Gratieverzoeken, 1813-1977

Gratie is een kwijtschelding, vermindering of een verandering van een straf. Bent u op zoek naar een gratieverzoek? Gebruik dan deze zoekhulp.

Alles uitklappen

Om de beschikking op het gratieverzoek te vinden, zoekt u in de archieven van de Staatssecretarie of die van het Kabinet des Konings/der Koningin. In deze archieven zoekt u de stukken in de series Koninklijke Besluiten op de datum van het genomen besluit. De datum van het besluit kunt u op twee manieren achterhalen:

  1. Via de namenklappers en indices op deze archieven. 
  2. Via het register der gratiën in het archief van het Keizerlijke en Hooggerechtshof 1813-1838 (2.09.17) (inventarisnummers 620-630) en het archief van de Hoge Raad 1838-1929 (2.09.28) (inventarisnummers 359-371)

Meer informatie over het zoeken naar een Koninklijk Besluit vindt u hier.

Om het rekest (verzoekschrift) en eventuele andere stukken te vinden, zoekt u in het verbaal archief van het ministerie van Justitie. Het Algemeen verbaal is een chronologisch geordende serie van ingekomen en uitgaande stukken. In deze series zoekt u stukken op met behulp van indices en namenklappers. Voor bepaalde periodes zijn er aparte indices ‘graties’. 
1839-1875: archief ministerie van Justitie (2.09.01), inventarisnummers 4135-4565.
1876-1878: archief ministerie van Justitie (2.09.05), 3e afdeling
1878-1889: archief ministerie van Justitie (2.09.05), 2e afdeling
1889-1914: archief ministerie van Justitie (2.09.05), 2e afdeling B
1914-1940: archief ministerie van Justitie (2.09.05), afdeling 2a
In bepaalde periodes en naar aanleiding van bijzondere omstandigheden zijn er aparte dossiers gevormd over gratieverzoeken. Deze dossiers bevinden zich ook in het archief van het ministerie van Justitie: 

Archief ministerie van Justitie (2.09.01):

  • Inventarisnummer 5052: stukken over gratieverzoeken besproken in de Raad van Gratie  1833-1838. Hierbij zitten rekesten en andere bijlagen.
  • Inventarisnummer 5053: stukken over de nieuwe gratieregelingen in 1838/39, briefwisseling over de bevoegdheden van de provinciale gerechtshoven na 1848 en stukken over verzoeken om advies en ingekomen adviezen over de periode 1849-1869.
  • Inventarisnummers 5155-5157: stukken over gratieverleningen voor jeugdige veroordeelden 1850-1870, voor door schuttersraden veroordeelden en voor veroordeelde Oost-Indische militairen, 1857-1869. De stukken staan beschreven in de klappers en indices op het verbaal archief, maar zijn bij deze inventarisnummers gevoegd. Hierbij vindt u rekesten en andere bijlagen.
  • Inventarisnummers 5158-5161: stukken over gratieverlening voor bepaalde individuele gevallen 1826-1872.
  • Inventarisnummer 5162-5171: stukken over rehabilitatie en generaal pardon 1819-1872.

Archief ministerie van Justitie (2.09.05):

  • Inventarisnummers 6629: stukken over gratieverlening naar aanleiding van de troonsbestijging van Wilhelmina.
  • Inventarisnummers 6630-6631: stukken over gratieverlening naar aanleiding van het  huwelijk van Wilhelmina.
  • Inventarisnummers 6632-6636: stukken over gratieverlening naar aanleiding van de geboorte van Juliana.

Over de periode 1945-1977 is een apart archief ministerie van Justitie, gratie doodstraffen  (2.09.71) aangelegd over gratie op doodstraffen. Hierin bevinden zich individuele dossiers, geordend op persoonsnaam. Ook in het archief van het ministerie van Justititie/DGBR (2.09.08) is in inventarisnummers 86-210 en 1932-2041 wat terug te vinden over gratie en/of strafvermindering en vervroegde vrijlating.

U weet dat Adriaan Kremers in 1910 is veroordeeld wegens diefstal. Om erachter te komen of er gratie is verleend begint u met zoeken in het archief van het Kabinet der Koningin 1898-1914 ( 2.02.14). In de klapper op 1910 (inventarisnummer 7918) vindt u Adriaan Kremers ingeschreven met daarachter de vermelding Gratie 745. Deze vermelding verwijst naar de bladzijde 745 van de Index over 1910. Deze vindt u in inventarisnummer 7837. In de index staat op bladzijde 745 een Rapport van de minister van Justitie ingeschreven, betreffende het verzoek om Gratie van A. Kremers, gedetineerd te Rotterdam. Het Koninklijk Besluit (KB) is genomen op 31 oktober 1910, nummer 61. Deze datum bevindt zich in het verbaal archief in inventarisnummer 5638 en onder nummer 61 vindt u het KB. Daarnaast treft u ook het rapport van de minister aan en het advies van de rechtbank Rotterdam.

Om uit te zoeken of er nog onderliggende stukken zijn, zoals het rekest, kunt u verder zoeken in het archief van het ministerie van Justitie. U kijkt in de klapper over 1910 die u vindt in inventarisnummer 5998 van het archief ministerie van Justitie 1876-1914 (2.09.05). Daarin vindt u A. Kremers met daarbij de aantekening Jeugdige Veroordeelden 26.

In de index (inventarisnummer 5990) vindt u onder de kop Jeugdige Veroordeelden onder nummer 26 A. Kremers ingeschreven met daarbij vier data en documentnummers. Dit zijn de data waarop er stukken zijn ontvangen of verzonden over deze zaak. Alle data kunnen worden omgezet in een inventarisnummer van het verbaal archief. Hier zijn dat de inventarisnummers 5508, 5524, 5534 en 5540. In inventarisnummer 5534 (27 oktober nummer 573) vindt u de kladversie van het rapport van de minister. Helaas blijkt het rekest niet meer aanwezig.

Voor 1838 werd een rekest om gratie of vermindering van straf naar de Koning gestuurd. De Koning stuurde dit rekest door naar de minister van Justitie. Deze stuurde het rekest voor beraad en advies naar het Hooggerechtshof. De Kamerpresidenten van het Hooggerechtshof maakten vervolgens rapport op en stuurden het rekest voor ‘berigt en consideratie’ naar de Procureur Generaal van het veroordelende hof. De Commissie van Gratie van het Hooggerechtshof, bestaande uit de Kamerpresidenten en de Procureur Generaal, stelde een advies op en zond dit weer naar het ministerie van Justitie. Dit advies werd door de minister voorzien van commentaar en naar de Koning gestuurd. Deze nam het uiteindelijke besluit over het verzoek.

Soms behandelde de Raad van Gratie het verzoek. Deze Raad kwam bijeen op advies van de Commissie van Gratie om zaken van zeer zwaarwichtige aard, zoals verzoeken van gratie op doodstraffen, te bespreken. Niet alle rekesten inzake doodstraffen werden hier besproken. Vanaf 1839 is de Raad van Gratie vermoedelijk niet meer bij elkaar geweest.

In deze periode was de Commissie van Gratie inmiddels ontbonden. De Hoge Raad nam de adviserende taak over. Na de grondwetswijziging van 1848 kregen ook de rechters van de veroordelende hoven een adviserende taak. De minister van Justitie kreeg al vanaf 1827 steeds meer bevoegdheden om bepaalde afwijzende beschikkingen op verzoeken van gratie zelf af te handelen, zonder besluit van de Koning. Na 1856 werden alle afwijzende beschikkingen aan de minister overgelaten en was de Koning alleen nog betrokken bij positieve beschikkingen.

  • Sibo van Ruller, Genade voor recht. Gratieverlening aan ter dood veroordeelden in Nederland 1806-1870 (Amsterdam 1987), bibliotheek Nationaal Archief 178 A 35
  • O.E. van Schravendijk, Leemten in het gratierecht (Deventer 1968), bibliotheek Nationaal Archief 71 C 26