Terug naar zoekresultaten

3.20.09 Inventaris van het archief van de familie Cousebant ca. 1400-1800

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.20.09
Inventaris van het archief van de familie Cousebant ca. 1400-1800

Auteur

H. Douma

Versie

10-03-2022

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1965 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Familie Cousebant
Cousebant

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: ca. 1400-1800

Archiefbloknummer

35009

Omvang

; 1304 inventarisnummer(s) 7,60 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het.
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven en gedrukte teksten. De Nederlandstalige stukken van vóór ca. 1700 zijn geschreven in het gotische cursiefschrift, met name in de oud-Hollandse klerkencursief.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Cousebant
Nobel
Van Foreest
Crucius
Bosschaert
Emonds
Van Beeck
De Bruyn
Van Alckemade
Van Wijk
Cousebant, Wigger Claesz
Cousebant, Janne Pietersdr.
Cousebant, Margriete Pietersdr.
Cousebant, Barent Wiggersz. (?-16xx)
Cousebant, Frederik Barentsz.
Cousebant, Johanna Barentsdr.
Cousebant, Frans Barentsz. (?-1667)
Cousebant, Barent Fransz. (?-1664)
Cousebant, Frederik (1626-1707)
Cousebant, Nicolaas (?-1653)
Cousebant, Joseph (1633-1695)
Cousebant, Gerardus (?-1682)
Cousebant, Johanna Maria (?-1710)
Cousebant, Judocus (?-1709)
Cousebant, Geertruyd
Cousebant, Maria Anna
Cousebant, Adrianus François (1682-ca.
Cousebant, Maria Teresia
Cousebant, Franciscus Bernardus (1709-1759)
Cousebant, Florentius Justus Franciscus (1735-1799)
Cousebant, Franciscus Bernardus Silvester (1765-1765)
Cousebant, Theresia Agatha Alexandrina (ca.
Cousebant, Jacobus (ca.
Cousebant, Franciscus Bernardus (1775-1843)
, , 1736), , 1766-1789), , 1772-1814)

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief van de van oorsprong Haarlemse familie Cousebant en aanverwante families beslaat ruim vier eeuwen vanaf ca. 1400 en omvat diverse stukken van zowel persoonlijke als zakelijke aard. Te vinden zijn onder meer huwelijkscontracten, testamenten, boedelrekeningen, doctorsbullen, kwitanties en rentebrieven. Daarnaast bevat het archief staten van inkomsten en uitgaven, akten van overdracht, leenregisters en enkele kaarten in verband met het bezit van land, huizen en heerlijkheden in Holland (Oud Alckemade, Groot Waspik, Cromstrijen).

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Zie voor biografische gegevens over de afzonderlijke familieleden de kopnoten in de inventaris en de genealogische tabellen hieronder.
Embedded Image
Zie voor het volledige overzicht de genealogische tabellen als .pdf .
Geschiedenis van het archiefbeheer
Ondanks verwoede pogingen is het niet geheel duidelijk geworden, hoe de bescheiden van het familie-archief Cousebant terecht zijn gekomen in het archief van het Hofje van Hoogelande, voorheen in de Boekhorststraat en thans gevestigd in de Jacob Camphuysstraat te Den Haag. Wel bestaat er een sterk vermoeden. Op het eind der 18e eeuw nl. volgde Johan Anthony Schiefbaan zijn schoonvader Johan Michael de Graaf op als rentmeester van Floris Cousebant. In 1799 erfde diens zoon Franciscus Bernardus Cousebant van Alckemade een groot gedeelte van zijn bezittingen, onder meer het Huis Oud-Alckemade onder Warmond. Waarschijnlijk vanwege de ongunst der Franse tijd sloeg Franciscus nagenoeg bankroet. Zijn boedel werd in 1807 onder curatele gesteld. Eén der curators was zijn rentmeester Johan Anthony Schiefbaan. Het Huis Oud-Alckemade ging over op zijn broeder Jacobus Cousebant, heer van Groot-Waspik. In 1820 volgde een nadere overdracht op de familie Bijleveld. Met de archiefbescheiden schijnt men nogal nonchalant te zijn omgesprongen. Een gedeelte bleef op het Huis Oud-Alckemade en werd door één der latere eigenaars van de hofstede Oud-Alckemade in 1933 overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief. Het merendeel, tevens het oudste deel, moet op een of andere manier zijn achtergebleven bij de rentmeester Schiefbaan. Francois Cousebant overleed in 1843 te Oudshoorn, zijn echtgenote Helena Wilhelmina Elisabeth Ravens in 1853 te Doornik. Wellicht heeft zij na de dood van haar man geen belang gesteld in het familie-archief. Haar kinderen geraakten geparenteerd met geslachten van de Belgische adel. Slechts één zoon werd de drager van de naam Cousebant d'Alkemade, namelijk Alexandre. De overige kinderen waren dochters of stierven jong. Alexandre was in 1898 nog in leven. Uit zijn huwelijk met Valerie de Cambry de Baudimont in 1866 kwamen zes dochters voort, zodat hij de laatste telg was van het geslacht Cousebant van Alckemade. In het Annuaire de la Noblesse de Belgique van 1898 treffen we een volledige genealogie aan van het geslacht Cousebant. Voor de 17e en 18e eeuw is deze stamboom echter niet foutloos. Anderzijds worden familiegegevens vermeld, die onmogelijk afkomstig kunnen zijn uit onze stukken. De samensteller moet dus over stukken hebben beschikt, die voor schrijver dezes onbekend zijn. Vandaar, dat de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat in Belgie her en der bij nazaten nog bescheiden rondzwerven.
De stukken van het familiearchief van vóór 1800 berustten intussen bij rentmeester Schiefbaan. De veronderstelling van mej. dr. Korvezee, uiteengezet in het Nederlands Archievenblad van 1939-1940, en inhoudende dat voornoemde rentmeester de stukken vermoedelijk gevoegd heeft bij die van het Hofje, lijkt wel juist. Zij oppert ook nog de mogelijkheid, dat dit alles bij het archief van het Hofje terecht is gekomen door middel van Maria Catharina Cousebant, weduwe van Joseph Nicolaes Diert van Leefdael, kinderloos overleden te Den Haag in 1840. Haar zwager Jacobus Petrus Yvo Diert van Melissant was regent van het Hofje.
Door een toeval vernam de heer Van den Bergh, archivaris van het Rijk, in 1868 van de heer Schiefbaan, rentmeester en zoon van Johan Anthony Schiefbaan, het bestaan van een kostbare kaartenverzameling in het archief van het Hofje. Hij wist gedaan te krijgen, dat deze met vijf handschriften werd afgestaan aan het Rijk. De aanwinst voor het Algemeen Rijksarchief bestond uit 27 kaarten, vooral slaande op Holland en Zeeland. De kaarten werden opgenomen in de verzameling Hingman. Bijzondere vermelding verdient een portulaan van het Middellandse zeegebied van 1533, beschreven door mr. B.J. van 't Hoff. Van de vijf handschriften werden er drie geplaatst bij de handschriftenafdeling van de Derde Afdeling. Thans zijn ze overgebracht naar het familiearchief Cousebant, en beschreven in de vijfde hoofdafdeling. Het betreffen een Kroniek van de Heren van Brederode door Johannis à Leydis, een compendium van afschriften van stukken van diverse aard uit de tweede helft der 16e eeuw, voornamelijk betrekking hebbende op Kennemerland en Haarlem, en een 17e eeuwse verhandeling over ridderhofsteden in Utrecht. De beide andere handschriften, te weten een leenregister en een blaffaard uit de tweede helft der 16e eeuw, zijn eveneens in hun logisch verband geplaatst in dit familiearchief.
In 1940 stonden regenten van het Hofje nog drie handschriften af aan de Koninklijke Bibliotheek. Enig verband met ons familiearchief Cousebant kon echter niet worden aangetoond.
Bij het ordenen bleek, dat ruim de helft der stukken betrekking had op aanverwante geslachten. Veelal door huwelijken zijn deze bescheiden overgegaan op leden van het geslacht Cousebant. Het is niet nodig in deze inleiding alle toevoerkanalen van stukken te vermelden. Speciale aandacht verdient wel het huwelijk van Franchois Bernard Cousebant met Maria Christina Genoveva van Alckemade in het jaar 1734. Zij was een dochter van Florentius Ignatius van Alckemade en Maria Theresia van der Goes, gehuwd in 1713. Hierdoor kwam een toevloed van archivalia aan Franchois Bernard Cousebant van de geslachten Van Alckemade, Van Heussen, Van Berckenrode, Duyst van Voorhout, Van Arckel, Van Hellemijs van Welle, Splijtloff, De Coninck, Van Scheltinga, Van der Goes, Van Renoy, Van Cromstrijen, Van de Werve, Van Eversdijck, De Jonge en Graswinckel.
In deze reeks weer is mr. Adriaen van Hellemijs van Welle een kernfiguur, daar door zijn rentmeesterschap over de goederen van de Vrouwe van Assendelft vele bescheiden van de geslachten Van Renesse van Elderen, Van Egmond, Van der Leck, Albout, Van Assendelft, Van Nijenrode, Van Reede, Van Rodenburg, Van Tyel en Van Scadick omstreeks 1635 te zijnen huize zijn achtergebleven. Wel betreft het hier kleinere fragmenten, daar de erven van mr. Adriaen de meeste stukken teruggegeven hebben aan hun rechtmatige eigenaars. Vanwege hun eigen aard zijn ze beschreven in een afzonderlijke derde hoofdafdeling.
Naast de overvloed van overgekomen bescheiden via de relaties Van Alckemade/Van der Goes treffen we nog enige min of meer krachtige zijrivieren van minder volume aan. Reeds in de 16e eeuw was het geslacht Cousebant geparenteerd aan het geslacht De Kies, zich later noemend De Kies van Wissen. Hiervan resten ons slechts enige stukken van zakelijke aard. Een erfenis van 1648 voegde hier nog enkele stukken aan toe. Belangrijker echter was het huwelijk van Frans Barentsz. Cousebant met Adriana van der Hulft in het jaar 1623. Hierdoor geraakte een belangrijke groep stukken van de geslachten Nobel, zich naar hun grootmoeder noemende Van der Hulft, met de aanverwante geslachten Verwer, Dobbius, Lakemans, Van Foreest, Van Hoorne en Conincxsz. in handen van Frans Barentsz. Cousebant. Verder erfde in 1687 Adrianus Cousebant van zijn oud-tante Elisabeth Crucius vele stukken van de geslachten Crucius, Van Teylingen, Cosgen of Basgen, Van Schoten en Van Gouthoven. Ook het huwelijk van Adrianus Francois Cousebant met Maria Catharina Emonds in 1707 bracht enkele stukken van het geslacht Emonds aan. Hierbij bevonden zich zelfs nog enige stukken van de kaartenmaker Jacob van Deventer en zijn boedel. Verrassingen zijn bij een familiearchief nooit uitgesloten. Tenslotte zijn in 1779 door een erfenis van Hendrik van Wijk een groep bescheiden in handen geraakt van Florentius Justus Franciscus Cousebant.
De verwerving van het archief
Het archief is door schenking verworven.
De stukken werden in 1940 door het Gemeentearchief 's Gravenhage aangetroffen in het archief van het Hofje van Hoogelande en overgedragen naar het Algemeen Rijksarchief.

Inhoud en structuur van het archief

Verantwoording van de bewerking
Toen men in 1940 op het gemeente-archief te 's-Gravenhage aanstalten maakte om een voorlopige inventaris te vervaardigen van de bescheiden van het gedeponeerde archief van het Hofje van Hoogelande, bleek het merendeel hiervan geen enkel verband te houden met voornoemde instelling. Na overleg met de bewindvoerders van het Hofje werd overeengekomen het grootste gedeelte van het archief voorlopig over te dragen aan het Algemeen Rijksarchief, daar de stukken voor het merendeel niets met Den Haag te maken hadden.
Momenteel berusten dan ook deze stukken bij de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief, waar ze het best op hun plaats zijn. Naast de Hollandse vormen immers de stukken betreffende Utrecht, Friesland, Zeeland, Noord-Brabant en Gelderland een minderheid. In september 1962 werd ondergetekende belast met het ordenen en beschrijven van de overgedragen bescheiden, die het familie-archief Cousebant bleken te vormen. Leiding gevend waren hierbij de adviezen van drs. J. Fox, thans rijksarchivaris van de Derde Afdeling van het Algemeen Rijksarchief.
Daar oude inventarissen niet voorhanden zijn, is het moeilijk te bepalen hoeveel in de loop der jaren verloren is gegaan. Laten we ons verheugen over wat bewaard is gebleven. De materiele toestand van het merendeel der stukken is goed. Wel zijn er bedenkelijke uitzonderingen. Een paar stukken waren zozeer aangetast door vocht, dat een exacte omschrijving niet mogelijk was. Merkwaardigerwijs zijn dit dikwijls 18e eeuwse stukken van het geslacht Cousebant zelf. Gelukkig betreft het vaak afschriften, waarvan het oorspronkelijk aanwezig is. Wel moet er veel met de stukken gesold zijn, daar het aantal gave exemplaren bij de zegels gering is.
Bij het samenstellen van de regestenlijst is nogal uitvoerig tewerk gegaan. Zo zijn ook uitspraken of vonnissen van gerechtelijke hoven, rekesten, akten in dorso en kwitanties opgenomen. Vooral bij de stukken betreffende de Friese abdij Mariengaarde is praktisch ieder stuk in regestvorm verwerkt. Reden hiervoor was de uitermate slechte toestand der stukken. Ook afschriften van akten van belening zijn opgenomen, daar altijd lang niet zeker was, of het eigenlijke leenregister nog bestond. Een probleem vormde de grens van de regestenlijst. Meestal wordt deze gelegd bij een ingrijpende gebeurtenis. Voor het geslacht Cousebant zou de alteratie te Haarlem in 1578 het meest voor de hand hebben gelegen. Dit geslacht bekleedde echter spaarzaam magistraatsfuncties, en de tegenstelling tussen Gereformeerden en Katholieken was in de Spaarnestad bij de gegoede burgerij niet zo groot als menige geschiedschrijver ons doet geloven. Wel zou bij het geslacht Van Alckemade de uitzetting der Katholieke burgemeesters uit Amsterdam in 1578 juist zijn gekozen. Ook bij het geslacht van der Goes zou de officiele afzetting van mr. Christiaen van der Goes als schout van Delft in 1578 de aangewezen plaats zijn. Voor andere geslachten, bijvoorbeeld Van Hellemijs van Welle, kwam deze caesuur tamelijk ongelegen. Hetzelfde kan worden gezegd van de stukken inzake de abdij Mariengaarde. Tenslotte is de grens gelegd bij het jaar 1580, zodat de rumoerige aanvangsjaren der tachtig-jarige oorlog geheel verwerkt zijn.
De index is verdeeld naar personen en plaatsen. Samenvoeging van deze beide rubrieken leek ongewenst. Ook is een index gemaakt op de voorkomende zegels tot en met 1580.
Tenslotte is grote dank verschuldigd aan drs. J. Fox. In het bijzonder bij een systematische en logische indeling van de inventaris is zijn hulp tot grote steun geweest. Ook menig inventarisnummer is kritisch door hem beoordeeld. De regesten daarentegen komen met hun gebreken volledig op naam van ondergetekende. Dat dit werk, mede door zijn vele genealogische gegevens, zijn nut voor de gebruiker mag bewijzen.
Ordening van het archief
Toen werd aangevangen met een voorlopige beschrijving der stukken, viel er van een oude orde nauwelijks iets te bespeuren. Meer dan twintig dozen met charters en perkamenten stukken, ongeveer tachtig portefeuilles en twintig delen en banden besloegen een lengte van circa acht strekkende meter. Meestal was een eventueel aanwezige oude nummering vrij willekeurig. Mede door het grasduinen van voorlopige onderzoekers was in de dozen weinig orde te bespeuren. Bij de portefeuilles lag de zaak iets gunstiger. Over het geheel genomen echter verkeerde het archief in de grootst mogelijke wanorde.
De stukken zijn onderscheiden in die van persoonlijke en van zakelijke aard. Vaak moest hierbij de knoop worden doorgehakt. Een andere mogelijkheid was soms niet uitgesloten. Aldus is bij de stukken van persoonlijke aard nogal rechtlijnig tewerk gegaan. Vooral bij afschriften, waarbij niet bleek door of ten behoeve van wie deze waren vervaardigd, is het meest logische herkomstbeginsel toegepast. Misschien lijken sommige oplossingen aanvechtbaar. Bij een familiearchief echter blijven altijd vreemde eenden ronddobberen, die zich niet gemakkelijk laten schikken. Zo is de hoofdafdeling betreffende stukken van persoonlijke aard vrij ruim genomen . Boedelstukken bijvoorbeeld zijn geplaatst op naam van de overleden persoon, ook als van deze zelf geen stukken aanwezig zijn. Om het geheel niet te verstoren, zijn hier in een paar gevallen eveneens stukken met een meer zakelijke bijsmaak ondergebracht. Evens zijn rentebrieven en andere bescheiden van financiele aard geplaatst volgens persoon, tenzij deze uitdrukkelijk betrekking hadden op goederen, en dus onder de stukken van zakelijke aard vielen. Bijna altijd immers heeft een rentebrief een onroerend goed tot onderpand. Daar dit bij de omschrijving in het inventarisnummer niet tot uiting komt, is de nadruk gelegd op de persoon, door wie de akte uitgegeven is.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Familie Cousebant, nummer toegang 3.20.09, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Cousebant, 3.20.09, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Publicaties
Literatuur- en bronnenlijst
Op volledigheid kan geen aanspraak worden gemaakt. R.D. Baart de la Faille, Inventaris der Roeperpapieren. (V.R.O.A. XLIV (1921), II blz. 162. Roeper. Van den Bergh, Oorkondenboek van Holland en Zeeland. Biografisch Woordenboek voor Protestantsche Godgeleerden in Nederland , III blz. 646. Wernerus Helmichius. B.J.M. de Bont, Het Geslacht Occo en het Gebouw van Barmhartigheid te Amsterdam , Amsterdam 1893. Occo. De Coninck. B.J.M. de Bont, Cornelis Jacobsz. Brouwer, genaamd Bam. Amsterdamsch Jaarboekje 1890 , blz. 139-164. Bam. B.J.M. de Bont, Cornelis Jacobsz. Brouwer, gen. Bam. De Navorscher 1891 (41), blz. 439-446. Bam. B.J.M. de Bont, Het Katholieke Amsterdamse patriciaat. De Katholiek CXVI , blz. 43-60. Bam. B.J.M. de Bont, De uitzetting der Katholieken te Amsterdam. De Katholiek CXI, blz. 69-86. Van Alckemade. B.J.M. de Bont, Genealogische en biographische mededelingen over de voorouders en afstammelingen van Joost Buyck Sybrantsz, schepen, raad en burgemeester van Amsterdam van 1532-1578. Amsterdam, 1902. Occo. Bam. M.P. van Buytenen, St. Vitus van Oldehove. Episoden uit de strijd om Leeuwardens kerk, 1146-1580. Utrecht, 1950. Mariengaarde. A.W.E. Dek, Genealogie der heren en graven Van Egmond. 's-Gravenhage, 1958, Blz. 12, 13 en 83. Drossaers, Nassause Domeinraad . J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam, 1578-1795. Haarlem 1903-1905. 2 dln. Vooral I blz. 103 e.v. Van Teylingen, I blz. 252-253 De Kies van Wissen, I blz. 534 Hulft en I blz. 536 noot 17 Nobel. (hiervan oorspr. in G.A. Amsterdam geraadpleegd) P. Ernsting, De voorgeschiedenis van Cromstrijen. Zuid-Hollandse Studien , IX (1961). J.A. Feith, Huisarchief Lulema. V.R.O.A. XXX (1907). Van Berum-Van Alckemade. A. Ferwerda, Adelijk en Aanzienlijk Wapenboek enz, 1781. Deel II 2. Van der Goes. H.A. van Foreest, Het oude geslacht Van Foreest, 1250-1570. Assen, 1950. Van Foreest. S.J. Fockema Andreae, Kastelen, ridderhofsteden en buitenplaatsen in Rijnland. Van Alckemade. S.J. Fockema Andreae en B. van 't Hoff, Geschiedenis der Kartografie van Nederland. R. Fruin, Journaal van Splinter Helmich, soldaat en later hopman in dienst van den lande, van 1572-1589. Kroniek Hist. Gen. 1875 , blz. 159. Helmich. R. Fruin, Verspreide Geschriften VII, blz. 238. Helmich. C.J. Gonnet, De Jesuiten-Statie "Het Springende Paard" te Haarlem. Bijdr. Bisdom Haarlem 1918 (38) blz.1. D.P.M. Graswinckel, Graswinckel, geschiedenis van een Delfts brouwers- en regentengeslacht. 's-Gravenhage, 1956. Graswinckel. M. de Haan Hettema en A. van Halmael Jr, Stamboek van den Frieschen vroegeren en laterer adel . Leeuwarden, 1846. blz. 325 en 326 Van Scheltinga. Verder Van Eminga. Habets, De archieven van de Abdij Thorn . Van Beeck. De Bruyn. 't Hart, Oud-archief van Den Haag . Hingman, Inventaris der verzameling kaarten berustende in het Rijksarchief , tweede gedeelte, 1871. D. Hoek, Het geslacht Duyst van Voorhout in de 16e eeuw. Jaarboek Centraal Bureau voor de Genealogie XII, (1958). Duyst van Voorhout. B. van 't Hoff, Een portulaan van Jacobus Russen uit Messina in het bezit van Jan van Duvenvoorde. Oud Holland 75 (1960), blz. 100-107. W. Jappe Alberts en C.A. Rutgers, Cronica illustrium dom norum de Brederueden. Fontes Minores Medii Aevi, 1957. W.J.F. Juten, Genealogische Kwartierstaten van Nederlandsche Katholieken uit vroeger en later tijd . Tweede Serie. Bergen op Zoom, 1910. No. 22. Cousebant. F.A. Holleman, Dirk van Assendelft, schout van Breda, en de zijnen . Zutfen, 1953. Vooral blz. 380-381. Van Assendelft. Van Renesse. J. Kok, Vaderlandsch Woordenboek . Amsterdam, 1785-1799. 35 delen. Van der Goes. Van Renesse. E.H. Korvezee, Merkwaardige handschriften in het archief van een Hofje te 's-Gravenhage. ed. Archievenblad 1939-1940, 47e jg. blz. 114-118. Kurtz, Haarlemse Hofjes . Van Alckemade. S. van Leeuwen, Batavia Illustrata , 's-Gravenhage, 1685. o.a. Van der Goes. A. van Lommel, Stamboom Van Alckemade. Bijdragen Bisdom Haarlem I 380. (onbetrouwbaar). Van Alckemade. A. van Lommel, Fragment eener genealogie der Van Alckemades. De Navorscher 1873 (23) blz. 312-314. (onbetrouwbaar). Van Alckemade. Mo., Aantekeningen betreffende het geslacht Albout en Van Assendelft. De Navorscher 1893 (43) blz. 85-91. Albout. Van Assendelft. P.A. Meylink, Inventaris van de abdij Egmond . F. van Mieris, Charterboek van Holland en Zeeland . E.W. Moes en K. Sluyterman, Nederlandsche Kastelen en hun historie . Deel III, Amsterdam, 1915. Van Assendelft. Van Renesse. Van Nijenrode. A.W.J. Mulder en D.F. Slothouwer, Het kasteel Amerongen en zijn bewoners , Maastricht 1949. Van Reede. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel II blz. 1422. Augustijn van Teylingen Florisz. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel II blz. 1423. Augustijn van Teylingen Jacobsz. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel III blz. Joseph Cousebant. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel.III blz. 562. Splinter Helmich. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel III blz. 563. Johannes Helmichius. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel III blz. 564. Wernerus Helmichius. Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel VII blz. 1260. Wigerius (Claes Wiggers Cousebant). Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek , Deel VIII blz. 616-618. Martinus, Willem en Adriaen van der Goes. H.G.A. Obreen, Geschiedenis van het geslacht Van Wassenaer , Leiden 1903. vooral blz. 172. Van Overvoorde, Het archief der secretarie van de stad Leiden 1253-1575 . B.d.R.v.Z, De heerlijkheid Waspik. Brab. Leeuw , 1960 blz. 168-169. Cousebant. Van Sasse van Ysselt, Het geslacht van Sasse van Ysselt . Van Sasse. A.F.O. van Sasse van Ysselt, Beschrijving van het H. Kerstmisgilde te Haarlem , 's-Gravenhage, 1905. Cousebant. De Kies. Van Berckenrode. Van Heussen. Van Paenderen. G.A. Six, Aantekeningen betreffende het geslacht De Coninck. De Navorscher 1874 (24) blz. 184-190. I. de Stein d'Altenstein, Genealogie van het geslacht Cousebent-Van Alckemade. Annuaire de la Noblesse de Belgique , 1898, blz. 56-69. Cousebant. Idem?, Annuaire de la Noblesse de Belgique 1869, blz. 34-58. Van Beeck. Sypesteyn?, Inventaris van het oud-archief der gemeente Haarlem . Texeira de Mattos, Waterstaatkundige gescheidenis van Goeree-Overflakkee . M. Thierry de Bye Dolleman, Het Geslacht Van Berckenrode. Jaarboek Centr. Bur. Genealogie XII, 1958, blz. 81-133. Van Berckenrode. Idem?, Jaarboek Centr. Bur. Genealogie IX, 1955. Van Teylingen. Vaissier, Inventaris van de Hofstede Oud-Alckemade . P.M. Verhoofstad, Inventaris der archieven van kerken, kloosters en staties, berustend in het archiefdepot van het Bisdom Haarlem . Haarlem, 1959. Verslag archief gemeente 's-Gravenhage , 1940. Verslagen 's Rijks Oude Archieven over 1868 , blz. 2-3. Verslagen 's Rijks Oude Archieven . Tweede Serie XIII, 1940, blz. 13 en 26. W. Tsj. Vleer, De Friese Wassenaars , blz. 149. P.D. de Vos, De Vroedschap van Zierikzee van de tweede helft der 16e eeuw tot 1795. Middelburg, 1931. Van Cromstrijen. Van de Waal, Geschiedenis van Overflakkee . Welcker, Geschiedenis van Cromstrijen . E. van Wintershoven, Staat van het vorstelijk Hof en van het land van Thorn (1600-1800). Maastricht, 1904. Van Beeck. De Bruyn. E.B.F.F. Witters van Hoogland, De Van Reede's van Amerongen, Graven van Athlone. Gen. en Herald. Bl. VII, 1912, blz. 136. Van Reede. E.B.F.F. Witters van Hoogland, Bijdragen tot de Geschiedenis der Utrechtsche Ridderhofsteden en Heerlijkheden.


Gen. en Herald. Bl. II, 1907, blz. 409 Van Nijenrode. IV, 1909, blz. 253. De Coninck. VIII, 1913, blz. 197. Van Nijenrode. blz. 237/238. Renesse van der Aa, Renesse van Elderen. Van Assendelft. blz. 292/293. De Coninck
E.B.F.F. Witters van Hoogland, Geschiedenis van het geslacht Wittert , z.j. blz. 1182. De Kies van Wissen. D.J.M. Wüstenhoff. en C.W. Bruinvis, De Alkmaarse familie Van Teylingen. Gen. en Herald . Bl. VII, 1912, blz. 167. (onbetrouwbaar). Wolterbeek Muller, Inventaris van archivalia betreffende de heerlijkheid Sint-Adolfsland, genaamd Ooltgensplaat en Den Bommel. De Nederlandsche Leeuw , 1911, 29e jrg. blz. 414. Van den Wolde. Thoe Schwartzenberg van Hohenlandsber, Charterboek van Friesland.

Archiefbestanddelen