Terug naar zoekresultaten

2.19.312 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing

Bekijk de zoekhulp bij dit archief

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

2.19.312
Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing

Auteur

Het Nederlandse Rode Kruis en het Nationaal Archief

Versie

24-12-2021

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
(c) 2019 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Het Nederlandse Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing
Ned. Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1944-1949

Archiefbloknummer

I28565

Omvang

; 81 inventarisnummer(s) 3,00 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Nederlands

Soort archiefmateriaal

Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Volksherstel / Opsporingsbureau Joodsche Personen te Amsterdam, okt. 1945 – dec. 1946

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het archief bevat stukken van het Bureau Opsporing Joodse Personen van de Amsterdamse afdeling van het Rode Kruis over de opsporing van en het verstrekken van inlichtingen over vermiste Joden. Het gaat onder andere om formulieren met de uitkomsten van opsporingsverzoeken, correspondentie over vermiste joden en om aanvraagformulieren voor informatie over vermiste Joodse personen.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
Bureau Opsporing Joodse Personen Amsterdam
Op 8 mei 1945 werd door de Amsterdamse afdeling van Nederlands Volkshersel (opgericht in het najaar van 1944) het Bureau Opsporing Joodse Personen Amsterdam opgericht. Dit bureau richtte zich op het onderzoek naar het lot van de weggevoerde Joden. Haar grootste en vrijwel enige bron van informatie voor dit onderzoek was de cartotheek van de Joodse Raad voor Amsterdam. De Joodse Raad voor Amsterdam was , ondanks de benaming ‘voor Amsterdam’, landelijk werkzaam geweest. In de cartotheek van de Joodse Raad was dan ook van bijna alle in Nederland aanwezige joden een vermelding te vinden.
Vanaf 15 oktober 1945 werd het werk van het Bureau Opsporing Joodse Personen door het Nederlands Volksherstel overgedragen aan de Amsterdamse afdeling van het Nederlandse Rode Kruis. Een aantal personeelsleden van Nederlands Volksherstel, waaronder Sal Broekman die net benoemd was tot chef Opsporing Vermiste personen, ging mee naar het Rode Kruis. ( A. van Bockxmeer, De oorlog verzameld. Het ontstaan van de collectie van het NIOD (Amsterdam 2014), blz. 257-259 )
In het verlengde van de wens van het Nederlandse Rode Kruis om het inlichtingenwerk te centraliseren, werd het Bureau Opsporing Joodse Personen van de Amsterdamse afdeling van het Rode Kruis op 1 januari 1946 een filiaal van het Informatiebureau van het Rode Kruis. Bij het Informatiebureau werd een speciale afdeling opgericht voor het opsporen van vermiste Joden, de Afdeling J. Broekman werd in de loop van 1946 hoofd van deze afdeling. Omdat in Amsterdam nog steeds veel Joodse personen mondeling om inlichtingen kwamen vragen over het lot van hun familieleden, bleef de cartotheek van de Joodse Raad nog tot eind 1947 in Amsterdam (in een pand aan de Staalstraat). Daarna werd de cartotheek overgedragen aan het Informatiebureau in Den Haag. ( Bockxmeer, De oorlog verzameld, blz. 263-265. ) Tot 1 mei 1949 hield het Informatiebureau voor Joodse zaken een filiaal aan in Amsterdam. ( Onderzoeksgids Oorlogsgetroffenen WO2, http://www.oorlogsgetroffenen.nl/archiefvormer/IBAdam )
Informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis
De vereniging Nederlandse Rode Kruis (NRK) is in 1867 opgericht met als doelstelling:
"In tijd van oorlog, het lot van den gekwetsten en zieken krijgsman door persoonlijke diensten en stoffelijke hulpmiddelen te helpen verzachten, ook dan, wanneer hare hulp wordt gevraagd door oorlogvoerende natiën, terwijl Nederland in den oorlog niet betrokken is; In tijd van vrede, zich uitsluitend tot die taak voor te bereiden, om daarvoor steeds gereed te zijn."
In 1909 krijgt het NRK bij Koninklijk Besluit de aanvullende opdracht om bij mobilisatie een informatiebureau voor zieken en gewonden in te richten.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voert het Informatiebureau (hierna: IB) voor de eerste keer de werkzaamheden van deze oorlogstaak uit. Primair bestaat de taak uit het inwinnen en uitwisselen van informatie over militairen, krijgsgevangenen en geïnterneerden. Daarnaast levert het IB hulppakketten aan krijgsgevangenen en sociale zorg aan hun verwanten.
Het takenpakket van het IB groeit in de loop der jaren en dat is aanleiding om in 1936 het IB in vier afdelingen te verdelen ( Verslag van het Nederlandse Roode Kruis gedurende de periode augustus 1939 december 1940 ) :
  • Afdeling I: Belast met aangelegenheden omtrent Nederlandse militairen;
  • Afdeling II: Belast met aangelegenheden omtrent militairen van vreemde nationaliteit;
  • Afdeling III: de Gravendienst, onder andere belast met de identificatie van onbekende gesneuvelden;
  • Afdeling IV: Belast met het zenden van pakketten aan krijgsgevangenen, geïnterneerde burgers en gijzelaars.
Daarnaast heeft het IB een algemeen secretariaat en een staf voor de financiële administratie.
Vanwege de groeiende internationale spanningen stelt het NRK het IB op 29 augustus 1939 opnieuw in werking. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog nemen de werkzaamheden van het IB explosief toe. Het IB richt zich op militairen maar er blijkt ook behoefte aan informatie over burgers. In juni 1940 richt het IB daarom het Correspondentiebureau en de Inlichtingendienst voor Burgers op ( Het correspondentiebureau probeerde contact tussen burgers in Nederland en burgers in het buitenland mogelijk te maken. Het Inlichtingenbureau behandelde vragen betreffende Nederlandsche vluchtelingen, Nederlanders in het buitenland en opvarenden van Nederlandse koopvaardijschepen. ) . Deze diensten staan los van het IB maar zijn er wel nauw mee verbonden. Tijdens de oorlog blijken er toch nog groepen geïnterneerden en gevangen te zijn die niet voorkomen in de instructie van het IB. Daarom richt het IB in mei 1943 de Afdeling V op. Deze afdeling gaat zich bezighouden met bijzondere aangelegenheden, zoals het verstrekken van inlichtingen over personen in gevangenissen ( Het Nederlandse Rode Kruis (1867-1967) door G.M. Verspyck. ) . Na de oorlog stelt het IB nieuwe afdelingen in om de informatiestromen beter te kunnen verwerken ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse militairen (inclusief Nederlanders in geallieerde dienst);
  • Afdeling B: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde militairen (inclusief Nederlanders in Duitse dienst);
  • Afdeling C: Belast met aangelegenheden betreffende Nederlandse burgers;
  • Afdeling D: Belast met aangelegenheden betreffende vreemde burgers;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven.
Na de capitulatie van Japan houdt Afdeling A zich bijna alleen nog maar bezig met de Nederlandse militairen in en rond Nederlands-Indië. Het blijkt ook praktischer alle zaken met betrekking Nederlands-Indië door dezelfde afdeling uit te laten voeren. Dit wordt voortaan gedaan door Afdeling A. De nog lopende zaken over Nederlandse militairen in Europa worden door afdeling A overgedragen aan Afdeling C. Eind 1945 worden ook de taken van Afdeling D bij Afdeling C gevoegd.
In de eerste jaren na de oorlog bestaat de taak van het IB voornamelijk uit het vaststellen van het lot van weggevoerde personen. Op 12 september 1945 wijst het NRK het IB dan ook aan als National Tracing Bureau. Ook andere instanties houden zich met opsporing bezig wat het opsporingswerk niet ten goede komt. In 1946 besluit de regering daarom de opsporingstaak te centraliseren bij het IB. De werkarchieven van de andere instanties worden naar het IB overgebracht
( Luijters, G., Schutz, R. en Jongman, M. (2017). De Deportaties uit Nederland 1940-1945. Portretten uit de archieven. ) . Het IB neemt lange tijd een zelfstandige plaats in binnen het Nederlandse Rode Kruis. Het heeft een eigen directeur en wordt tot het voorjaar van 1946 gefinancierd door het Ministerie van Oorlog. Hierna neemt het Ministerie van Sociale Zaken de financiering (deels) over.
Dit zorgt er voor dat het IB een nieuwe indeling krijgt ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1939 tot en met 1947 door J. van de Vosse. ) :
  • Afdeling A: Belast met alle werkzaamheden betreffende Nederlandse militairen en burgers in Indië en het verre Oosten;
  • Afdeling B: Belast met alle aangelegenheden betreffende Nederlanders in Duitse dienst en buitenlandse militairen (zogenaamde vreemde militairen);
  • Afdeling C: Belast met de aanleg van een Centrale Europese Cartotheek, het beheer van de documentatie en het archief en zaken die niet onder één van de andere afdelingen vallen zoals het opsporen van kinderen;
  • Afdeling E: Belast met alle aangelegenheden betreffende vermiste ex-politieke gevangenen;
  • Afdeling Gravendienst: Belast met de registratie van oorlogsgraven;
  • Afdeling H: Belast met alle aangelegenheden betreffende gedwongen en vrijwillig tewerkgestelde arbeiders;
  • Afdeling J: Belast met aangelegenheden betreffende Joden.
Eind jaren veertig neemt de hoeveelheid werkzaamheden van het IB af. Diverse afdelingen worden daarom opgeheven ( Het informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis; Verslag van over zijn werkzaamheden van 1948 tot en met 1953 door J. van de Vosse ) . Het IB blijft wel particulieren voorzien van informatie over oorlogsgetroffenen in Europa en Indonesië. Ook de gravendienst blijft actief. Vanaf de jaren ’60 wordt steeds vaker onderzoek gedaan voor de verificatie van uitkeringsaanvragen van oorlogsgetroffenen wat leidt tot de vorming van een aparte sectie voor verificatieonderzoek. Om een betere groepering van de werkzaamheden te krijgen voert het NRK in 1981 een grotere herindeling van de taken door ( Jaarverslag van het Informatiebureau 1981 ) :
  • Archief / documentatie / Oorlogsinformatie
  • Opsporingen / algemene informatie
  • Rampeninformatie binnenland / verbindingen
In de jaren die volgen vinden er nog meermaals (kleine) herindelingen plaats. Halverwege de jaren negentig zet het NRK een grote reorganisatie in. Voor de afhandeling van aanvragen met betrekking tot de periode rond de Tweede Wereldoorlog en Nederlands-Indië richt het NRK een aparte afdeling in: Oorlogsnazorg. Het Informatiebureau wordt hiermee opgeheven.
In 2014 wijzigt het NRK de naam van Oorlogsnazorg in Oorlogsarchief en brengt het de taak over naar de afdeling Opsporing en Ondersteuning ( Jaarverslag van het Nederlandsche Rode Kruis 2014 ) .
Geschiedenis van het archiefbeheer

Inhoud en structuur van het archief

Inhoud
Het archief bevat stukken van het Nederlandse Rode Kruis te Amsterdam, over de opsporing van en het verstrekken van inlichtingen over vermiste, voornamelijk Joodse personen, 1945-1947. Verder bestaat het archief uit formulieren met de uitkomsten van opsporingsverzoeken, 1945-1948,, uit correspondentie met personen en instanties die inlichtingen vragen over vermiste joden,1945-1948,) en uit aanvraagformulieren voor informatie over vermiste Joodse personen, binnengekomen bij de Afdeling Amsterdam Opsporing Joodsche Personen en het Afwikkelingsbureau Concentratiekampen, 1949. Tenslotte zijn in het archief ingekomen en afschriften van uitgaande brieven te vinden van de afdeling Amsterdam van het Nederlandse Rode Kruis ,1944-1945.
Selectie en vernietiging
Uit het archief is bij bewerking niets vernietigd.
Aanvullingen
Er worden geen aanvullingen verwacht
Verantwoording van de bewerking
Ordening van het archief
De stukken met betrekking tot de opsporing en het verstrekken van inlichtingen over vermiste, voornamelijk Joodse personen (inventarisnummers 1 t/m 11) zijn alfabetisch geordend op de naam van de aanvrager of de gezochte persoon. Op de stukken staat een aanvraagnummer dat verwijst naar de aanvraagnummers op de formulieren met de uitkomsten van opsporingsverzoeken (inventarisnummers 12 t/m 34). Deze serie is geordend op aanvraagnummer en datum. Op een gegeven moment is deze serie overgenomen door het Informatiebureau in Den Haag. De nummering loopt wel door.
De inventarisnummers 35 t/m 70, bevattende de correspondentie met personen en instanties die inlichtingen vragen over vermiste joden (1945-1948), zijn geordend op aanvraagnummer. Er is geen nadere toegang op deze correspondentie.
De inventarisnummers 78 en 79, die bestaan uitformulieren met verzoeken om informatie over vermiste Joodse personen (1949), zijn geordend op datum. Er is geen nadere toegang op deze formulieren.

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig beperkt openbaar (B).
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Andere toegang
Voor dit archief is geen andere toegang beschikbaar
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Het Nederlandse Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing, nummer toegang 2.19.312, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ned. Rode Kruis - Rode Kruis Amsterdam Joodse Opsporing, 2.19.312, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Afgescheiden archiefmateriaal
Verwante archieven
2.19.287 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Centrale Europese Cartotheek (CEC) (archiefinventaris 2.19.287)
2.19.288 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Persoonsdossiers Europees (archiefinventaris 2.19.288)
2.19.291 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, S-Persoonsdossiers (archiefinventaris 2.19.291)
2.19.292 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, X-Persoonsdossiers (archiefinventaris 2.19.292)
2.19.293 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis, Y-Persoonsdossiers (archiefinventaris 2.19.293)
2.19.313 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau, Afwikkelingsbureau Concentratiekampen (ABC) Cartotheek (archiefinventaris 2.19.313)
2.19.314 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Informatiebureau, Collectie Vervolging Westerbork (archiefinventaris 2.19.314)
2.19.321 Inventaris van het archief van het Nederlandse Rode Kruis - Kampen en Gevangenissen (archiefinventaris 2.19.321)
Publicaties Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1939-1947 , Den Haag, 1948
Vosse, J. van de, Het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis. Verslag over zijn werkzaamheden van 1948-1953 , Den Haag, 1953