De Stichting Algemeen Nederlands Persbureau is in 1934 door de directeuren van diverse dag- en nieuwsbladen, die lid waren van de Nederlandsche Dagblad Pers (NDP), opgericht. De Raad van Beheer was het bestuursorgaan en bestond uit directeuren die waren gekozen door hun collega-directeuren. Binnen het ANP was de Raad van Beheer onafhankelijk van de leden. De leden werden alleen in bijzondere gevallen bijeen geroepen voor een vergadering. Vanuit de NDP waren 49 leden tot het ANP toegetreden, die tezamen 71 kranten vertegenwoordigden.
Het doel van de Nederlandse dagbladuitgevers met de oprichting van het ANP was:
Deze onafhankelijkheid was een belangrijke pijler onder het beleid van het ANP, want het betekende een onafhankelijkheid van onder meer de regering en van de NDP, zodat het objectieve nieuwsberichten kon uitbrengen. Er werd een zo breed mogelijk draagvlak nagestreefd, waarbij ook de verzuiling geen invloed had op de manier waarop het nieuws werd gepresenteerd. Het ANP was als Stichting een privaatrechtelijke rechtspersoon en vervulde geen publiekrechtelijke taak. Daarnaast ontving het geen subsidie, stond het onafhankelijk tegenover de publieksorganen van de overheid, en werd het ook niet als nieuwsvoorziening van de overheid gebruikt.
Een van de belangrijkste redenen voor de oprichting van het ANP was dat de krantenwereld zelf wilde uitmaken welke kosten er voor de gezamenlijke nieuwsvergaring werden gemaakt, en hoe deze kosten over de deelnemers moesten worden omgeslagen. Naast het geschreven woord, bracht het ANP zijn nieuws vanaf 1937 ook uit via de Radionieuwsdienst.
Vanaf zijn ontstaan leefde het ANP in een haat-liefde verhouding met zijn grootste concurrent binnen de persmarkt, het persbureau Vaz Diaz, dat al vanaf 1904 bestond. In de loop der tijd waren er vele toenaderingen voor samenwerking, die meestal op niets uitliepen.
In 1935 echter kwam er een overeenkomst tot stand tussen Vaz Diaz en het ANP. Vaz Diaz stond de nieuwsleverantie aan de kranten en het verzorgen van het radionieuws voor de omroeporganisaties af aan het ANP, waarbij eigenaar Vaz Diaz mede-directeur werd van het ANP. De toewijzing van een directeursfunctie aan Vaz Diaz was echter gedoemd te mislukken aangezien Vaz Diaz daarnaast ook nog leiding bleef geven aan zijn eigen persbureau, en zodoende verwikkeld raakte in een belangenverstrengeling. Hij ontving dan ook vrij snel weer zijn ontslag bij het ANP. Vaz Diaz bleek echter niet zo snel van het strijdtoneel te zijn verdreven, want bij de contractafsluiting tussen het ANP en de Internationale Koersencentrale (IKC), waarbij het ANP het alleenrecht kreeg op een economische dienst, bleek dat de IKC een maatschap van Vaz Diaz was.
Per 1 januari 1936 trad het ANP toe tot het prestigieuze Europese nieuwsgenootschap van de Agences Alliees en kreeg het toegang tot de diensten van die bureaus, waaronder Reuter, maar ook tot de hoofddiensten van de andere agentschappen. De radioberichten tussen de agentschappen werden opgevangen en verstuurd via het zogenaamde Hellschrift. Een afgeleide hiervan was de Hell-commune, die werd opgericht na de Duitse inval in Polen wegens de gevolgen die deze had op de onafhankelijkheid en objectiviteit van de grote Europese persbureaus. De Hell-commune was een samenwerkingsverband van de persbureaus van de neutrale Oslo-staten: België, Luxemburg, de vier Scandinavische landen en Nederland. Ieder lid seinde zijn nieuws door via zijn Hell-apparatuur. Bij de nieuwsuitzending kon elke deelnemer op eigen kosten uit eigen land naar Amsterdam seinen, alwaar het onder ANP supervisie in de gemeenschappelijke Hell-uitzending werd opgenomen. In de oorlog werd de zender in Kootwijk door Nederlandse militairen opgeblazen, hetgeen het einde betekende van de Hell-commune. Na de oorlog werd zij echter onder de nieuwe naam Groep '39 weer in alle glorie hersteld, met dezelfde en met nieuwe deelnemers. Tien jaar later werd door de leden van Groep '39 de Alliance Européene des Agences de Presse opgericht.
Aan het begin van de Duitse bezetting werden er door de bezetter duidelijke regels gesteld met betrekking tot de nieuwsverspreiding. Naar aanleiding hiervan bracht het ANP een bericht uit dat het nieuws volkomen objectief moest blijven en gespeend moest zijn van sensationele momenten. Het ANP moest zich blijven onthouden van buitenlandse berichtgeving, tenzij dergelijke berichten werden doorgegeven door de Duitse legatie of andere daarmee gelijk te stellen instanties. Uiteraard mochten er geen berichten met een anti-Duitse strekking worden doorgegeven.
Evenals voor vele andere bedrijven betekende de bezetting voor het ANP dat het alle Joodse medewerkers diende te ontslaan. Het kantoor verhuisde in deze periode van Amsterdam naar Den Haag en directeur Van der Pol werd ontslagen wegens het feit dat hij het vertrouwen van de Duitsers had verloren. Uiteindelijk werd het ANP in 1942 ten gevolge van financiële problemen opgeheven als Stichting, en werd het als onderdeel van de Deutsches Nachrichtenburo als NV ingelijfd. De Raad van Beheer vergaderde tot en met 1943 door onder het ANP in liquidatie.
Na de bevrijding werd Van der Pol bewindvoerder van het ANP en werd het ANP langzaam maar zeker weer in ere hersteld. Het telexnet werd technisch op orde gebracht. In 1945 werd een Commissie van Advies ingesteld, die als plaatsvervanging diende voor de Raad van Beheer. In 1946 werd deze Raad heropgericht. Hiermee was het ANP weer een stichting. In 1946 startte het ANP ook het bureau ANP-Photo, waarmee het de beschikking kreeg over zijn eigen beeldmateriaal.
Het ANP streefde naar een nauwe samenwerking met het Algemeen Nieuws en Telegraaf Agentschap (Aneta). Aneta was de tegenhanger van het ANP in Nederlands-Indië. Een fusie bleek uiteindelijk niet mogelijk, omdat Aneta als NV winsten moest genereren en het ANP als stichting juist geen winst mocht maken. Aneta werd in 1950 als een stichting van de dagbladen omgedoopt tot Persbiro Indonesia Aneta. Tot 1958 bestond er wel een nauwe samenwerking tussen Aneta PI en het ANP.
In de loop der tijd ging het ANP samenwerkingovereenkomsten en fusies aan met verschillende organisaties op het gebied van zowel pers als omroep. Daarnaast was het ANP actief binnen verschillende samenwerkingsverbanden. Op deze manier slaagde het ANP erin zich te handhaven in de steeds complexere omgeving van de nieuwsvoorziening. Als gevolg van deze actieve rol kon het ANP uitgroeien tot het nationale instituut zoals dat in 1980 bestond.
De organisatie van het ANP is voortdurend in beweging geweest. De structuur bleef echter voor wat de top betreft gelijk. Centraal stond de Raad van Beheer. De dagelijkse leiding berustte bij het dagelijks bestuur en de directie, die uit 1 of meer directeuren bestond.
De Raad van Beheer was eindverantwoordelijk en koos uit haar midden een (plaatsvervangend) voorzitter en (plaatsvervangend) secretaris, die gezamenlijk het dagelijks bestuur vormden.
De directie was verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken, terwijl de eindredactie verantwoordelijk was voor de nieuwsgaring en nieuwsverspreiding. Directie en hoofdredactie vormden gezamenlijk de staf (zie hierna).
In de loop der jaren hebben verschillende instanties onderdeel uitgemaakt van het ANP. Deze aanwas zorgde ervoor dat het ANP langzaam kon uitgroeien tot het nationale nieuwsinstituut in 1980.
De leden van de Stichting waren de diverse dagbladuitgevers. Indien gewenst of noodzakelijk, kwamen die leden bijeen in de ledenvergadering. Daarnaast vonden er ook deelnemersvergaderingen plaats, waarbinnen de Raad van Beheer, de NDP, het Bureau van de Stichting en Groep A, B en C zitting hadden. De statuten bepaalden dat tot de deelnemers gerekend konden worden de instellingen die als uitgever van een of meerdere Nederlandse dagbladen voor publicatiedoeleinden geabonneerd waren op de algemene nieuwsdienst van de Stichting. Dit deelnemerschap kwam tot stand door aanmelding als deelnemer bij de Raad van Beheer, onder opgave van de namen van de bladen waarvoor de uitgever van de algemene nieuwsdienst gebruik zou maken. Deze deelnemers werden door de Raad van Beheer in de eerder genoemde groepen onderverdeeld.
Bij Groep A waren de deelnemers aangesloten die uitgever waren van landelijke dagbladen en tenminste 30.000 abonnees hadden, alsmede de Nederlandsche Radio-Unie of de daarvoor in de plaats tredende instelling, voor zover deze op de algemene nieuwsdienst geabonneerd was. Bij Groep B waren de deelnemers aangesloten die uitgever waren van streeksgewijs verschijnende dagbladen, waaronder de dagbladen die in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht werden uitgegeven, voor zover deze al niet onder Groep A vielen. Bij Groep C waren de deelnemers aangesloten die uitgever waren van plaatselijke dagbladen en van tenminste drie keer per week verschijnende nieuwsbladen.
De directie had onder andere de beleidszaken, de verantwoordelijkheid voor de inhoud van de dienst, de besteding van het budget en het onderhouden van formele contacten met relaties in binnen- en buitenland tot taak. Een zogenaamde Structuurcommissie was verantwoordelijk voor het aannemen van kandidaten.
Onder de directie en hoofdredactie, gezamenlijk de staf, vielen de verschillende stafdiensten en de zelfstandige onderdelen van het ANP zoals ANP-Foto, de bijkantoren en de Financieel Economische Nieuwsdienst.
Het bewerkte archief is afkomstig van de Stichting Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). Het archief is nog niet eerder geïnventariseerd. In het verleden is veel archiefmateriaal verloren gegaan, dit omdat binnen het ANP feitelijk nooit effectief archiefbeheer heeft plaatsgevonden. Het archief is dan ook verre van compleet en is het best te omschrijven als een verzameling documenten en bestanden die in de loop der jaren op basis van toevalligheid in de historische collectie zijn opgenomen.
Het archief heeft een globale looptijd vanaf de oprichting van het ANP in 1934 tot en met 1979 (1983) en bevat grotendeels correspondentieseries en stukken betreffende de overname of samenwerking met andere organisaties. De cesuur in het archief is aangebracht in 1979/1980, naar aanleiding van het vertrek van directeur J. Jolles.
Het archief is afkomstig van de vestigingen in Amsterdam en Den Haag en bevond zich later in het hoofdkantoor te Rijswijk. .
In 2006 werd in een villa in Hilversum een bestand radiobulletins gevonden. Deze zijn verworven door de Koninklijke Bibliotheek en digitaal beschikbaar. Ook het persarchief uit de oorlogsjaren is in het kader van het project Erfgoed van de Oorlog gedigitaliseerd. Het z.g. "tekstarchief" van na de oorlog, zo'n 30 strekkende meters is overgenomen door Beeld&Geluid en is ook gedigitaliseerd.
Het archief is door schenking verworven.
Het archief had bij aanvang van de werkzaamheden door Doxis een omvang van 42,25 strekkende meter. Na bewerking is de omvang 40,25 meter.
In 2009 heeft het ANP besloten op basis van beschikbare subsidiegelden het archief te laten selecteren en inventariseren. Voordat de daadwerkelijke bewerking plaatsvond, heeft de firma Preservation Technology het bestand ontzuurd en omgepakt in zuurvrije dozen en omslagen. Het archief is na inventarisatie door de firma Microformat gedigitaliseerd middels het maken van scans.
Het bestand is in eerste instantie bewerkt door een medewerker van het Nationaal Archief. Deze heeft circa 10 meter geïnventariseerd en een begin gemaakt met het indelen van de uiteindelijke inventaris. Deze werkzaamheden zijn overgenomen door Doxis. De medewerkers van Doxis hebben bij het uitvoeren van de werkzaamheden gebruik gemaakt van de uitgangspunten van de medewerker van het Nationaal Archief en van die van het ANP. Bij de werkzaamheden van Doxis is voor de vernietigbare bestanden een vernietigingslijst opgesteld. Het betreft hier een klein deel van het totale archief met een omvang van 2 meter (16 archiefdoosjes). Deze bestanden zijn door het ANP vernietigd.
Na inventarisatie zijn de bestanden overgebracht naar de firma Haeghe Groep. Hier is het bestand ontdaan van ijzerwerk en plastic.
Vervolgens zijn de bestanden teruggebracht naar de locatie van het ANP te Rijswijk. Hier zijn de bestanden na goedkeuring van de inventaris omgenummerd en is ieder inventarisnummer voorzien van een etiket. Dit geldt ook voor de dozen. In 2011 is het archief overgebracht naar het Nationaal Archief.
Drie overige bestanden (radiobulletins, persarchief 2e wereldoorlog, en tekstarchief) zijn overgebracht naar de Koninklijke Bibliotheek, NIOD en Beeld&Geluid
De fotoarchieven (incl. bestand KIPPA) maken geen onderdeel uit van dit archief en de schenking
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Stichting Algemeen Nederlands Persbureau (ANP), nummer toegang 2.19.212, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, ANP, 2.19.212, inv.nr. ...
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
De Raad van Beheer heeft niet iedere maand vergaderd. Het jaar 1944 ontbreekt geheel.
Deze vergadering staat voor een belangrijk deel in het teken van de verhouding tussen de omroep en de pers.
Alfabetisch geordend op onderwerp.
Bevat stukken in de Franse taal.
Bevat stukken in de Franse taal.
In opdracht van de algemene vergadering ingesteld door het bestuur van de Vereniging de Nederlandse Dagbladpers.
Bevat onder meer de notariële oprichtingsakten.
Zie ook inv.nr. 771.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en de Zuid-Afrikaanse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal.
Bevat fotomateriaal.
Incomplete serie.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal 1 pak.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
zie ook inv.nrs 624-631 en 772 in rubriek 2.7.1.3.8.
Bevat stukken in de Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Duitse en Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Voor het bijkantoor te Rotterdam zie ook rubriek 2.1.5.6.1.
Bevat stukken in de Engelse taal. Voor het bijkantoor te Rotterdam zie ook rubriek 2.1.5.6.1.
Betreft onder meer formulieren betreffende de deelname van dagbladen aan de besprekingen over de transmissiedienst en verslagen van de vergaderingen van de beurskoersentransmissiecommissie.
Zie ook inv.nr. 667.
Bevat glasnegatieven en foto's.
Openbaarheid is beperkt.
Bevat stukken in de Engelse taal en fotomateriaal.
Het jaar 1955 ontbreekt.
Zie ook inventarisnummer 291..
Incompleet (93e t/m 99e vergadering ontbreken).
De jaren 1956 en 1957 ontbreken.
Bevat tevens de statuten van de Personeelsvereniging.
Voor de Financiële commissie zie rubriek 2.10.8.
Bevat stukken in de Duitse taal..
Zie ook inv.nrs 338-340 in rubriek 2.3.4.
Bevat onder meer koopcontracten en taxatierapporten.
Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
Bevat fotomateriaal en stukken in de Duitse en Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal.
voor overeenkomsten met de PTT zie rubriek 2.7.1.3.5.
Bevat stukken in de Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal.
Bevat de statuten van de Stichting Nederlandse Wereldnieuwsdienst.
Bevat foto's.
voor overeenkomsten met de PTT zie rubriek 2.7.1.3.5.
Alfabetisch geordend op naam van het dagblad 1 pak.
Betreft voornamelijk de contacten met Vas Diaz en Reuters.
Bevat tevens notulen van stafvergaderingen en interne verslagen.
Alfabetisch geordend op naam van het dagblad.
Bevat fotomateriaal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Voor de NTS zie rubriek 2.7.1.3.4.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Voor de NOS zie rubriek 1.7.1.3.3.
voor de NOS zie rubriek 1.7.1.3.3.
Voor zaken betreffende het materieel dat werd gebruikt voor PTT-diensten zie paragraaf 2.5.
Bevat stukken in de Duitse taal.
Zie ook rubriek 2.1.5.3.
772 1939 1947.
Bevat stukken in de Franse taal.
zie ook inv.nrs 428 en 446 in rubriek 2.7.1.1.
Bevat stukken in diverse moderne vreemde talen; de brieven zijn alfabetisch geordend op naam van het persbureau.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Franse taal.
Bevat voornamelijk stukken in de Franse taal.
Bevat alleen stukken in de Franse taal.
Bevat stukken in de Franse taal.
Bevat contracten.
Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
Beide persbureaus vallen onder Groep '39..
Bevat louter stukken in de Franse taal.
Bevat stukken in de Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Duitse en Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Franse en Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Franse en Duitse taal.
Bevat stuken in Engelse, Franse en Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Franse en Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Franse taal.
N.B Bevat stukken in de Franse taal 1 omslag.
Bevat stukken in de Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
: Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
: Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
: Bevat stukken in de Engelse taal.
Zie voor het fotocontract ook de inv.nrs 640-642. Bevat stukken in de Engelse taal.
Vergelijk inv.nr. 639.
: Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
: Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse, Duitse en Franse taal.
Bevat stukken in de Engelse taal.
Bevat stukken in de Engelse en Duitse taal.
Bevat krantenknipsels uit Trouw, Het Vrije Volk en De Tijd.
Eerste jaargang compleet, tweede jaargang nummer 1 t/m 5.
Bevat tevens het tijdschrift Mededelingen voor het Nederland Tijdschriftwezen.
Bevat tevens financieringsnota's, conclusies van de commissie, alsmede exploitatie-overzichten.
Bevat tevens financieringsnota's en jaarbegrotingen.