Terug naar zoekresultaten

2.21.167 Inventaris van het archief van B. Veth [levensjaren 1864-1944], 1873-1906

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.21.167
Inventaris van het archief van B. Veth [levensjaren 1864-1944], 1873-1906

Auteur

A.E.M. Ribberink, J.M. Muller

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1978 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Collectie 119 Bas Veth
Veth

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1873-1906

Archiefbloknummer

C25132

Omvang

; 254 inventarisnummer(s) 1,80 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale, geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Bas Veth
, , 1864-1944

Samenvatting van de inhoud van het archief

Bas Veth (1864-1944) neemt in zijn woonplaats Dordrecht actief deel aan het politieke en culturele verenigingsleven. Zo is hij o.a. conservator van het museum Boven de Hoofdpoort en hoofd van het Persbureau te Dordrecht van het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat ernaar streefde het saamhorigheidsbesef van alle nederlandssprekenden en hun stamverwanten te verlevendigen. Nadat hij in kontakt is gekomen met dr. W.J. Leyds, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Zuidafrikaanse Republiek, sympathiseert Veth met de Zuid-Afrikaanse zaak en raakt als medwerker van de Zuidafrikaanse Republiek betrokken bij de zgn. Boerenoorlog. Zo rapporteert hij over de levering van wapens en organiseert hij de uitzending van vrijwilligers. Het archief bevat o.a. de administratie van zijn activiteiten, propagandamateriaal, correspondentie, stukken betreffende politieke zaken en strategie en betreffende zijn Dordtse, artistieke en journalistieke activiteiten.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
De hierna beschreven Bas Veth is niet verwant aan de bekende Jan Pieter en Cornelis Veth: zij behoren beiden tot de Lekkerkerker tak van de familie Veth, in tegenstelling tot Bas, die deel uitmaakt van de Papendrechtse tak. Ook is deze Bas Veth niet identiek met de schrijver van het destijds geruchtmakende boek Het Leven in Nederlandsch-Indië (1900): naar alle waarschijnlijkheid is hij nooit in Indië geweest.
Bastiaan Veth, gewoonlijk Bas genoemd, wordt op 12 maart 1861 te Arnhem geboren als eerste kind en enige zoon van Arie Veth en Elisabeth Gips, die het jaar tevoren in Dordrecht getrouwd waren. Arie was oprichter-firmant van de Carrosseriefabriek Heinrich en Veth, die beter bekend staat onder de naam van Arnhemsche Rijtuigfabriek. Na de dood van Arie in 1873 keert Elisabeth Veth-Gips met Bastiaan en twee jongere dochters in 1877 terug naar Dordrecht, waar zij datzelfde jaar nog hertrouwt met Pieter van der Slik, koopman. Van 1879 tot 1881 studeert Veth aan de Polytechnische School te Delft. De daaropvolgende jaren heeft hij ervaring in de handel opgedaan. Gaandeweg ontwikkelt hij zich tot beeldend kunstenaar: hij schildert, tekent en aquarelleert vooral landschappen, rivier- en zeegezichten. Werken van zijn hand bevinden zich in het Dordts Museum ("Grijze Dag" (1883) en de aquarel "Schepen in een haven bij winter"), het Frans Halsmuseum te Haarlem en in het Prentenkabinet van de Gemeentelijke Archiefdienst van Delft.
Op 18 oktober 1887 treedt Veth te Dordrecht in het huwelijk met Maria Johanna Smits (Dordrecht 1865-Wiesbaden 1924); zij zullen vier kinderen krijgen (Willem Pieter 1888, Bastiaan Marius 1891, Josina Jeanette 1893 en Franz Herman 1897).
In Dordrecht neemt Veth actief deel aan het politieke en culturele verenigingsleven: hij is werkend lid en een tijdlang voorzitter van het tekengenootschap "Pictura"; daarnaast werkt hij mee aan de voorbereiding van tentoonstellingen van de vereniging "Voor Vak en Kunst" (zie inventarisnummer 178). Tenslotte richt hij in 1892 samen met anderen de historische vereniging "Oud-Dordrecht" op, waarvan hij jarenlang bestuurslid is. Van 1892 tot 1903 fungeert hij bovendien als conservator van het museum van de vereniging boven de Groot-hoofdspoort. Na zijn aftreden wordt hij door de ledenvergadering tot erelid benoemd. In het bestuur van de liberale Kiesvereniging "Burgerplicht" bekleedt Veth tussen 1890 en 1899 de funkties van secretaris en voorzitter.
Wellicht heeft zijn funktie van hoofd van het Persbureau te Dordrecht van het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat ernaar streefde het saamhorigheidsbesef van alle nederlandssprekenden en hun stamverwanten te verlevendigen, hem in kontakt gebracht met dr. W.J. Leyds, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister van de Zuidafrikaanse Republiek. Leyds is dan al de ziel van de pogingen om de sympathiserende bewegingen in West-Europa te bundelen en tot effectieve hulpverlening te komen ten behoeve van de Boerenrepublieken in Zuid-Afrika, die sinds 11 oktober 1899 de "Tweede Vrijheidsoorlog" tegen het Engelse Imperium voeren.
Hoe Veth betrokken raakt bij Leyds' werk blijkt niet expliciet uit de in deze inventaris beschreven stukken. De eerste brief van Leyds aan Veth van 21 februari 1900 zoals die bewaard is in een brievenboek van Leyds (Collectie dr. W.J. Leyds, inventarisnummer 98) is vrijwel onleesbaar, maar lijkt Veths positie in dienst van het gezantschap vluchtig te regelen. Voortaan wordt hij met "medewerker" aangeduid, als hoedanig hij talloze activiteiten ontwikkelt, uiteenlopend van de aankoop en beproeving van explosieven en munitie tot het bijhouden van dossiers.
Zo verricht Veth eveneens de taken van een militair attaché: hij onderhandelt over nieuwe wapens, rapporteert over de politieke situatie, legt internationale kontakten en volgt de pers nauwlettend; ook organiseert hij de uitzending van vrijwilligers naar Zuid-Afrika. Al zijn werkzaamheden staan in het teken van de Boerenoorlog, die vanaf februari 1900 voor Oranje Vrijstaat en de Zuidafrikaanse Republiek een kwade keer neemt, als de Engelsen onder lord Roberts en lord Kitchener de Boeren steeds meer tot een verbeten guerillataktiek op het platteland dwingen; de steden en de gehele infrastructuur vallen in Engelse handen, maar daarbuiten is het "veldt" van de commando's onder leiding van L. Botha, J.H. de la Rey en C.R. de Wet. Om ook hen in de ongelijke strijd van 450.000 tegen 88.000 man tot overgave te dwingen, ontziet Kitchener zich niet de burgerbevolking van het platteland onder te brengen in concentratiekampen, waar een hoge sterfte heerst en die de verontwaardiging van de wereld gaande maken; ook worden krijgsgevangenen naar St. Helena en verder gedeporteerd om hun verdere deelneming aan de strijd uit te sluiten. Grote aantallen Boeren vluchten de grens met Mozambique over en worden daar door de Portugese autoriteiten geïnterneerd; vanuit Europa zendt het gezantschap hun "hulpgoederen", waarbij ook Veth betrokken is. Dat gezantschap is dan afgesneden van zijn regering en voor kontakt met Zuid-Afrika aangewezen op komende en gaande "rapportgangers" en vrijwilligers. Weliswaar verandert dit met de komst van president Kruger, die op 22 november 1900 te Marseille van de "Gelderland" debarkeert, maar dan is het te laat om het verloop van de oorlog van buitenaf nog te beïnvloeden, daar met de val van Komatipoort ook de spoorlijn naar Delagoabaai door de Engelsen veroverd wordt.
Tevoren bleek, ondanks de geheime anglo-portugese overeenkomst van 14 oktober 1899 die doorvoer van wapens via Lourenço Marques verbood, de smokkel van explosieven, munitie en wapens wél mogelijk. Als met de vrede van Vereeniging van 31 mei 1902 de beide Boerenrepublieken opgeheven zijn en opgenomen in het Britse imperium, zij het met de belofte van toekomstig zelfbestuur (artikel 7), rest Veth de liquidatie van het materiaal en de voorzieningen die nu hun zin verloren hebben.
De expediteur L. Kohn is al eerder bereid gevonden de door hem naar Lourenço Marques verzonden goederen, die deels voor de daar geïnterneerde Boeren, deels ook voor de commando's bestemd waren, tegen een lage prijs terug te kopen; na de vrede echter weigert hij de rechtsgeldigheid van het contract met een niet langer existerende mogendheid te erkennen en pas na een reeks slepende processen Veth contra Kohn kan hij tot betaling worden gedwongen.
Een tweede proces heeft Veth te voeren tegen een leverancier, de Société des Munitions de tir, de chasse et de guerre, over de eigendom van via stromannen bestelde ontstekingspijpjes; daar het aantal schakels tussen dr. Leyds en de Société groot was, kan geen bestelling zijnerzijds bewezen worden.
Tenslotte moet het stoomschip "Roussillon" van de hand worden gedaan, dat in 1900 gekocht was door het gezantschap voor vervoer van materiaal tussen Lourenço Marques en Madagascar; het schip stond op naam van een firma, de Compagnie française de cabotage à vapeur de Madagascar, die uit louter stromannen bestond.
Ook na het einde van Leyds' gezantschap onderhouden Leyds en Veth kontakt, dat dan echter formeel een ander karakter draagt. In de jaren na zijn werkzaamheden voor de Zuidafrikaanse Republiek gaat Veth weer in zaken.
In mei 1902 is de familie Veth al van Dordrecht naar Den Haag verhuisd, waar zij aan de van Oldenbarneveldtlaan en het Frankenslag wonen.
Het huwelijk van Bas Veth en Maria Johanna Smits wordt op 21 april 1911 ontbonden door echtscheiding krachtens vonnis van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage van 26 mei 1910.
Van Veths verdere omzwervingen is alleen bekend, dat hij vóór 2 mei 1911 Den Haag verlaten heeft en dat hij op 4 april 1944 te Gouvieux, departement de l'Oise, veertig kilometer ten noorden van Parijs, overlijdt. De overlijdensakte vermeldt als zijn beroep "interprète" zonder vaste verblijfplaats; als zijn echtgenote wordt Ripert A.L. Mazouye genoemd.
Geraadpleegde literatuur:
Leyds, dr. W.J. Tweede, derde en vierde verzameling, (Correspondentie 1899-1902) , 's-Gravenhage 1930, 1931, 1934. The Oxford History of South Africa, II South Africa 1870+1966, ed. L. Thompson en M. Wilson, Oxford 1971. Veth, H.G. Genealogie van het geslacht Veth , Baarn 1942(2). in: De Nederlandsche Leeuw.
Correspondentie: D 8.77/1977, D 8.79/1977, D 172/1978, D 8.72/1978.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het bestand werd in 1948/1949 overgenomen van de consul der Nederlanden te Antwerpen door bemiddeling van het ministerie van Buitenlandse Zaken en in de V.R.O.A. aangeduid als aanwinst 1949 nummer V.
De rechtstitel is (nog) onbekend

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief neemt 1,5 meter planklengte in beslag, waarvan het leeuwendeel door de stukken van Veth als medewerker van het gezantschap van de Zuidafrikaanse Republiek wordt ingenomen.
Verantwoording van de bewerking
In december 1950 kwam de inventaris van de hand van A.E.M. Ribberink gereed.
Eind 1977-begin 1978 werden de bescheiden opnieuw geïnventariseerd, daar de behoefte aan een nader gespecificeerde beschrijving gevoeld werd. Vriendelijke medewerking werd verleend door het Dordts Museum en de Gemeentelijke Archiefdienst van Dordrecht.
maart 1978

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Collectie 119 Bas Veth, nummer toegang 2.21.167, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Veth, 2.21.167, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar

Bijlagen

Archiefbestanddelen