rijkspersoneel bij de overheid over de periode 1945-1996, 3 september 2001/R&B/OSA/2001/873, (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200/pag. 10) (RIO 073). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van Personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/nr. C/S&A/07/1519, (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15). Rekening houdend met de rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / pag. 26;
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein Formatiebeleid, arbeidsmarktbeleid en personeelsontwikkeling en mobiliteit over de periode 1945-1996, 3 september 2001/R&B/OSA/2001/873, (Stcrt. 16 oktober 2001, nr. 200/pag.10) (RIO 075). Bij het gebruik van deze lijst is rekening gehouden met de publicatie van het Basisselectiedocument voor de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van Personeelszaken, t.w. het personeelsdossier, 16 augustus 2007/nr. C/S&A/07/1519, (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15). Rekening houdend met de rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26;
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening over de periode 1945-1999, 11 juli 2003/C/S/03/1697, (Stcrt. 20 oktober 2003, nr. 202/ pag. 12) (RIO 92);
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Emancipatie en gelijke behandeling over de periode vanaf 1965, 29 juli 2003/nr. C/S/03/1863, (Stcrt. 5 december 2003, nr. 236/pag. 13) (RIO 131);
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de Rijksoverheid over de periode 1945-1999, 5 juli 2005/nr. C/S&A/051358, (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245/ pag. 25) (RIO 143). Rekening houdend met de actualisatie in de Staatscourant van 14 juni 2007, nr. 112 / p. 10;
  • Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de onder hem ressorterende actoren op het deelbeleidsterrein van Personeelszaken, te weten het personeelsdossier, 16 augustus 2007/nr. C/S&A/07/1519, (Stcrt. 20 november 2007, nr. 225/pag. 15) (RIO 168). Rekening houdend met de rectificatie in de Staatscourant van 18 december 2007, nr. 245 / p. 26.
Verantwoording van de bewerking
De archieven van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid en de Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid maken deel uit van de door de Centrale Archief Selectiedienst bewerkte archieven van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van het Project Wegwerken Achterstand Archieven (PWAA). Ten behoeve van de bewerking werd een plan van aanpak samengesteld, welke de basis vormt voor de bewerking.
In het plan, welke werd goedgekeurd door het Nationaal Archief, zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en de overbrenging geregeld.
In de loop van 2009 is een aanvulling op het archief ter bewerking aangeboden. De voor bewaring aangewezen dossiers uit deze aanvulling zijn op een logische plek in de toegang geplaatst. Daarbij is de laatste beschrijving uit de vorige bewerking plus 1 het eerste toegevoegde inventarisnummer (553) geworden van de aanvulling. Het rubriekenschema is daar waar nodig uitgebreid.
Ordening van het archief
De indeling van de toegang is gebaseerd op de door de toenmalige administraties toegepaste ordeningsprincipes. Dit betekent dat de indeling algemeen-bijzonder is. In het archief bevinden zich namelijk series met een algemeen karakter. Dat wil zeggen onderwerpen die het hele archiefvormend orgaan aangaan. Voor het onderdeel “Taakuitvoering” is gekozen voor een onderverdeling in de rubrieken “Emancipatie in het algemeen” en “Emancipatie van verschillende doelgroepen”. Als apart archiefvormers, maar met een sterke band naar het DCE-archief toe, werden aangetroffen: het archief van de Projectgroep Beleidsplan Emancipatie, de Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid, het Project Mannen in de Hoofdrol en het Project Dagindeling.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Directie Coördinatie Emancipatiebeleid en Interdepartementale Coördinatiecommissie Emancipatiebeleid (ICE), nummer toegang 2.15.74, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, SoZa / ICE, 2.15.74, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
2.15.53 - Inventaris van de archieven van de Directie Coördinatie Emancipatiebeleid en taakvoorgangers, (1968) 1978 - 1988
2.15.75 - Inventaris van de archieven van de Commissie van Advies van de Arbeid voor Vrouwen, 1946 - 1975, en Meisjes en de Nationale Adviescommissie, 1974 - 1981
2.15.76 - Inventaris van de archieven van de Commissie Gelijke Behandeling van Mannen en Vrouwen bij de Arbeid en taakvoorgangers, 1975 - 1993
2.15.77 - Inventaris van de archieven van de Voorlopige Begeleidingsgroep voor Emancipatieonderzoek, 1979 - 1985 en de Stimuleringsgroep Emancipatieonderzoek, 1985 - 1991

Archiefbestanddelen