Terug naar zoekresultaten

1.10.92 Inventaris van het archief van de familie De Mortaigne, 1639-1761

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

1.10.92
Inventaris van het archief van de familie De Mortaigne, 1639-1761

Auteur

W.E. Meiboom

Versie

08-05-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1988 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

De Mortaigne
Mortaigne, de

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1639-1761

Archiefbloknummer

1191

Omvang

; 66 inventarisnummer(s) 0,23 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een klein gedeelte is gesteld in heten in het. Een enkel stuk is gesteld in heten in het.
Nederlands
Frans
Duits
Latijn
Spaans

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in het oud-Hollandse klerkencursief. De Duitse stukken zijn grotendeels in het Kurrentenschrift geschreven.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Mortaigne, De
Boomhouer
Hesselt van Dinther
Mortaigne, Johan Bertram de (?-1697)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Leden van de familie De Mortaigne vervulden in de 17e eeuw herhaaldelijk het ambt van hofmeester bij de Staten-Generaal, waren in krijgsdienst of verkeerden in diplomatieke dienst. Het archief van de familie bevat stukken omtrent hun ambtsvervullingen (bijvoorbeeld akten van aanstellingen) en loopbanen en tevens stukken over financiële aangelegenheden als nalatenschappen en dergelijke.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De famillie de Mortaigne is waarschijnlijk afkomstig uit Mortagne, een plaats in Noord-Frankrijk aan de Schelde tussen Valenciennes en Doornik. Wegens hun geloof zijn ze rond 1600 naar de Noordelijke Nederlanden gevlucht. Johan de Mortaigne, dict Pottel wordt vanaf 1616 genoemd in dienst van de Staten-Generaal. Hij is, pas na 1625 met een officiele aanstelling, als hofmeester belast met de werkzaamheden behorend bij de ontvangst en de verzorging van buitenlandse gezanten in de Republiek.
Naast dit hofmeesterschap,waarvoor hij overigens geen tractement ontving, is hij kwartiermeester in het regiment van Chatillon en wordt hij in 1623 benoemd tot commissaris van de monstering door de Staten van Holland. Het enige stuk van hem in deze inventaris is waarschijnlijk naar aanleiding van problemen met Herman van Middelcoop over het beeindigen van het contract over een huis van de laastste, dat als woning diende - tussen 1627 en mei 1639 - voor de Mortaigne en tevens als "pension" voor nieuw in den Haag binnengekomen gezanten die gedurende een paar dagen, op kosten van de Staten-Generaal door de Mortaigne in dit "pension" werden ontvangen.
Op 2 augustus 1639 heeft zijn zoon Johan Bertram de survivance gekregen van de Staten-Generaal voor het ambt van hofmeester. Dit ambt, dat Johan Bertram vanaf eind 1639 alleen uitoefent na de dood van zijn vader neemt allengs in belangrijkheid af. Johan Betram vervult de functie tot 1657 waarna Frederik Hessels zich noemend Hesselt van Dinter tot zijn opvolger benoemd wordt. Drie zoons van Johan de Mortaigne dict Pottel bevinden zich inmiddels sinds de twintiger jaren van de 17e eeuw buiten de Republiek. Zij zijn eerst in dienst van Philips van Hessen Kassel en later in Zweedse krijgsdienst.
Johan Bertram vervult na 1657 een aantal belangrijke functies als onder andere als consul-generaal in Algerije, waar hij overigens slechts zeer korte tijd verblijft, en als (geheim) onderhandelaar. Bovendien staat hij in nauw kontakt met zijn broer Barthold in Zweden aan wie hij informatie stuurt over de gevoelens in de Republiek ten aanzien van de Zweeds-Deense oorlog en met wie hij (mogelijk) een wapenzendingsnet heeft opgezet.
Hoewel hij probeert als Nederlands gezant in Zweden benoemd te worden en als Zweeds gezant in de Republiek slaagt hij hier niet in. Op het einde van zijn leven probeert hij om samen met zijn schoonzoon Jean Dumont benoemd te worden tot historiograaf van de Staten-Generaal, dit wordt echter niet ingewilligd.
Waarschijnlijk overleed de Mortaigne voordat de Staten-Generaal hierover een uitspraak had kunnen doen.
Zijn (oudste) zoon Johan Bertram II is gedurende zijn leven in krijgsdienst. Eeerst in de Republiek, dan in Zweden en vervolgens weer in de Republiek. Na zijn overlijden in 1730 is zijn weduwe nog jaren bezig met de financiele afwikkeling van zijn (militaire) nalatenschap.
Naast stukken van vader en zoon Johan Bertram bevat deze inventaris een aantal losse stukken van of over famillieleden van hen. Deze stukken zijn gerubriceerd naar de persoon die in de stukken voorkomt.
Zweden en vervolgens weer in de Republiek. Na zijn overlijden in 1730 is zijn weduwe nog jaren bezig met de financiele afwikkeling van zijn (militaire) nalatenschap.
Stamboom van de familie de Mortaigne en aanverwanten voor zover ze in deze inventaris voorkomen:
Embedded Image
Geschiedenis van het archiefbeheer
De stukken beschreven in deze inventaris zijn afkomstig uit twee verschillende archiefbestanden. Het grootste gedeelte bevond zich, met als voorlopig inventarisnummer 1293, in het archief van de gedeputeerden van Haarlem ter dagvaart. Het restant bevond zich in het supplement op het stadsarchief van Haarlem, onder de nummers 2470-2475, 2476a en 2477.
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Tijdens de inventarisatie in de periode 1982-1987 van het archief van de gedeputeerden van Haarlem, dat in 1865 en 1870 van het gemeentearchief in Haarlem is overgebracht naar het Rijksarchief in Zuid-Holland, bleek geen reden te vinden te zijn, waarom de stukken van de famillie de Mortaigne in dit archief terecht waren gekomen. Ook bleek bij nader onderzoek geen verband te leggen tussen deze stukken en de stad Haarlem. Wel pasten de stukken die zich op het Gemeentearchief in Haarlem bevonden uitstekend bij de "Haagse" stukken.
Op grond hiervan werd besloten de stukken uit Haarlem en uit Den Haag bij elkaar te beschrijven in een aparte inventaris en, gezien hun inhoud, over te dragen aan de Eerste Afdeling van het Algemeen Rijksarchief.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, De Mortaigne, nummer toegang 1.10.92, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Mortaigne, de, 1.10.92, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Publicaties
Geraadpleegde literatuur Heringa, J., De eer en hoogheid van de staat, Groningen 1961, p. 430-434, 507-522, 572-578. Hora Siccama, J.H., Aantekeningen en verbeteringen op het in 1906 door het Historisch Genootschap uitgegeven register op de journalen van Constantijn Huygens den zoon, Werken uitgegeven door het Historisch Genootschap, Derde serie nr 35, Amsterdam 1915, p. 476 Post, W.D. , Jean Dumont: journalist, pamflettist en historicus (1667-1727),doctoraalscriptie, z.p. 1988 (wordt bewerkt voor publicatie) Meiboom, W.E. Inventaris van het archief van de gedeputeerden van Haarlem ter dagvaart, (1589) 1603-1787). Verschijnt in 1988 in de inventarisreeks van de Rijksarchieven in Holland. Schutte, O., Repertorium der Nederlandse vertegenwoordigers, residerende in het buitenland 1584-1810, s-Gravenhage 1976, p. 154, 178, 179, 209, 376 Schutte, O., Repertorium der buitenlandse vertegenwoordigers, residerende in Nederland 1584-1810, s-Gravenhage 1983, p. 717