Terug naar zoekresultaten

2.05.53 Inventaris van het archief van het Nederlandse Consulaat te Djeddah (Turkije / Saoedi-Arabië), 1873-1930, later Nederlandse Gezantschap in Saoedi-Arabië (Djeddah), 1930-1950

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.05.53
Inventaris van het archief van het Nederlandse Consulaat te Djeddah (Turkije / Saoedi-Arabië), 1873-1930, later Nederlandse Gezantschap in Saoedi-Arabië (Djeddah), 1930-1950

Auteur

G.P. de Vries, A.W.E. Daniëls

Versie

04-07-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1992 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Nederlands Consulaat (1873-1930) en Gezantschap (1930-1950) te Djeddah (Turkije / Saoedi-Arabië)
Consulaat Djeddah

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1873-1950

Archiefbloknummer

Z27016

Omvang

; 231 inventarisnummer(s) 8,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het. Een aantal stukken zijn in hetgesteld.
Nederlands
Arabisch

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Ministerie van Buitenlandse Zaken / Consulaat

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van het Consulaat (1873-1930) en het Nederlands Gezantschap (1930-1950) te Djeddah (Turkije / Saoedi-Arabië) bevat stukken van algemene aard (agenda's van ingekomen- en uitgaande stukken, klappers), correspondentie (ook in het Arabisch gestelde stukken) en stukken betreffende bijzondere onderwerpen. Onder de bijzondere onderwerpen worden de volgende zaken en landen begrepen: correspondentie, personeel, bedevaartaangelegenheden, handel en scheepvaart, medische-, juridische en politieke aangelegenheden, Indonesiërs in Mekka, petroleumwinning, Eritrea, Irak/hadramaut, Jemen en Ethiopië. Daarnaast is er een geheim archief met een tiental stukken van algemene en bijzondere aard.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
1.1 De instelling
In 1872 wordt voor de eerste maal op de begroting van Buitenlandse Zaken een post uitgetrokken voor een Nederlands consulaat te Djeddah. Een schrijven van 5 februari 1872 van de Minister van Buitenlandse Zaken aan Koning Willem III vermeldt dat, na overleg tussen de ministers van Koloniën en Buitenlandse Zaken is gebleken dat het niet gewenst is het toezicht op de bedevaartgangers uit Java, langer aan een officieuze agent, die bovendien vreemdeling is, over te laten; ook de waarschijnlijkheid dat de toenemende vaart door de Rode Zee "haar invloed op het handelsvertier te Djeddah zal doen gevoelen en de belangen van onzen handel en scheepvaart ook daar voorziening beginnen te vorderen", maken het raadzaam een consul naar Arabië af te vaardigen.
Mr. R.W.J.C. de Menthon Bake, voordien consul-generaal te Mannheim en consul te Ludwigshafen, tevens bekend met de Indische omstandigheden en de Maleise taal, wordt voor het vervullen van deze post voorgedragen en op 7 februari 1872 benoemd. In juni 1872 vindt de officiële voorlezing plaats van het brevet voor de Turkse autoriteiten en wordt de Nederlandse vlag met het gebruikelijk eerbetoon van 21 kanonschoten voor de eerste maal in Arabië gehesen.
Het consulaat te Djeddah ressorteert dan onder het Nederlands gezantschap bij de Hoge Porte te Constantinopel en het ambtsgebied van de consul omvat slechts het havengebied van Djeddah. De taak van de consul wordt het beschermen van de pelgrims "met alle hem ten dienste staande middelen", het houden van een uit politiek oogpunt noodzakelijk toezicht op hun handelingen en bewegingen, het toezien op de naleving van de voorschriften op het vervoer van passagiers op de schepen uit Nederlands-Indië en het viseren van de passen "tegen betaling van twee ropijen voor elken geviseerde pas".
Het handelsverkeer te Djeddah zal in latere jaren beneden de verwachtingen blijven en de voornaamste taak van de Nederlandse vertegenwoordiging wordt de bescherming, verzorging en administratie van de duizenden pelgrims uit Nederlands-Indië die jaarlijks de tocht naar de heilige plaatsen ondernemen.
Politiek toezicht op de activiteiten van deze bedevaartgangers en op de voor studiedoeleinden te Mekka verblijvende z.g. Djawa-kolonie was zeer wenselijk, vooral in de voor niet Moslims ontoegankelijke gebieden.
Consul de Vicq, aangetreden in 1888, had de Javaan Raden Aboe Bacr in dienst genomen als tolk en schrijver, doch het belangrijkste deel van zijn werkzaamheden bestond uit de omgang met de pelgrims gedurende de perioden dat hij te Mekka verbleef. Hij verschafte de consul allerlei inlichtingen over personen.
Professor Snouck Hurgronje, adviseur voor inlandse zaken in Nederlands-Indië, zag eveneens de noodzaak van een contact binnen Mekka. Reeds in 1888 deed hij het voorstel om aan de consul een kundige "dokter Djawa" ter beschikking te stellen, die als Mohammedaan vrije toegang tot Mekka zou hebben en door zijn werk in vele kringen vertrouwen zou winnen.
Ruim dertig jaar later wordt de eerste Indische arts benoemd. Aanvankelijk woonde de arts in Djeddah en vertoefde hij alleen tijdens het seizoen in Mekka. In 1927 vestigt hij zich permanent in het vice-consulaat te Mekka en wordt ook zijn apotheek overgebracht. Zo kan hij daar dagelijks polikliniek houden. Hoe belangrijk deze medische dienst was bleek wel uit het aantal patiënten dat in het seizoen 1938 gedurende het tijdvak 1 januari - 30 juni bij hem aanklopte: 20.493.
Op 30 april 1950 werd de Nederlandse vertegenwoordiging in Saudiarabië opgeheven en overgedragen aan Indonesië.
1.2 Ressort en district
Het ambtsgebied van de consul omvatte bij zijn vestiging in 1872 slechts het havengebied Djeddah. In 1894 wordt het ressort uitgebreid met de gebieden Hedjaz en Jemen. In 1932 wordt als het district van het consulaat Djeddah het koninkrijk van de Hedjaz, Nedj en Onderhorigheden aangewezen. In 1941 wordt het emiraat Koeweit aan het district toegevoegd.
Op 8 januari 1935 wordt een Nederlands gezantschap te Bagdad ingesteld, waarbij de zaakgelastigde te Djeddah de heer C. Adriaanse tevens wordt benoemd tot zaakgelastigde aldaar. In 1930 werd het consulaat verheven tot gezantschap.
De volgende consuls en diplomatieke ambtenaren waren belast met de leiding van de Nederlandse consulaire en later diplomatieke vertegenwoordiging in Djeddah:
1872-1873 mr. R.W.J.C. de Menthon Bake, consul.
1873-1878 W. Hanegraaff, consul
1878-1888 J.A. Kruyt, consul
1888-1890 J.A. de Vicq, consul
1890-1892 H. Spakler, consul
1892 H. van der Houven van Oordt, consul
1892-1893 G.S. Endt, consul
1894 F.J. Haver Droeze, consul
1894-1897 jhr. mr. J.E. de Sturler, consul
1897-1899 E.Th. van Delden, consul
1899-1903 F.G.A. van Delden, consul
1903-1905 C.Ch. M. Henny, consul
1905-1911 N. Scheltema, consul
1911-1916 J. Wolff, consul
1917-1921 E. Gobée, consul
1921-1926 Ch.O. van der Plas, consul
1926-1931 D. van der Meulen, consul / zaakgelastigde
1931-1939 C. Adriaanse, zaakgelastigde
1939-1940 dr. H.H. Dingemans, zaakgelastigde
1940-1945 D. van der Meulen, zaakgelastigde
1945-1950 dr. H.H. Dingemans, gezant
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van de consulaire en diplomatieke vertegenwoordiging te Djeddah bevat stukken vanaf het jaar 1873 tot en met 1950. Na de opheffing van het gezantschap is het archief overgebracht naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag. In de periode 1873-1926 werd het agendastelsel gehanteerd. Alle ingekomen en uitgaande stukken werden in chronologische volgorde ingeschreven in de agenda en vervolgens in chronologische bundels opgeborgen. Van 1879 tot 1889 zijn er twee agenda's, één voor de ingekomen en één voor de uitgaande stukken. De agenda voor de inkomende stukken begint in 1883; de agenda waarin de uitgaande stukken werden ingeschreven start in 1879. Van 1890 tot 1950 wordt één agenda bijgehouden waarin zowel de ingekomen als uitgaande stukken worden geregistreerd. De agenda's kennen over de periode 1885-1891 een nadere toegang in de vorm van klappers (inventarisnummers 19-20). Aparte agenda's zijn tijdelijk gevormd voor correspondentie met de autoriteiten te Djeddah en Mekka. Evenzo werden naast de serie kopieboeken soms aparte registers bijgehouden waarin de uitgaande Arabische en Maleise correspondentie in af werd geschreven. Niet duidelijk is of dit tijdelijke registers waren of dat de in deze inventaris beschreven stukken restanten van eertijds bestaande series zijn. Hoewel eerder al bundels met stukken apart van de chronologische serie werden bewaard werd pas met ingang van 1927 overgegaan op een eenvoudig rubriekenstelsel. De vóór 1927 gevormde bundels werden in die rubrieken ingepast. Dat stelsel kende de volgende onderverdeling:
  • A         Algemeen
  • C         Financiële stukken
  • G         Geheime stukken
  • H         Bedevaartaangelegenheden
  • Hz         Handel en scheepvaart
  • M         Medische aangelegenheden
  • NI         Juridische aangelegenheden
  • P         Politieke aangelegenheden
Binnen deze rubrieken was de correspondentie in hoofdzaak weer chronologisch opgeborgen. In de meer recente jaren komen dossiers voor, soms zuiver tot een der bovengenoemde rubrieken behorend, soms samengesteld uit correspondentie afkomstig uit meerdere rubrieken. Aparte bundels werden gehouden voor Aden, Eritrea, Hadramaut, Irak en Jemen.
De verwerving van het archief
Het archief is krachtens bepalingen van de Archiefwet overgebracht.

Inhoud en structuur van het archief

Selectie en vernietiging
Het archief over de periode 1873-1950 had een omvang van 126 dozen (14 meter). Tijdens de inventarisatie zijn 59 dozen vernietigd (6.5 meter). De vernietiging is geschied volgens de vernietigingslijst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (1960).

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlands Consulaat (1873-1930) en Gezantschap (1930-1950) te Djeddah (Turkije / Saoedi-Arabië), nummer toegang 2.05.53, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Consulaat Djeddah, 2.05.53, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar

Archiefbestanddelen