Met de eerste IJkwet van 21 augustus 1816 werd een eenvormig stelsel van maten en gewichten ingevoerd op basis van het metrieke stelsel. Er ontstond behoefte om de maten en gewichten te doen ijken (toetsen van maten en gewichten aan, door of namens de overheid, een vastgesteld maten- en gewichtensysteem en van een ijk/merkteken voorzien) door ambtenaren van een landelijk ijkwezen. Dit werd georganiseerd bij Koninklijk Besluit van 18 december 1819. Op 1 januari 1820 trad de wet in werking. In ieder rechterlijk arrondissement kwamen één of meer arrondissementsijkers, die bij Koninklijk Besluit werden benoemd. Zij werden, indien nodig, bijgestaan door adjunct-ijkers.
In 1869 kwam een nieuwe IJkwet tot stand. Het aantal ijkkantoren werd flink teruggebracht. IJkers en adjunct-ijkers bleven belast met het ijken, maar de bepaling dat er in ieder arrondissement ijkers, indien nodig bijgestaan door adjunct-ijkers, zouden zijn verviel. Hoewel het in de bedoeling had gelegen een inspecteur voor het ijkwezen te benoemen werd deze functie pas in 1872 in een aparte wet opgenomen. Officieel is 1872/1873 te beschouwen als oprichtingsdatum van de Inspectie van het IJkwezen. In de nieuwe IJkwet van 22 april 1937 werd het keuren en justeren van maten en gewichten (vergelijken van maten en gewichten met de standaard en daarmee gelijk maken) opgedragen aan een Dienst voor het ijkwezen, waarbinnen een inspectie en ijkkantoren functioneerden. In 1984 werd deze dienst uiteindelijk geprivatiseerd.
Bron: Actorenregister
De ministeries en afdelingen waaronder het ijkwezen ressorteerde waren:
Binnen die ministeries waren de volgende afdelingen met het ijkwezen belast:
De ijkkantoren ressorterend onder de Inspectie waren:
in 1870:
in 1945:
Het aanvulling op het archief is in 2022 door Ministerie van Economische Zaken overgebracht naar het Nationaal Archief, krachtens artikel 12 van de Archiefwet 1995.
Het ijkkantoor hield zich bezig met de toezicht op maten, gewichten en weegwerktuigen.
De selectie m.b.t. de aanvulling op het archief (inv.nrs. 125-143) heeft plaatsgevonden op basis van de volgende selectielijsten:
Dossiers met neerslag van voor 1945 zijn voor blijvende bewaring aangewezen.
Dit archief is in 2022 aangevuld met inv.nrs. 125-143.
De bewerking van de aanvulling op het archief is uitgevoerd door de Centrale Archief Selectiedienst in 2004. Bij aanvang van de bewerking was de omvang van het archief 20 meter, na bewerking resteerden 6,25 meter te bewaren archiefbescheiden. Van het bewaren gedeelte zijn 7 afzonderlijke inventarissen gemaakt, te weten:
Ten behoeve van de overbrenging zijn de volgende stappen uitgevoerd:
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, IJkkantoor te Rotterdam IJkkantoor te Rotterdam, nummer toegang 3.10.01.06, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, EZK / IJkkantoor Rotterdam IJkkantoor Rotterdam, 3.10.01.06, inv.nr. ...
Uit de bewerking van 2022:
Tevens zij verwezen naar de archieven van de ijkkantoren die, voor zover deze zijn bewaard gebleven, berusten in de rijksarchieven in de provincies, waar die kantoren gevestigd waren. In archieven van provincies en gemeenten kan men de bemoeienis van die bestuurslaag terugvinden. De nadruk ligt daar overigens op de organisatie van de herijk en alles wat daarmee samenhangt. Voor de berechting van overtredingen tegen de bepalingen van de IJkwet dient men vooral de archieven van de kantongerechten en rechtbanken te raadplegen. In de archieven van de ministeries vindt men de algehele zorg voor en toezicht op het ijkwezen terug.