Terug naar zoekresultaten

2.08.79 Inventaris van het archief van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden en taakopvolgers van het Ministerie van Financiën, (1936) 1945-1975 (1989) [GEANONIMISEERDE VERSIE]

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.08.79
Inventaris van het archief van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden en taakopvolgers van het Ministerie van Financiën, (1936) 1945-1975 (1989) [GEANONIMISEERDE VERSIE]

Auteur

CAS 1227

Versie

20-11-2023

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
2008 cc0
( Geanonimiseerde versie. )

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Ministerie van Financiën: Bureau Zuiveringsaangelegenheden en taakopvolgers
Financiën / Zuiveringsaangelegenheden

Periodisering

archiefvorming: 1945-1975
oudste stuk - jongste stuk: 1936-1989

Archiefbloknummer

F12

Omvang

1274 inventarisnummer(s); 7,50 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bureau Zuiveringsaangelegenheden van het Ministeries van Financiën (1945-1949) Belastingdienst / Afdeling Personeel

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat de archiefbescheiden gevormd door de secretaris van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden van het Ministerie van Financiën. Het archief bevat grotendeels de dossiers aangelegd ter uitvoering van de maatregelen zoals genoemd in het Zuiveringsbesluit 1945. De in deze inventaris opgenomen zuiveringsdossiers hebben betrekking op de zuivering van ambtenaren van het Ministerie van Financiën, de Douane Recherche Afdeling en het voormalig Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Naast individuele zuiveringsdossiers zijn een aantal dossiers opgenomen die betrekking hebben op beleidsaspecten met betrekking tot de zuivering en het (eventueel) hierop volgend rechtsherstel.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Algemeen
Tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog waren zowel de illegaliteit als de uitgeweken regering in Londen ervan overtuigd dat na de bevrijding alle 'foute' Nederlanders zwaar gestraft moesten worden. Ook koningin Wilhelmina liet zich meermalen in die bewoordingen uit: 'voor verraders is in een vrij Nederland geen plaats meer' ( Radiorede op 10 mei 1941 ) . Daartoe werden in Londen voorbereidingen getroffen om deze 'foute' Nederlanders te weren uit de maatschappij en uit de door hen beklede functies en hun daden te bestraffen (bijzondere rechtspleging). De juridische grondslagen lagen in de in december 1943 gereed gekomen Besluiten Buitengewoon Strafrecht ( Besluit van 22 december 1943, Stb. D 61 ) en Buitengewone Rechtspleging ( Besluit van 22 december 1943, Stb. D 63 ) . De coördinatie van de bijzondere rechtspleging was opgedragen aan de minister van Justitie. Een andere voorbereidende maatregel was gericht op een spoedige herinrichting van het binnenlands bestuur en op herstel van het vertrouwen van de burgers in de overheid. Daarom moest het ambtenarenkorps worden doorgelicht en ontdaan van 'foute' elementen. Niet alleen pro-Duitse figuren moesten worden verwijderd, maar men vond het noodzakelijk het gehele ambtenarenapparaat aan de tand te voelen, te 'zuiveren'. Deze term was voorheen niet bekend in het Nederlandse rechtsbestel, maar werd in de Londense wetgeving voor het eerst geïntroduceerd als term voor zuivering van bepaalde maatschappelijke functies, het verwijderen van onzuivere personen uit die functies. De juridische grondslag werd gelegd in het Zuiveringsbesluit 1944 ( Besluit van 13 januari 1944 houdende vaststelling van het Zuiveringsbesluit, Stb. nr. E 14 ) , dat naast ambtenaren ook gericht was op de leden van de rechterlijke macht.
De coördinatie van de ambtenarenzuivering werd opgedragen aan de minister van Binnenlandse Zaken.
Het Militair Gezag (MG), als tijdelijk bestuur na de bevrijding van het Zuiden van Nederland in september 1944, begon voortvarend met de bijzondere rechtspleging en de zuivering. Na de bevrijding van de rest van Nederland in april/mei 1945 zijn de zaken in een stroomversnelling geraakt. Door aanloopproblemen kwam alles toen pas goed op gang al werd het twijfelachtig of de voor de zuivering gestelde einddatum 1 januari 1946 zou worden gehaald.
Juridisch kader van de zuivering
Voor de zuivering van overheidspersoneel werd op 13 januari 1944 de basis gelegd toen het Zuiveringsbesluit tot stand kwam.
Hierin werden maatregelen aangekondigd tegen ambtenaren die blijk hadden gegeven van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk, de Koningin en de regering en tegen ambtenaren van wie 'op grond van hun houding tijdens de bezetting niet de getrouwe medewerking aan het herstel van Ons Vaderland werd verwacht'.
Evident foute personen moesten uit hun functie worden geschorst in afwachting van nadere maatregelen en personen over wie twijfel bestond kon worden bevolen zonder opgave van redenen de uitoefening van hun functie te staken, in afwachting van een onderzoek. De strafmaatregelen richtten zich voornamelijk op ontslag met verlies van alle rechtspositionele rechten; er was geen mogelijkheid tot beroep.
Het Zuiveringsbesluit 1944 voorzag dus niet in een nuancering van tucht- of strafmaatregelen, zodat ambtenaren bij de eerste procedures in het bevrijde Zuiden vaak strenger gestraft werden dan die in het later bevrijde deel van Nederland, wat deels nog kon worden ondervangen door het latere Zuiveringsbesluit 1945 van toepassing te verklaren op alle zuiveringsgevallen die waren beoordeeld naar maatstaven van het Zuiveringsbesluit 1944.
Na de vervanging in januari 1945 van mr. J.A.W. Burger door dr. L.J.M. Beel als minister van Binnenlandse Zaken, kwamen twee wetsbesluiten tot aanvulling van het Zuiveringsbesluit 1944 tot stand: het Koninklijk Besluit van 12 mei 1945 ( Koninlijk Besluit nr. F 69 ) , waarin een mogelijkheid voor beroep was opgenomen en het Koninklijk Besluit van 2 augustus 1945 ( Koninlijk Besluit nr. F 132, ook wel Zuiveringsbesluit 1945 ) waarin een nuancering in de strafmaat was aangebracht: naast ontslag konden ook andere tuchtmaatregelen uit het Ambtenarenreglement worden toegepast, b.v. overplaatsing, terugplaatsing in rang, ophouden van bevordering of een formele berisping. In oktober 1945 werd opnieuw een wijziging aangebracht middels een Koninklijk Besluit ( Stb. nr. 221 ) Stb. 221, waarin een mogelijkheid tot 'eervol' ontslag was opgenomen.
Zuivering Ministerie van Financiën
Ten aanzien van de zuivering bij het Ministerie van Financiën kan, aanvullend, nog het volgende vermeld worden.
Met betrekking tot de ambtenaren, die van ontrouw aan de zaak van het Koninkrijk, aan hare Majesteit de Koningin of aan de Regering hebben doen blijken, of van wie op grond van hun houding voor of tijdens de bezetting niet de getrouwe medewerking aan het herstel van het Vaderland kon worden verwacht, werden onderzoeken verricht. Hiervoor werden districtsgewijs een aantal commissies ingesteld, aan welke het hierboven genoemde onderzoek werd opgedragen. Afzonderlijke commissies werden ingesteld met betrekking tot de ambtenaren werkzaam aan het Departement van Financiën, bij de Rijksgebouwendienst en bij het Rijksinkoopbureau.
De commissies bestonden uit drie ambtelijke leden en twee leden, waaronder de voorzitter, gekozen uit kringen buiten het dienstvak.
De instelling van de regionale zuiveringscommissies moest er toe leiden dat de zuivering snel zou verlopen en dat zoveel mogelijk rekening werd gehouden met de plaatselijke omstandigheden.
Het gehele zuiveringsgebeuren werd vanuit het departement centraal gecoördineerd door het ingestelde bureau Zuiveringsaangelegenheden (secretaris: J.F. de Jong, surnumerair der directe belastingen, registratie en domeinen).
Zuivering Departement voor Bijzondere Economische Zaken
De minister van Binnenlandse Zaken bepaalde bij beschikking van 18 februari 1946, no. 2809, afd. B.B, Bureau Zuivering het volgende:
"Zij die werkzaam waren bij het voormalig departement voor Bijzondere Economische Zaken en de daaraan verbonden diensten en instellingen, met inbegrip van de Verzekeringsraad, behoren tot de personen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a., van het Zuiveringsbesluit 1945, met dien verstande, dat onder "Onzen betrokken Minister" wordt verstaan de Minister van Financiën".
Ter toelichting op het Departement voor Bijzondere Economische Zaken kan nog het volgende worden vermeld:
Op 22 april 1941 werd mr. M.M. Rost van Tonningen door de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied, op grond van par. 1-1 van de Verordening no. 108/1940 benoemd tot secretaris-generaal voor Bijzondere Economische Zaken. Dit Secretariaat-Generaal begon met enkele NSB-ambtenaren die zich installeerden in de Laan van Meerdervoort nos. 47 en 49 te 's-Gravenhage. Op 23 juli 1942 werd het Secretariaat-Generaal verheven tot Departement. Hun aantal breidde zich steeds uit en bij de afvoering van het Regeringsapparaat vestigden zij zich in februari 1943 in het gebouw van de Javasche bank, Keizersgracht 666 te Amsterdam.
Ingevolge artikel 1 van het Koninklijk Besluit no. G14, houdende opheffing van het Departement voor Bijzondere Economische Zaken werd het departement met ingang van 7 mei 1945 opgeheven. Krachtens artikel 2, lid 1 van datzelfde Besluit, werden allen, die niet op grond van het Zuiveringsbesluit 1945 zouden worden ontslagen, met ingang van 7 mei 1945 ontslagen.
Geschiedenis van het archiefbeheer
De dossiers betreffende de zuivering, inclusief de bijbehorende gegevenssystemen zijn aangelegd en bijgehouden door de secretaris van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden van het Ministerie van Financiën. Na opheffing van dit bureau werden de werkzaamheden overgenomen door de Afdeling Personeel van de Belastingdienst.
De minuten van de zuiveringsbesluiten zijn voor wat betreft het personeel van de Belastingdienst opgesteld door de Afdeling personeel van de Belastingdienst. Ten behoeve van de overzichtelijkheid is er voor gekozen, om de in deze inventaris beschreven archieven te karakteriseren als het archief van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden.
De dossiers waren, voordat ze bij de CAS ter bewerking werden aangeboden, opgeslagen in het archievendepot van het Ministerie van Financier.
Het archief is in 2007 krachtens wettelijk voorschrift door het Ministerie van Financiën aan het Nationaal Archief overgedragen.
Overbrenging van een overheidsarchief

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief van het bureau Zuiveringsaangelegenheden bestond grofweg uit de volgende bestanden:
  • Disciplinair bestraften. Alfabetisch op achternaam geordend. Omvang 12 dozen;
  • Ontslag(en). Alfabetisch op achternaam geordend. Omvang 13 dozen;
  • Geseponeerde zaken. Alfabetisch op achternaam geordend. Omvang 9 dozen;
  • Algemeen. Dit deel bestaat uit dossiers in algemene zin over de zuivering als dossiers over individuele personen. Voorbeelden hiervan zijn de zuivering van het personeel van de Douane Recherche Dienst. Daarnaast zijn personeelsdossiers van personeel werkzaam op het departement gedurende de bezettingsjaren aangetroffen. Ook zijn er dossiers over de instelling en samenstelling van de op districtsniveau ingestelde commissies. Omvang 7 dozen
  • Zuivering personeel werkzaam bij het voormalig Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Omvang 2 dozen
  • Diversen, bestaande uit nota's en beslissingen m.b.t. individuele ambtenaren. Zowel chronologisch als alfabetisch geordend. Daarnaast bevat dit gedeelte ook nota's voor de minister en secretaris-generaal, correspondentie tussen zuiveringscommissie en minister en een aantal publicaties van het staatsblad. Omvang 17 ordners.
  • Kaartsystemen. Bevatten gegevens over de personen en verloop zuiveringsproces. Zijn geen rechtstreekse ingang op de dossiers (bevatten geen verwijzing naar dossiernummer of iets dergelijks). Afzonderlijke kaartjes voor Departement voor Bijzondere Economische Zaken. Ook afzonderlijk kaartsysteem inzake rechtsherstel. Omvang 3 doosjes.
Selectie en vernietiging
Omdat de gehele collectie als oorlogsgerelateerd beschouwd wordt, zijn alle stukken voor blijvende bewaring aangewezen.
Aanvullingen
Het archief kan als afgesloten worden beschouwd.
Het is nog wel mogelijk dat een enkel verspreid geraakt dossier te zijner tijd te voorschijn komt en aan dit archief wordt toegevoegd.
Verantwoording van de bewerking
Het archief van het Bureau Zuiveringsaangelegenheden van het Ministerie van Financiën maakt deel uit van de door de Centrale Archief Selectiedienst bewerkte WO-II gerelateerde bestanden van het Ministerie van Financiën. Ten behoeve van de bewerking werd een archiefbewerkingsplan samengesteld, welke de basis vormt voor de bewerking.
In het plan, welke werd meeondertekend door het Nationaal Archief op 5 oktober 2005, zijn de afspraken met betrekking tot de selectie, ontsluiting, materiële verzorging en de overbrenging geregeld. Voor specifieke informatie wordt verwezen naar de afzonderlijke hoofdstukken in deze inventaris.
Ordening van het archief
De toegang is zo ingedeeld dat de stukken met betrekking tot de zuivering van ambtenaren van het Ministerie van Financiën, de Douane Recherche Dienst en het voormalig Departement voor Bijzondere Economische zaken in afzonderlijke hoofdrubrieken zijn ondergebracht.
De binnen deze hoofdrubrieken aangetroffen individuele dossiers inzake zuivering (disciplinair, ontslag en geseponeerd) zijn alfabetisch op achternaam geordend.
Deze in de inventaris opgenomen series zijn nader toegankelijk gemaakt in bijlagen. Het betreft:
  • Bijlage 1: ontslag van medewerkers van het ministerie van Financiën;
  • Bijlage 2: disciplinaire maatregelen tegen medewerkers van het ministerie van Financiën;
  • Bijlage 3: geseponeerde zaken tegen medewerkers van het ministerie van Financiën;
  • Bijlage 4: geseponeerde zaken tegen medewerkers van de Douane Recherchedienst;
  • Bijlage 5: ontslag van medewerkers van de Douane Recherchedienst;
  • Bijlage 6: ontslag van medewerkers van het Departement voor Bijzondere Economische Zaken.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (B). Bescherming van de persoonlijke levenssfeer
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Ministerie van Financiën: Bureau Zuiveringsaangelegenheden en taakopvolgers, nummer toegang 2.08.79, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Financiën / Zuiveringsaangelegenheden, 2.08.79, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Verwante archieven
Andere archieven
  • toegang 2.04.67: Ministerie van Binnenlandse Zaken, Zuivering van Ambtenaren en Nederlandse ridderorden, 1940 - 1984. Hierin persoonsdossiers op naam.
  • toegang 2.04.76 : Ministeries van Binnenlandse Zaken en Algemene Zaken te Londen, 1940 - 1945 (1946). Zie in dezelfde toegang ook: Gedeponeerd Archief van het Hoofd van het Bureau Zuivering en Documentatie en secretaris van de Commissie van Advies Ambtenaren Londen, F.J.J.F.M. van der Kroon, 1943 - 1944 (1945), p. 29 - 30 in de toegang
  • toegang 2.04.67: Ministerie van Binnenlandse Zaken, Zuivering van Ambtenaren en Nederlandse ridderorden, 1940 - 1984. Hierin persoonsdossiers op naam.
  • toegang 2.09.54.01: Ministerie van Justitie: Bureau Juridische Zaken / Zuivering van de Afdeling Politie, 1944 - 1965. Hierin persoonsgegevens. Raadpleging van stukken alleen mogelijk na indiening van een schriftelijk verzoek inclusief onderzoeksopzet bij het hoofd Onderzoek van het Nationaal Archief.
  • toegang 2.09.68 en 2.09.68.01 (met namen): Ministerie van Justitie: stukken betreffende zuiveringsaangelegenheden (met uitzondering van de politiezuivering), (1936) 1944 - 1959 en het Hoge College voor de Rechterlijke Macht 1945 - 1947
  • toegang 2.13.25: Militair Gezag, (1939) 1943 - 1947 (1956). Zie de index achterin de toegang.
  • toegang 2.13.99: Ministerie van Defensie, Collectie Zuiveringen, 1945 - 1959. Met persoonsgegevens.
  • toegang 2.21.090: G.W.M. Huysmans, minister van Financiën maart - juni 1945; minister van Economische Zaken juli 1946 - 1948. Inv.nrs. 122 - 131, Stukken betreffende de zuivering van het bedrijfsleven en van de ambtenaren op zijn departement, 1946 - 1947.
Publicaties F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees, 24 juni 1945 - 3 juli 1946 (Assen/Amsterdam 1977). Koos Groen, Landverraad. De berechting van collaborateurs in Nederland (Weesp 1984). A.C. van Heusden, J.H.J. van den Heuvel, Het pijnlijk herstel: de wederopbouw van het openbaar bestuur in Gelderland 1944 - 1947 (Assen 1993). J.H.J. van den Heuvel en D.M. Ligtermoet, Burgemeesters tussen wanorde en wederopbouw: het naoorlogse herstel van het openbaar bestuur in de provincie Zeeland (Middelburg 1987). L. de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog (Den Haag 1983-1988). Van belang zijn de delen 9, 10a en 10b, 12 en 14. Overzicht der werkzaamheden van het Militair Gezag gedurende de bijzondere staat van beleg, 14 september 1944 - 4 maart 1946 , samengesteld door het afwikkelingsbureau Militair Gezag (z.pl., z.j.). 2 delen en losse index. Zuivering, 115 -121. Parlementaire Enquête Commissie Regeringsbeleid 1940-1945 ; deel 5 en 7. Peter Romijn, Snel, streng en rechtvaardig. Politiek beleid inzake de bestraffing en reclassering van ‘foute’ Nederlanders 1945 - 1955 (Houten 1989).

Archiefbestanddelen