Terug naar zoekresultaten

3.18.02 Inventaris van het archief van het klooster Sint Agatha

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.02
Inventaris van het archief van het klooster Sint Agatha

Auteur

S.W.A. Drossaers

Versie

08-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1916 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Delftse Statenkloosters St. Agatha
Delftse Statenkloosters / St. Agatha

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1310-1578

Archiefbloknummer

36001

Omvang

481 inventarisnummer(s) 0,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Middelnederlands*

Soort archiefmateriaal

De geschreven teksten vereisen paleografische kennis. Archief bevat charters/zegels.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Delftse Statenkloosters St. Agatha

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het klooster St.Agatha was de grootste der zgn. Delftsche Statenkloosters. Het archief van dit klooster bestaat uit twee gedeelten. Het eerste bevat ongeveer 380 charters en een register van landpachten en heeft uitsluitend betrekking op het bezit. Het tweede deel omvat een verzameling ca. 70 charters die voornamelijk betrekking hebben op de stichting van het klooster en de regeling van het kloosterleven, privilege- en broederschapsbrieven.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
HET KLOOSTER St. AGATHA
Het klooster St. Agatha ( Zie voor de geschiedenis van dit klooster en voor die der gebouwen Jhr. B. W. F. van Riemsdijk: Historische beschrijving van het klooster St. Agatha met het Prinsenhof te Delft. 1912. Het ontstaan en de eerste groei van het klooster zijn tot in bijzonderheden bekend uit een HS. van 1442, geheeten: "Dit is van den eersten begin van desen huse". N. C. Kist, wiens eigendom het werd in 1851 op een auctie bij Van Stockum, liet het drukken in Nieuw arch. voor Kerkel. gesch. IV 381. In 1861, toen de nalatenschap van Kist bij Van Stockum verkocht werd, oordeelde Bakhuizen van den Brink, dat het boekje bij de gemeente Delft, die het evenals hij koopen wilde, op de plaats was, waar het behoorde, waarom hij zich van concurrentie onthield (Zie Uitgaande brieven Algemeen Rijksarchief 1861 no. 29). ) , het grootste der kloosters binnen Delft, dankte zijn oorsprong aan het verlangen van den vice-cureit der Oude Kerk, JACOB JAN, om de vroomheid onder zijn parochianen te bevorderen. Omstreeks 1380 kocht hij samen met een zekeren JAN CASUS een houten huisje aan den Geerweg, waarin zij enige maagden lieten wonen onder toezicht van een weduwe als maerte (verg. ministra). Daar haar aantal, en, dank zij de toetreding van een rijke weduwe, ook de inkomsten toenamen, verhuisden zij in 1400 reeds voor de tweede maal en nu naar een steenen huis, en werd in 1406 het aangrenzende pand er bij gekocht. Het laatste is zeker nog herhaalde malen gebeurd, voordat de woning der zusters den omvang had gekregen, dien zij ten slotte had. Zij lag aan de Oude Delft tegenover de Oude Kerk en grensde met haar noordelijken muur aan de Schoolstraat. Tot 1400 hadden de zusters in een vrije vereeniging zonder bepaalden regel geleefd, doch in dat jaar sloten zij zich, op aandringen van WERMBOLD VAN BUSCOP, pater der tertiarissen te Utrecht en biechtvader der Delftsche zusters, aan bij de derde orde van St. Franciscus. Waarschijnlijk gaf dit aan enkelen onder haar aanleiding het huis te verlaten en zelf een nieuwe vrije vereeniging te stichten, waaruit dan het klooster St. Barbara zou zijn voortgekomen. ( Zie voor dat klooster toegang 3.18.04 )
In 1402 volgde de besluiting der zusters en de verheffing van het huis met bijbehoorende kapel tot een klooster der orde, dat genoemd werd naar de martelares St. Agatha. Later sloot het zich aan bij het Utrechtsche kapittel.
Had de regeering van Delft aanvankelijk bepaald, dat het aantal inwonende zusters 30, dat der buitenwonende 7 mocht bedragen, in 1479 kreeg het klooster van Maximiliaan en Maria vergunning tot het hebben van 125 zusters en tevens tot het bezitten van 1500 Rijnsche guldens aan jaarlijkse inkomsten en van 80 morgen land, waarvoor zij den vorsten jaarlijks 400 pond betaalden. Zoo werd waarschijnlijk de goede verhouding tot den landsheer weer hersteld na de hevige tooneelen, die het gevolg waren geweest van het verzet der geestelijkheid tegen de afpersingen door Karel den Stouten, waarbij het klooster St. Agatha een groote rol had gespeeld. ( Zie D. van Bleyswijck a. w. I 318. )
Voor het beheer van haar aanzienlijk bezit mochten de zusters met verlof der stadsregeering jaarlijks drie poorters kiezen, die haar renten inden, haar in rechten vertegenwoordigden en tweemaal 's jaars rekening deden.
In de beangstigende tijden omstreeks 1572, verkeerde dit klooster in de gunstige omstandigheid, dat het den prins, bij zijn bezoeken in Delft, als gast van den prior CORNELIS MUSIUS placht te herbergen en hij er zich in dat jaar voor goed vestigde in het Noord-oostelijke deel van het gebouw, het latere Prinsenhof. Den moord door LUMEY op MUSIUS gepleegd kon hij evenwel niet verhinderen. De zusters behoefden niet, als zooveel andere kloosterlingen, hun huis te verlaten maar bleven er wonen, totdat zij uitgestorven waren.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van dit klooster bestaat in hoofdzaak uit twee verzamelingen; de eerste bevat ongeveer 380 charters en een blafferd van de landpachten en heeft uitsluitend betrekking op het bezit; zij behoort van ouds aan het Algemeen Rijksarchief. De tweede evenwel, bestaande uit circa 70 charters is afkomstig uit de nalatenschap van den hoogleeraar N. C. KIST en werd in 1861 door het Rijksarchief aangekocht op auctie van VAN STOCKUM. ( G. H. M. Delprat geeft in Kerkhistorisch archief IV pag. 13 een overzicht van deze verzameling en heeft daar een aantal charters doen afdrukken, welke helaas wemelen van fouten. ) In deze verzameling bevinden zich voornamelijk de stukken, die betrekking hebben op de stichting van het klooster en de regeling van het kloosterleven, privilege- en broederschapsbrieven, kortom allerlei, waarbij de Staten van Holland, bij de annotatie der geestelijke goederen, geen belang hadden. Het ligt voor de hand dit als de reden der scheiding aan te nemen. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK veronderstelde, dat deze verzameling een archief uitmaakte, dat bepaaldelijk onder den prior berust had, waarvoor de aanwezigheid van enige stukken, CORN. MUSIUS persoonlijk aangaande, pleiten zou; dat archief zou dan na diens dood in vreemde handen geraakt zijn. ( Uitgaande brieven Algemeen Rijksarchief 1861 no. 29. ) Tegen dit vermoeden zijn enige bezwaren. Het is onwaarschijnlijk, dat MUSIUS, toen hij, zooals verscheidene andere geestelijken deden, Delft verliet om een rustiger verblijf te zoeken, stukken meegenomen zou hebben, waarbij niemand eenig belang had dan het klooster, dat bleef bestaan. Bovendien blijft dan onbegrijpelijk, dat enkele stukken in deze verzameling, die op het financieele beheer betrekking hebben, van de andere afgescheiden, en in dit speciale priorsarchief ondergebracht zouden zijn. Wel zou de aanwezigheid dier stukken te verklaren zijn, wanneer ook zij waardelooze papieren (d.w.z. waardeloos voor de Staten) bleken te zijn, en dat is inderdaad het geval:
Inv. no. 27 spreekt van den eigendom van een gedeelte van het gebouw; de kloostergebouwen nu bleven in 1572 zooals ze waren, en werden in 1577 door de Staten afgestaan aan de gemeenten, waarbinnen ze lagen.
De nos. 28 en 109 spreken waarschijnlijk van eenzelfde perceel land, dat blijkens de rekeningen van den rentmeester, eigendom van het klooster is geworden, zoodat de pachtbrief zijn waarde had verloren.
Het land, waarvan sprake is in no. 95, komt in den Blafferd (Inv. no. 21) niet meer voor.
No. 105 betreft een perceel land, dat door het klooster verkocht is.
De nos. 150 en 151 zijn rentebrieven ten laste der grafelijkheid, welke niet betaald werden, evenmin als die ten laste der stad Delft (nos. 152-155), bij wie de Staten in de schuld stonden.
De rente, vermeld in no. 159, komt in de rekeningen niet meer voor.
De nos. 160, 171, 173-181 zijn schuldbekentenissen, testamentaire beschikkingen en quitanties, alle oud genoeg om in 1572 waardeloos geworden te zijn.
De nos. 183-185, die zeer waarschijnlijk niet tot het archief van dit klooster behooren, kunnen buiten bespreking blijven. Het blijft mij dus waarschijnlijker voorkomen, dat de heterogene verzameling, die deze stukken met die, betreffende stichting en leefregels, vormen, door de Staten van Holland werd versmaad, dan dat zij een bijzonder archief heeft uitgemaakt.
Ten slotte is nog bij het archief gevoegd een pauselijke bul voor de kloosters St. Agatha te Delft en St. Ursula te Schiedam (Inv. no. 8), welke in 1889 door het Algemeen Rijksarchief werd aangekocht op een auctie van VAN STOCKUM, en zijn in de beschrijving opgenomen vier stukken, die naar het archief der Oud-Bisschoppelijke Klerezy te Utrecht verdwaald bleken te zijn (Inv. nos. 82, 92, 188 en 189).
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Delftse Statenkloosters St. Agatha, nummer toegang 3.18.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Delftse Statenkloosters / St. Agatha, 3.18.02, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet aanwezige stukken komen voor in het archief van de Oud-Bisschoppelijke Clerezij (Utrechts Archief).
Verwante archieven
Voor toegangen op de archieven van de overige Delftsche Statenkloosters, zie nrs. 3.18.03 tm. 3.18.09

Archiefbestanddelen

        • (reg. nos. 180, 338, 374 en 400).

          • 180 1433 Mei 10.

            Gezworenen in der Abdissen recht van Reinsburch oorkonden, dat Dirc Dammaesz. heeft verkocht aan den schout, Pieter Ruysch, de helft van 3 morgen land aldaar, geheeten de Hoetcamp.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende dertich op den tienden dach in Mey.

            Oorspr. ( Inv. no. 24.4 ).

            Met het ambachtszegel in groene was. Met drie transfixen d.d. 1481 Juli 5, 1493 Maart 16 en 1503 Januari 30 (zie de nos. 338, 374 en 400).

          • 338 1481 Juli 5.

            Gezworenen in der Abdissen recht van Reynsburch oorkonden, dat Alijt Jan Roen wed. verkocht heeft aan Dirck Jacopsz. van Dijc het land, vermeld in den brief d.d. 1433 Mei 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 180).

            Opten vijften dach in Julio int jair ons Heren MCCCC een ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 24.3 ).

            Met het ambachtszegel in groene was. Met twee transfixen d.d. 1493 Maart 16 en 1503 Januari 30 (zie de nos. 374 on 100).

          • 374 1493 Maart 16.

            Gezworenenen in der Abdissen recht van Reynsburch oorkonden, dat Dirc Jacopsz. van Ackersdijck verkocht heeft aan Dammas Jansz. het land, vermeld in de brieven d.d. 1433 Mei 10 en 1481 Juli 5, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 180 en 338).

            Opten XVIen dach in Mairte anno XIIIIe twiëntnegentich nae beloop sHooffs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 24.3 ).

            Met het ambachtszegel in groene was. Met transfix d.d. 1503 Januari 30 (zie no. 400).

          • 400 1503 Januari 30.

            Gezworenen in der Abdissen recht van Reynsburch oorkonden, dat Barbara Dammas Jansz. wed. en Cornelis Dammasz., haar zoon, hebben verkocht aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in de brieven d.d. 1433 Mei 10, 1481 Juli 5 en 1493 Maart 16, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 180, 338 en 374).

            Opten lesten dach in Januario int jair ons Heeren dusent vijffhondert ende twee na den loop sHoifs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 24.1 ).

            Met het ambachtszegel in groene was.

        • S5 1407 Mei 24.

          Dirc van Groenenvelde en Dirc Heijn, schepenen in Delf, oorkonden da het klooser van Onser Vrouwen broeders te Haerlem heeft verkocht aan de besloten zusters een erf aan de noordzijde van de kapel van die zusters.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven de Dynxdaechs op Sinte Urbanus avont

          Oorspr. ( Inv. no. 24A ).

          Een schepenzegel geheel, het tweede grotendeels verloren.

          (reg. no. S5).

        • (reg. nos. 4-6 en 69).

          • 4 1372 April 6.

            Schepenen in Delf oorkonden, dat de voogd van Willem Snellen Jacobsz. van Vlairdinghe van Gheryd van den Werve heeft gekocht de helft van 5 morgen poortland.

            Int jair ons Heren dusent driehondert twee ende tseventich tsDinxdaghes na beloken Paeschen.

            Oorspr. ( Inv. no. 25.4 ).

            Met twee sehepenzegels in groene was, waarvan een geschonden. Met transfix d.d. 1411 December 15 (zie no. 69), waardoor de nos. 5 en 6 aan dezen brief zijn vastgemaakt.

          • 5 1376 Januari 29.

            Schepenen van Delf oorkonden, dat de voogd van Willem Snellen Jacobsz. heeft gekocht van Clays Bloemairtsz. 71/2 hont land, die deze had in een perceel land, groot 5 morgen.

            Int jair ons Heren dusent driehondert vijf ende tseventich tsDinxdaghes na sinte Pouwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 25.3 ).

            Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1411 December 15 (zie no. 69), waardoor deze brief is vastgemaakt aan no. 4.

          • 6 1376 Januari 29.

            Schepenen in Delff oorkonden, dat de voogd van Willem Snellen Jacobsz. heeft gekocht van Jan Dirc Saysz. 71/2 hont land, die hij bezat in een perceel land, groot 5 morgen.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert vijf ende tseventich tsDinxdaghes na sinte Pouwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 25.2 ).

            Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1411 December 15 (zie no. 69), waardoor deze brief is vastgemaakt aan no. 4.

          • 69 1411 December 15.

            Schepenen in Delff oorkonden, dat Willem Snellen Jacobsz. heeft verkocht aan het klooster van St. Aechte aldaar de 5 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1372 April 6 en 1376 Januari 29, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 4-6).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende elve des Dinxdaghes na sinte Luciën daghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 25.1 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

        • S7 1423 Juli 6.

          Schepenen in Delf oorkonden dat Dirc Adam Gerytsz ten behoeve van het klooster St. Aechte heeft gekoch van Lourijs Dammaesz een huis en erf achter de toren van de Oude Kerk.

          Int jaer ons Heren MCCCC drie ende twintich tsdinxdages na Sinte Martijns dach translatio.

          Oorspr. ( Inv. no. 25A ).

          Met twee schepenzegels verloren.

          (reg. no. S7).

        • 153 1429 April 5.

          Schepenen in Delf oorkonden, dat Jan Burch heeft verkocht aan het klooster St. Aechte te Delft 1/12 van 11 morgen poortland, die hij van zijn zwager Jan van Rijswijc had geërfd, waarvan er 7 Zuidwaarts van het klooster Coninxveld aan den Westkant, en de overige 4 daar tegenover aan den Oostkant van de vaart liggen.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende twintich des Dinxdaghes na sinte Ambrosius' dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 26 ).

          Met twee schepenzegels in groene was.

          (reg. no. 153).

        • Uit de collectie Kist.

          (reg. nos. 54, 56, 106 en 220).

          • 54 1406 December 2.

            Jan van Yselsteyn verkoopt aan het klooster St. Aechte een huis met erf, gelegen aan de Zuidzijde van het klooster.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sesse des Donredages na sinte Katrinen dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 27.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 56 1408 September 25.

            Schepenen in Delff oorkonden, dat Jan Willem Moersz. heeft gekocht van Jan van Yselsteyn een huis met erf, gelegen aan de Zuidzijde van het huis der besloten zusters aan de Oudelff.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende achte tsDinsxdaghes na sinte Mauricius' dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 27.2 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

          • 106 1419 Januari 28.

            Lijsbeth van Cranenburch, Jan Willemsz. wed., maakt met het klooster St. Aechte een overeenkomst aangaande het gemeenschappelijk gebruik van haar huis en erf, die na haar dood eigendom van het klooster zullen worden.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende neghentien des Saterdaghes na sinte Pauwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 27.3 ).

            Met het zegel van het convent der zusters van St. Margriet buiten Leyden, in groene was.

          • 220 1439 Juli 13.

            Lijsbeth van Cranenburch, Jan Willem Moirsz. wed., verklaart, dat haar man eertijds van Jan van Yselsteyn, ten behoeve van het klooster St. Aechte, een huis heeft gekocht, en dat zij met dat klooster zijn overeengekomen, dat zij hun beider leven lang het huis zouden bewonen, hetwelk na hun dood aan het klooster zal komen in vollen eigendom.

            Int jaar ons Heren MCCCC negen ende dertich op sinte Margrieten dach.

            ( Inv. no. 27.4 ).

            Met de zegels van Mr. Geryt van der Hove, dokter, en Jacop Ofhuys in groene was.

        • Uit de collectie Kist.

          (reg. nos. 311 en 312).

          • 311 1471 April 20.

            De notaris Wilhelmus Buer instrumenteert, dat Thomas Symonsz. van Aemsterdam, rector der kapelanie van St. Katherina te Alcmarum, is overeengekomen met Thomas uten Campe, rector van het klooster St. Agatha te Delff, dat genoemd klooster 6 morgen land, die de kapelanie bij Delff bezit, in erfpacht zal nemen tegen 20½ gouden schild jaarlijks.

            Acta fuerunt hec Trajecti in domo inhabitacionis mei notarii infrascripti sub anno indictione mense die et pontificatu quibus supra (anno a nativitate Eiusdem millesimo quadringentesimo septuagesimo primo indictione quarta mensis vero Aprilis die vicesima pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Pauli divina prudencia pape secundi anno suo septime).

            Oorspr. ( Inv. no. 28.2 ).

            Met signatuur van den notaris. Met transfix d.d. 1471 April 20 (zie no. 312).

            Zie reg. no. 19.

          • 312 1471. April 20.

            David de Burgundia, bisschop van Trajectum, ratificeert den brief d.d. 1471 April 20, waardoor deze gestoken is (zie no. 311).

            Datum anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo primo mensis Aprilis die vicesima.

            Oorspr.( Inv. no. 28.1 ).

            Met geschonden bisschopszegel in rode was.

        • 371 1492 April 5.

          Het klooster St. Ursula te Schiedam verkoopt aan het klooster St. Aechte 8 morgen land bij Delff.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert twie ende tnegentich opten vijften dach in Aprill.

          Oorspr. ( Inv. no. 29 ).

          Met geschonden conventszegel in groene was.

          (reg. no. 371).

      • Zie Inv. no. 146.

      • Zie ook Inv. no. 146.

        • 231 1443 Juli 19.

          Heynric Robbrechtsz., priester, deken te Naeldwijc, verkoopt aan het klooster van St. Agatha twee perceelen land, elk groot 1/2 morgen tsGravenzande.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende viertich des Vrydages na sinte Margrieten dach

          Oorspr. ( Inv. no. 31 ).

          Met het zegel van Florys van Alcmade in groene was.

          (reg. no. 231).

        • 236 1445 December 24.

          Schepenen van tsGravensande oorkonden, dat Huge Louwenz. verkocht heeft aan het klooster van St. Aechte 1 1/2 morgen land aldaar.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende viertich opten heyligen Kerssavont.

          Oorspr. ( Inv. no. 32 ).

          Met twee schepenzegels in groene was.

          (reg. no. 236).

        • 361 1488 April 24.

          Cornelis Ghijsbrechtsz. van Andel geeft aan het klooster St. Aechte 4 perceelen land in tsGravensande, groot 10, 14 en 8 hont, en 1 morgen.

          Gedaen in 't jaer ons Heeren MCCCC acht ende tachtich opten XXIIIIen dach in Aprill.

          Oorspr. ( Inv. no. 33 ).

          Met de zegels van den oorkonder en Vranck Geryt Stormsz. in groene was.

          (reg. no. 361).

        • 362 1489 Februari 9.

          Dirc Souck Jansz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 4 morgen land tsGravensande met de bepaling, dat het klooster memorie en jaargetijde zal houden voor de ziel van Margriet Willem Dircxdr. en dat hij zal bijleggen, wat het land minder dan 12 pond jaarlijks zal opbrengen.

          Int jaer ons Heeren MCCCC acht ende tachtich opten IXen dach in Februario na loop tsHoofs van Hollandt.

          Oorspr. ( Inv. no. 34 ).

          Het zegel van den oorkonder in groene was, afgescheurd.

          (reg. no. 362).

        • (reg. no. 241, 243, 244, 254, 284, 291, 292, 349, 354-356 en 391).

          • 241 1447 Januari 21.

            Doede IJsbrantsz. verkoopt aan Reyner Martijnsz. 1 1/2 morgen land in Naeldwijck.

            Op sinte Agnieten dach int jair ons Heren duysent vierhondert zes ende viertich na den lope des Hoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.1 )

            Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was. Door drie brieven d.d. 1487 Januari 22 (zie de nos. 354-356) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1447 Juni 20 (zie no. 244).

          • 243 1447 Mei 20.

            Meester Gheryt Hughe Vreyenz. verkoopt aan Clays Govairtsz. 2 morgen land tsGravensande.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende viertich op die twintichsten dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.2 ).

            Met de zegels van Symon Dircsz. en Jan Jansz. in groene was. Met transfix d.d. 1449 October 11 (zie no. 254). Door drie brieven d.d. 1487 Januari 22 (zie de nos. (354-356) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1447 Juni 20 (zie no. 244).

          • 244 1447 Juni 20.

            Phillips die Bloot Odziersz. verkoopt aan Katrijn Pieter Scriemakers wed. een rente van 5 gouden Rijnsche guldens jaarlijks, waarvoor hij verbindt 6 morgen land met daarop staande woning te Rijswijck en nog 2 1/2 morgen aldaar.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende viertich opten twintichsten dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.4 ).

            Met de zegels van Phillips die Bloot en Phillips Huge Starckenz. in groene was. Met drie transfixen d.d. 1487 Januari 22 (zie de nos. 354-356), waardoor tevens aan dezen brief zijn vastgemaakt de nos. 241, 243, 254 en 284.

          • 254 1449 October 11.

            Claes Goevaertsz. verkoopt aan Reyner Martijnsz. te Delft het land, vermeld in den brief d.d. 1447 Mei 29, waardoor deze gestoken is (zie no. 243).

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert negen ende vierticb opten elfsten dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.4 ).

            Met de zegels van Florys Gherytsz. en Jacob Willemsz. in groene was, waarvan het eerste geschonden. Door drie brieven d.d. 1487 Januari 22 (zie de nos. 354-356) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1447 Juni 20 (zie no. 244).

          • 284 1460 Juni 20.

            Landschepenen tsGravenzande oorkonden, dat Ave Boekels wed. heeft verkocht aan Reyner Martijnsz. 2 morgen 9 gaarden land aldaar in 't Ouwelant.

            Int jaer ons Heren duussent vierhondert ende tsestich opten twintichsten dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.5 ).

            Met het landzegel in groene was. Door drie brieven d.d. 1487 Januari 22 (zie de nos. 354-356) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1447 Juni 20 (zie no. 244).

          • 354 1487 Januari 22.

            Aeltruydt Wendt Heynrix wed. verkoopt aan het klooster St. Aechte 2 hont land tsGravensande in 't Oudelant, 2 hont land te Naeldwijck en haar aandeel in een rente van 5 gouden Rijnsche guldens jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1447 Juni 20, waardoor deze gestoken is (zie no. 244).

            Opten XXII dach in Januario int jair ons Heren MCCCC ses ende tachtich na custume vant schryven sHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.9 ).

            Met de zegels van Michiel Pouwelsz. en Vranck Claesz. in groene was. Met transfix d.d. 1498 November 9 (zie no. 391).

          • 355 1487 Januari 22.

            Maertijn Reynersz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1 morgen 4 hont land in het Oudelant tsGravenzande, 2 hont land te Naeldwijck en zijn aandeel in een rente van 5 gouden Rijnsche guldens jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1447 Juni 20, waardoor deze gestoken is (zie no. 244).

            Int jair ons Heren MCCCC ses ende tachtich opten XXII dach in Januario na custume van scryven sHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.10 ).

            Met de zegels van MichielPouwelsz. en Vranck Claesz. in groene was. Met transfix d d. 1498 November 9 (zie no. 391).

          • 356 1487 Januari 22

            Boekel Gerytsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 2 hont land in het Oudelant te tsGravenzande, 2 hont land te Naeldwijck en zijn aandeel in een rente van 5 gouden Rijnsche guldens jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1447 Juni 20, waardoor deze gegestoken is. (zie no. 244)

            Opten XXII dach in Januario int jaer ons Heren MCCCC zes ende tachtich nae custume van scryven sHoefs van Hollant.

            ( Inv. no. 35.11 ).

            Met transfix d.d. 1498 November 9 (zie no. 391). Met de zegels van Michiel Pouwelsz. en Vaanck Claesz. in groene was.

          • 291 1462 Juli 10.

            Margriet Reyner Martijnsz. wed. bewijst aan het klooster St. Aechte, als vaderlijk erfdeel van Margriet Reynersdr., zuster in dat klooster, 2 morgen en de helft van 4 morgen min 18 gaarden te sGravenzande, 1½ morgen in Naeltwijc en 5 Rijnsche guldens jaarlijks uit 6 morgen land met woning in Rijswijc, met de bepaling, dat na den dood van Margriet Reynersdr. 1/3 hiervan aan het klooster, en 2/3 aan haar erfgenamen zal komen.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert twie ende tsestich opten tienden dag in Julio.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.6 ).

            Met het zegel van Jan Souc Willemsz. in groene was.

          • 349 1486 October 9.

            Pieter Houck en Lourys Pieters zoons verkoopen aan Maertijn Reynersz. 1/3 van 4 morgen min 18 gaarden land, vermeld in den brief d.d. 1462 Juli 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 292), en dat zij geërfd hebben van Margriet Reyner Martijnsdr.

            Int jair ons Heren MCCCC zes ende tachtich opten IXen dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.7 ).

            Met de zegels van Dammas Sijsman Pietersz. en Wigger Pietersz. in groene was.

          • 292 1462 Juli 10.

            Het klooster St. Aechte verklaart ontvangen te hebben van Margriet Reyner Martijnsz. wed. als vaderlijk erfdeel voor haar dochter Margriet, zuster in het klooster, 2 morgen en de helft van 4 morgen min 18 gaarden tsGravenzande, 1½ morgen te Naeltwijc en 5 Rijnsche guldens jaarlijks uit 6 morgen land met woning te Rijswijc.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert twie ende tsestich opten tienden dach in Julio.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.8 ).

            Met geschonden conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1486 October 9 .(zie no. 349).

          • 391 1498 November 9.

            De voogden van Adriaen Heynric Meynaertsz. verkoopen aan het klooster St. Aechte 2 hont land in het Oudelant van tsGravensande, vermeld in de brieven d.d. 1487 Januari 22, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 354-356).

            Opten IXen dach in Novembri anno XIIIIc acht ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 35.12 ).

            Met de zegels van Costijn Jansz. en Cornelis Engebrechtsz. in groene was.

      • Zie ook Inv. no. 81.

        • (reg. nos. 170, 175, 211 en 212).

          • 212 1439 Maart 16.

            Jan Jansz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte 1/4 van 3 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1431 April 26, 1431 December 10 en 1438 Maart 6, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 170, 175 en 211).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich opten sesten dach in Mairte.

            Oorspr ( Inv. no. 37.2 ).

            Met het zegel van Jan van den Hove Kerstantsz. in groene was.

          • 211 1438 Maart 6.

            Pieter Heyn Bollairts zoons zoon verkoopt aan het klooster St. Aechte de helft van 3 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1431 April 26 en December 10, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 170 en 175).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende acht ende dertich opten sesten dach in Maarte.

            Oorspr. ( Inv. no. 37.2 ).

            Met het zegel van Jan van der Hove Kerstantsz. in groene was. Met transfix d.d. 1438 Maart 6 (zie no. 212).

          • 175 1431 December 10.

            Dirc Nessinc verkoopt aan Pieter Heyn Bollairtsz. 3 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1431 April 26, waardoor deze gestoken is (zie no. 170).

            tsMaendages na onser Vrouwen dage conceptio int jair ons Heren MCCCC een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 37.3 ).

            Met het zegel van Huge Geryt Buschairtsz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1438 Maart 6 (zie de nos. 211 en 212).

          • 170 1431 April 26.

            Garbrant Jacobsz. verkoopt aan Dirc Nessinc 3 morgen land in Hodenpijl.

            tsDonredages na sinte Jorys' dage in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 37.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met drie transfixen d.d. 1431 December 10 en 1438 Maart 6 (zie de nos. 175, 211 en 212).

        • 119 1420 Augustus 2.

          Claes van Ruven verkoopt aan het klooster St. Aechte te Delf 5 perceelen land in tHonterlant bij het klooster van der Lee, samen groot 8 morgen land en 4 hont, en drie renten uit land aldaar bedragende 50, 16 en 5 schellingen jaarlijks.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twintich op sinte Louwerys' avont.

          Oorspr. ( Inv. no. 39 ).

          Met de zegels van Claes en Hughe van Ruven, broeders, in groene was, waarvan het eerste geschonden.

          (reg. no. 119).

      • Zie ook Inv. no. 103.

        • (reg. nos. 27 en 126).

          • 27 1394 November 12.

            Dirc van Heemskeirc verkoopt aan Willaem van der Burch Jansz. 5 morgen land in Ketel ambacht, geheeten Heynrix vijf morgen.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert vier ende tnegentich des Doenredaghes na sinte Martijns dach in den winter.

            Oorspr. ( Inv. no. 40.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

            In dorso staat: «Margrieten brieve van der Burch van 8 hont lants te Monster en 21/2 morgen in de Ketel.»

          • 126 1422 December 24.

            Margriet Willems wed. van der Burch geeft aan het klooster van St. Aechte 8 hont 30 gaarden land in Monster en de helft van 5 morgen in de Ketel, geheeten Heynrics vijf morgen.

            Int jair ons Heren MCCCC twee ende twintich op den Heyligen Kersavont.

            Oorspr. ( Inv. no. 40.2 ).

            Met de zegels van Mr. Geryt van der Hove en Vrancke van den Dorp in groene was, waarvan het eerste zeer geschonden.

            In dorso staat, dat de 8 hont verkocht zijn.

        • (reg. nos. 157 en 176).

          • 157 1430 Mei 15.

            Pouwels Pouwelsz. verkoopt aan Huge Dircxz. 4 1/2 morgen land en 2 1/2 morgen, geheeten Ver Nellen lant, in Ketel ambacht.

            Des Manendaechs na sinte Servaes' dach int jair ons Heeren dusent vierhondert ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 41.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1432 Mei 20 (zie no. 176).

          • 176 1432 Mei 20.

            Huge Dircsz. geeft aan het klooster van St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1430 Mei 15, waardoor deze gestoken is (zie no. 157).

            Int jair ons Heren MCCCC twee ende dertich opten twintichsten dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 41.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • 221 1439 Augustus 12.

          Willem Heyter geeft aan het klooster St. Aechte 17 morgen land, gelegen in twee partijen in het ambacht van de Ketel.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert negen ende dertich op sinte Ypolitus' avont.

          Oorspr. ( Inv. no. 42 ).

          Met de zegels van den oorkonder en van Kerstant van Alcmade in groene was.

          (reg. no. 221).

        • (reg. nos. 276 en 277).

          • 277 1456 Mei 4.

            Anthonys Pietersz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 16 hont land, vermeld in den brief d.d. 1456 April 28, waardoor deze gestoken is (zie no. 276).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende vijftich opten vierden dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 43.1 ).

            Met de zegels van Jacob van Bleyswic en Dirc Zuys in groene was.

          • 276 1456 April 28.

            Jacob van Dorp verkoopt aan Anthonys Pietersz. 16 hont land, geheeten de Schieveensche camp en gelegen in Ketelambacht.

            Opten XXVIIIen dach in April int jair ons Heren MCCCC zes ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 43.2 ).

            Met de zegels van Roy nor Martijnsz. en Claes Ofhuys in groene was. Met transfix d.d. 1456 Mei 4 (zie no. 277).

        • (reg. nos. 67, 68, 268 en 282).

          • 67 1411 Augustus 28.

            Claes Butziel, priester, Jan Willaem Moersz. en Ghijsbrecht Buekel Jansz. verklaren, dat en hoe Willaem Snelle en Alijd, zijn dochter, alle goederen, die zij samen bezaten, hebben gescheiden.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende elve op sinte Jans avont decollatio.

            Oorspr. ( Inv. no. 44.1 ).

            Met de zegels van de drie oorkonders in groene was.

            In dorso staat, dat deze brief spreekt van 101/2 morgen land in de Ketel, dat 31/4 morgen te Schipliede, hierin vermeld, verkocht zijn aan Willem Robbrechtsz. en 12 morgen in Dorp aan een ander.

          • 68 1411 November 22.

            Willem Snelle Jacobsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 3 perceelen land, groot 12, 9 en 11/2 morgen, gelegen in Dorp, en 31/4 morgen te Scypliede.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende elve op sinte Ceciliën dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 44.2 ).

            Met de zegels van Mr. Gheryt van der Hove en Jan Willem Moersz. in groene was.

            In dorso staat, dat hiervan 12 morgen in Dorp en 31/4 morgen te Scypliede verkocht zijn en dat de overige 101/2 morgen in de Ketel liggen.

          • 282 1458 November 3.

            Het klooster St. Ursula te Sciedam verkoopt aan het klooster St. Agata te Delff het land, vermeld in den brief d.d. 1453 October 3, waardoor deze gestoken is (zie no. 268).

            In jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende vijftich op den derden dach in Novembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 44.3 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 268 1453 October 3.

            Het klooster St. Aechte verkoopt aan het klooster St. Ursula te Scyedam 2 perceelen land in het ambacht van de Ketel, groot 9 en 1 1/2 morgen.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich opten derden dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 44.4 ).

            Met het conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1458 November 3 (zie no. 282).

        • (reg. nos. 295, 370).

          • 295 1463 Juni 10.

            Broeder Joest Claesz., rector, zuster Aecht Heynricsdr., priorin, en gemeen convent van St. Agniet, genaamd Int dal van Josaphat, te Delft verkoopen aan Coppert Heynricsz. 8 hont land in Ketel in Ver Nellen lant.

            Opten tienden dach in Junio int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 44A.1 ).

            Met het conventszegel in groene was. Met transfix d.d 1492 Maart 26 (zie no. 370).

          • 370 1492 Maart 26.

            Geryt Willemsz. verkoopt aan Claes Jacopsz. 8 hont land in de Ketel, vermeld in den brief d.d. 1463 Juni 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 295).

            Opten XXVIen dach in Mairt int jair ons Heeren duysent vierhondert twe ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 44A.2 )

            Met het ambachtszegel van de Ketel in groene was.

        • 390 1498 November 3.

          Jan van Wena verklaart, ook namens zijn broeders en zusters, dat het klooster St. Aechte uit hoofde van zijn beide zusters eeuwig zal behouden 4½ morgen land in het ambacht van de Ketel.

          Gedaen opten IIIen dach in Novembry int jaar ons Heeren MCCCC acht ende tnegentich.

          Oorspr. ( Inv. no. 45 ).

          Met de zegels van Doman Jansz. en Clues Andriesz. in groene was.

          (reg. no. 390).

        • (reg. nos. 430 en 431).

          • 430 1523 October 20.

            Claes Jacopsz. verkoopt aan Jan Aertsz., 4 hont land en Cornelis, Gheryt, Pieter, Ariaen en Jacob, Claes' zoons, Cornelis Pietersz, van Nyewe Kerck, Maertijn Mathijsz. en Barbaer Claesdr. verkoopen hem nog 4 hont land in Ver Nellen lant in het ambacht van de Ketel.

            Opten XXen dach in October int jaer ons Heren duysent vijfhondert ende drie ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 46.1 ).

            Met het ambachtszegel van de Ketel in groene was.

          • 431 1524 Maart 12.

            Jan Aertsz. verkoopt aan Meester Jan Coelman Jansz. (Zie de noot op bldz. 218) 8 hont land in Ver Nellen lant in het ambacht van de Ketel.

            Int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende vier ende twyntich den XIIsten dach in Maert.

            Oorspr. ( Inv. no. 46.2 ).

            Met het ambachtszegel in groene was.

        • (reg. nos. 7-12 en 37).

          • 7 1377 Januari 30.

            Gherit van Rapost Florysz. verkoopt aan Aerst Aerntz. 31/2 morgen land in de Lier.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich des Vridaghes na sinte Pouwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 8 1377 Januari 30.

            Dirc van Raephorst Florysz. verkoopt aan Aerst Aerndsz. 31/2 morgen land in de Lier.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich des Vrydaghes na sinte Pouwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.2 ).

            Met het zegel van de oorkonder in groene was.

          • 9 1377 Januari 30.

            Jonkvrouw Clemeins Floris' wed. van Raporst verkoopt aan Aerst Aerndsz. 101/2 morgen land in de Lier.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich des Vridaghes na sinte Pouwels' dach conversio.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.3 ).

            Met geschonden zegel van Gheryt van Raephorst in groene was.

          • 10 1377 October 1.

            Clemeynse Florys' wed. van Raporst, Gheryd, Dirc en Jan van Raporst, Florys' kinderen, verkoopen aan Aerst Aerndsz. een rente van 10 pond Hollandsch jaarlijks uit 101/2 morgen land in de Lier.

            Int jair ons Heren dusent driehondert zeven ende tseventich op sinte Baven dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.4 ).

            Met de zegels van Gheryd van Raporst, Ghisebrecht Dullaert en Aernd van Duvenvoirde, ridder, in groene was.

          • 11 1378 Juli 13.

            Clemeynse Florens' wed. van Raephorst en Gheryt, Jan en Dirc van Raephorst, Florens' kinderen, verkoopen aan Aerst Aerntsz. 101/2 morgen land in het ambacht van der Liere.

            Ghegheven int jair ons Heren dusent driehondert acht ende tseventich op sinte Margrieten dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.5 ).

            Met de zegels van Gheryt van Raephorst en Willaem van Foreest in groene was.

          • 12 1378 Augustus 15.

            De schout van de Lier oorkondt, dat jonkvrouw Clemeynse Florys' wed. van Raephorst aan Aerst Aerndsz. heeft getransporteerd de l01/2 morgen aldaar, die deze van haar gekocht heeft.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tseventich tSonnendaghes na sinte Louwerys' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.6 ).

            Met het zegel van de schout in groene was.

          • 37 1402 Juni 5.

            De baljuw en schout van de Lier oorkondt, dat Jutte Aertsdr. aan Martijn Jacopsz. 1/4 van 101/2 morgen aldaar heeft gegeven ten behoeve van een zusterhuis te Delf aan de Oudelf naast Jan van Yselsteyns huis.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twee des Manendaghes op sente Bonifacius' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 47.7 ).

            Met het zegel van de schout in groene was.

        • 41 1402 December 16.

          Jan Hughe tsRodenz. verklaart dat, en hoe hij met Jutte Aertsdr. een scheiding heeft gemaakt van het land en de renten, die zij gemeen hadden, afkomstig van haar overleden moeder.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twee des Saterdaghes na sente Luciën dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 48 ).

          Met het zegel van Jan Hughe tsRodenz. in groene was.

          (reg. no. 41).

        • (reg. nos. 51, 71, 73 en 74).

          • 51 1406 Februari 1.

            Hughe Naghel geeft aan Alyet Hughe Aerstdr., zijn vrouw, 4 morgen 11/2 hont land in het ambacht van de Lyer als morgengave.

            tsManendaghes op onser Vrouwen avont te lichtmisse, int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vive na den beloop der stede van Delf.

            Oorspr. ( Inv. no. 49.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 71 1412 Juni 27.

            De schout van de Lier oorkondt, dat Alyet Huge Aertsdr. aan Huge Nagel, haar man, 4 morgen 11/2 hont land aldaar gegeven heeft, die zij van hem als morgengave had ontvangen.

            Int jaer ons Heren MCCCC ende twaleve des Manendaghes na sinte Jans dach midzomer.

            Oorspr. ( Inv. no. 49.2 ).

            Met het zegel van de schout in groene was.

          • 73 1412 October 21.

            Huge Nagel Ysebrantsz. verkoopt aan Engebrecht Willemsz. van der Laen 4 morgen 11/2 hont land in de Lier.

            Opter elfdusent Maechden dach int jair ons Heren MCCCC ende twaleve.

            Oorspr. ( Inv. no. 49.3 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1412 December 20 (zie no. 74).

          • 74 1412 December 20.

            Engebrecht Willemsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 4 morgen 11/2 hont land, vermeld in den brief d.d. 1412 October 21, waardoor deze gestoken is (zie no. 73).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twaleve dsDinxdages na sinte Luciën dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 49.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • (reg. nos. 109 en 110).

          • 109 1419 Juni 23.

            Gijstgen uter Lier Heynrixz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte 4 morgen land, waarvan 2 morgen 25 gaarden in Mazelant en de andere 2 morgen in de Lier zijn gelegen.

            Gescreven op sinte Jans Baptisten avond nativitas, int jair ons Heren MCCCC ende negentien.

            Oorspr. ( Inv. no. 50.1 ).

            "Met het zegel van den oorkonder in groene was; dat van Jan van der Hove Kerstantsz. verloren."

            In dorso staat, dat de 2 morgen 25 gaarden aan St. Barbara behooren.

          • 110 1419 Juni 23.

            Gijstgen uter Lier Heijnricx en Jan van der Hove stellen zich voor 10 nobel borg voor de 4 morgen land, die genoemde Gijstgen aan het klooster St. Aechte te Delf heeft verkocht.

            Op sinte Jans Baptisten avont nativitas, int jair ons Heeren MCCCC ende negentien.

            Oorspr. ( Inv. no. 50 ).

            Met de zegels der beide oorkonders in groene was.

        • (reg. nos. 47, 137, 140, 141 en 156).

          • 47 1403 Augustus 16.

            Coenraet Bartoutsz., dien men Lemmel pleegt te noemen, verkoopt aan Willem, den bastaard van Oestervant, een woning met omtrent 91/2 morgen land in de Lier, te aanvaarden na zijn dood, waarvoor genoemde Willem hem een schuldbrief, dien hij had aan het veer te Vlissingen, kwijtscheldt.

            Ghescreven des Donredaghes na onser Vrouwen dach assumpcio, int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie.

            Oorspr. (Inv. ( Inv. no. 51.1 ).

            Met de zegels van Coenraet voornoemd en van Enghebrecht Wermbrechtsz. in groene was.

          • 137 1424 October 8.

            Willem die Bastairt verkoopt aan Heer Jan van Hodenpijl, zijn zwager, 10 morgen land in het ambacht van de Lier en 4 morgen in dat van Rijswijck in den Broock.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende twintich achte daghe in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 51.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in rode was.

          • 140 1426 December 3.

            Lijsbet van Haemstede, vrouw van Hodenpijl, verkoopt aan Dirc van Woezyc bastaard Dirxz. 9 1/2 morgen land, gelegen op de Hoeve in het ambacht van de Lier.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert zess ende twintich op sinte Barbaren avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 51.3 ).

            Met de zegels van Lijsbet voorn., Claes van Diepenburch, Jan Smit Dirxz. en Andries die Witte in groene was, waarvan de eerste twee geschonden.

          • 141 1427 Januari 21.

            Dirck van Hodenpijl oorkondt, dat zijn moeder heeft verkocht aan Dirck van Goeswyck bastaard Dircxz., 9 1/2 morgen land in het ambacht van de Lier.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende twintich op sinte Agnieten dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 51.4 ).

            Met het zegel van Clais van Diepenburch, neef van den oorkonder, in groene was.

          • 156 1430 April 10.

            Dirc van Woesick bastaard Dircxz. verkoopt aan Willem Dircx Vlasmansz. 9 1/2 morgen land, gelegen op de Hoeve in het ambacht van de Lier.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich opten tienden dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 51.5 ).

            Met de zegels van den oorkonder en van Phillips Engebrechtsz. in groene was.

        • (reg. nos. 58, 84 en 217).

          • 58 1409 Augustus 13.

            Jan van Yselsteyn verkoopt aan de kerkmeesters in den Haghe voor de parochiekerk aldaar, 6 morgen land in de Lier.

            Gescreven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen des Dinxdaghes na sinte Louwerys' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 52.3 ).

            Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1438 Augustus 9 (zie no. 217), waardoor hieraan is vastgemaakt een brief d.d. 1414 November 24 (zie no. 84).

          • 84 1414 November 24.

            De kerkmeesters van de kerk in den Haghe verkoopen aan Margriet Jan Claes Brantsz. wed. en haar vier kinderen 6 morgen land in de Lier.

            Op sinte Katerine avont int jair ons Heren M vierhondert ende viertyen.

            Oorspr. ( Inv. no. 52.2 ).

            Met geschonden zegel der kerkmeesters in groene was. Met transfix d.d. 1438 Augustus 9 (zie no. 217), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1409 Augustus 13 (zie no. 58).

          • 217 1438 Augustus 9.

            Claes Brant Jansz., priester, geeft aan het klooster van St. Aechte het land, vermeld in de brieven d.d. 1409 Augustus 13, en 1414 November 24, waardoor deze gestoken is, (zie de nos. 58 en 84) met de bepaling, dat het de opbrenst jaarlijks geven zal aan een priester, die daarvoor minstens drie missen per week moet doen voor den schenker en diens ouders.

            In den jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich op sinte Lourys' avond.

            Oorspr. ( Inv. no. 52 ).

            Met de zegels van Mr. Geryt van der Hove, dokter, en mr. Claes Hoyer, licentiaat in de medicijnen, in groene was.

        • (reg. nos. 24 en 234).

          • 24 1391 Februari 16.

            Hughe Aerstz. verkoopt aan Hughe Groten, zijn stiefvader, 1/4 van 11 morgen land in de Lyer.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tnegentich tsDonredaechs na sinte Aechten dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 53.1 ).

            Met het zegel van Boudijn Ruter in groene was.

          • 234 1445 April 20.

            Jan Pietersz. verkoopt aan het klooster. St. Agatha te Delf het land, dat zijn vrouw, Lijsbeth Dircsdr. Huge Groten wed., in huwelijk heeft meegebracht, en dat gelegen is in de Lyer.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende viertich opten twintichsten dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 53.2 ).

            Met de zegels van Jan Pietersz. en Dirc Hughenz. in groene was.

        • (reg. nos. 377, 379 en 380).

          • 377 1494 December 23.

            Adriaen Oudziersz. te Ouderschie verkoopt aan Jan Aernsz. 1/6 van 13 morgen land in de Lier, dat hij geërfd heeft van Pieter Goeswijnsz., zijn oom.

            Gedaen int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende tnegentich opten XXIIIen dach in Decembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 54.3 ).

            Met de zegels van Claes Jacob Pijnsz. en Louwerys Hoynrixz. in groene was. Met transfix d.d. 1496 November 29 (zie no. 380), waardoor aan dezen brief is vastgemaakt een brief d.d. 1145 Juni 12 (zie no. 379).

          • 379 1495 Juni 12.

            Florys Bruynsz. verkoopt aan Jan Aernsz. 2 morgen land in de Lier, die hij geërfd heeft van Pieter Goessensz., zijn oom.

            Gedaen opten XIIen dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC vijf ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 54.2 ).

            Met de zegels van Costijn Janaz. en Jacop Gijsbrechtsz. in groene was. Met transfix d.d. 1496 November 29 (zie no. 380), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1494 December 23 (zie no. 377).

          • 380 1496 November 29.

            Jan Aernsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 4 morgen 1 hont 75 gaarden land, vermeld in de brieven d.d. 1494 December 23 en 1495 Juni 12, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 377 en 379).

            Gedaen opten XXIXen dach in Novembri int jair ons Heeren duysent vierhondert ses ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 54.1 ).

            Met de zegels van Arent Ton en Louwerys, Heynrix zoons, in groene was.

      • Zie ook Inv. nos. 50 en 146.

        • 70 1411 December 27.

          Agniese uten Campe, vrouwe van Sleewijc, schenkt aan het klooster St. Aechte 7 morgen land in het ambacht van Maeslant in Bordijc op voorwaarde, dat het jaarlijks zal uitbetalen aan de Regulieren te Leyderdorp 30, aan de priesters en klerken van St. Jheronimus te Delft 10, aan de zusters van St. Barbara aldaar 30 schellingen, aan die te Scyedamme ??? pond, en aan die te Rotterdamme 10 schellingen om daarvoor memorie te houden voor haar, haar man en haar kinderen.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende elve des Sonnendaghes na den heylighen Kersdaghe.

          Oorspr. ( Inv. no. 55 ).

          Met de zegels van de schenkster, Mr. Geryt van der Hove en Jan Willem Moersz., in groene was.

          In dorso staat, dat de renten, die op het land stonden, afgelost zijn.

          (reg. no. 70).

        • 82 1414 Augustus 4

          Willem Jansz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 3 morgen land te Maeslant.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende viertien op den vierden dach in Augusto.

          Oorspr. ( Inv. no. 56 ).

          Met de zegels van Hubrecht Andriesz. uter Voirt en Willem Jansz. in groene was.

          (reg. no. 82).

        • (reg. nos. 92 en 93).

          • 92 1416 April 10.

            Henric van Naeldwijck, ridder, maarschalk van Noort-Holland, geeft Reynier Jansz. de helft van 6 morgen land in het ambacht van Maesland, die genoemde Reynier van hem in leen had, in eigendom.

            In den jair ons Heren dusent vierhondert ende zestien des Vridaghes na sinte Ambrosius' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 57.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1416 April 11 (zie no. 93).

          • 93 1416 April 11.

            Reynaer Jansz. verkoopt aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1416 April 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 92).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sestien des Saterdaghes na sinte Ambrosius' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 57.1 ).

            Met bet zegel van Jan Willem. Moersz. in groene was.

        • (reg. nos. 96 en 100).

          • 96 1416 November 29.

            Gheryt Odziersz. verkoopt aan Willem Heye Pietersz. van der Hoeve 2 hont 25 roeden land te Maeslant.

            Int jaer ons Heren MCCCC ende zestien op sinte Andries' avont apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 58.2 ).

            Met het zegel van Willem Odziersz. in groene was. Met transfix d.d. 1417 April 8 (zie no. 100).

          • 100 1417 April 8.

            Willem Heye Pietersz. verkoopt aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1416 November 29, waardoor deze gestoken is (zie no. 96).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seventien opten achtensten dach in April.

            Oorspr. ( Inv. no. 58.1 ).

            Met het zegel van de oorkonder in groene was.

        • (reg. nos. 76, 77, 98 en 99).

          • 76 1413 Januari 23.

            Philips Huge Starkenz. verkoopt aan Margriet Jan Claes Brantsz. wed. 5 morgen 1 hont 25 gaarden land met zijn aandeel in de woning, die daarop staat, in het ambacht van Maeslant.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertien des Manendages na sinte Agnieten dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 59.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Hieraan waren vastgespeld drie brieven d.d. 1413 Maart 10, 1417 Februari 23 en Maart 6 (zie de nos. 77, 98 en 99).

          • 77 1413 Maart 10.

            Claes Allaertsz. verkoopt aan Margriet Jan Claes Brantsz. wed. 11/2 morgen 20 gaarden land in het ambacht van Maeslant met zijn aandeel in de woning, die daarop staat.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertien op den tienden dach in Marcio.

            Oorspr. ( Inv. no. 59.2 ).

            Met het zegel van Coppenanne Claesz. in groene was. Deze brief was vastgespeld aan de brief d.d. 1413 Januari 23 (zie no. 76).

          • 98 1417 Februari 23.

            Symon uter Lier verkoopt aan Margriet Jan Claeys Brantsz. wed. 2 morgen 4 1/2 hont land met zijn aandeel in de woning, die daar op staat, in het ambacht van Maeslant.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seventien op sinte Mathijs' avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 59.3 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Deze brief was vastgespeld aan die van d.d. 1413 Januari 23 (zie no. 76).

          • 99 1417 Maart 6.

            Symon uter Lier verkoopt aan Margriet Jan Claeys Brantsz. wed. een rente van 3 pond Hollandsch jaarlijks uit 15 morgen land in het ambacht van Maeslant.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seventien op den sesten dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 59.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Deze brief was vastgespeld aan die van d.d. 1413 Januari 23 (zie no. 76).

            In dorso staat, dat het klooster van dit land 9 1/2 morgen in eigendom heeft en van de overige 5 1/2 de pacht behoudt.

        • 111 1419 December 10.

          Symon van der Burch geeft aan het klooster van St. Aechte te Delff twee perceelen land, groot 6 en 4 1/2 morgen in het ambacht van Maselant.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien op sinte Martijns avont in die winter.

          Oorspr. ( Inv. no. 60 ).

          Het zegel van den oorkonder verloren.

          In dorso staat, dat do 4 1/2 morgen verkocht zijn aan den prior der Sartroysen.

          (reg. no. 111).

        • (reg. nos. 112-114 en 116).

          • 112 1419 December 31.

            Herman Jacopsz. verkoopt aan Heinric Doede Claysz. vier perceelen land in Maeslant, nl. twee van 10 hont, een van 9, en een van 9 1/2 morgen.

            Opten lesten dach in Decembri int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.4 ).

            Met de zegels van Herman Jacobsz. en Florys van Alkemade in groene was. Met transfix d d. 1420 Maart 31 (zie no. 116), waardoor aan deze brief twee andere zijn vastgemaakt d.d. 1120 Januari 1 en Maart 11 (zie de nos. 113 on 114).

          • 113 1420 Januari 1.

            Heynric Doede Claysz. verkoopt aan Mr. Geryt van der Hoeve het land, dat hij gekocht heeft van Herman Jacobsz.

            Opten eersten dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien na den lope des Hoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.3 ).

            Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was. Met transfix d.d. 1420 Maart 31 (zie no. 116), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1449 December 31 (zie no. 112).

          • 114 1420 Maart 11.

            Meester Geryt van der Hoeve verkoopt aan Doman Jansz. en Aelbrecht Vranckenz. het land, dat hij van Heynric Doede Claysz heeft gekocht.

            Opten elfsten dach in Mairte, int jair ons Heren dusent vierhondert ende negentien na den lope des Hoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1402 Maart 31 (zie no. 116), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d d. 1419 December 31 (zie no. 112).

          • 116 1420 Maart 31.

            Aelbrecht Vrancken en Doman Jansz. verkoopen aan het klooster St. Aechte te Delf het land, vermeld in de brieven d.d. 1419 December 31, 1420 Januari 1 en Maart 11, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 112-114).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twintich opten lesten dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 61.1 ).

            Met de zegels van Willem Storm Zybrantsz. en Wiggher Symonsz. in groene was.

        • 118 1420 Juni 12.

          Pieter Ruus Aelbrecht Vranckenz. en Pauwels Claysz. oorkonden, dat Clays Claysz. aan Dirc Adam Gherytsz. heeft getransporteerd de helft van 21 morgen land in Maeslant, waarvan Aelbrecht Vranckenz. en Doman Jansz. de andere helft aan genoemden Dirc verkocht hebben.

          Op sinte Odulfs dach int jair ons Heren dusent CCCC ende twintich.

          Oorspr. ( Inv. no. 62 ).

          Met het zegel van Pieter Ruus in groene was.

          "N.B. Dit is hetzelfde land, als waarvan de regesten nos. 112-114 en 116 spreken; de inhoud van dit regest is niet duidelijk."

          (reg. no. 118).

        • (reg. nos. 102 en 125).

          • 102 1417 Juli 30.

            Jacob Scout Willemsz. van der Laen verkoopt aan Willem Heye Pietersz. van der Hoeve 1 morgen land te Maeslant.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventien des Vrydages na sinte Jacobs daghe apostol.

            Oorspr. ( Inv. no. 63.2 ).

            Met het zegel van don oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1422 Juni 15 (zie no. 125).

          • 125 1422 Juni 15.

            Willem Heye Willemsz. verklaart, dat het klooster van St. Aechte houder is van den brief d.d. 1417 Juli 30, waardoor deze gestoken is (zie no. 102).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende twintich des Manendaghes na sinte Odulphus' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 63.1 ).

            Met het zegel van Willem van der Hove in groene was.

        • (reg. nos. 28, 78, 87 en 127).

          • 78 1413 September 11.

            Oude Jan Coppenannenz. verkoopt aan Jan Claes Brantsz. kinderen 31/2 morgen land in Vlaerdinge in 'tFleerbosch.

            tsManendages na onser Vrouwen dage nativitas int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertien.

            Oorspr. ( Inv. no. 64.1 ).

            Met de zegels van Jan van der Hoeve en Aernt Jacobsz. in groene was.

          • 87 1415 Mei 31.

            Enghebrecht Woutersz verkoopt aan Margriet Jan Clays Brantsz. wed. 1/4 van 14 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1395 Januari 11, waardoor deze gestoken is (zie no. 28).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende vijftien opten lesten dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 64.2 ).

            Met het zegel van Dirc Clays Ruyschenz. in groene was.

          • 28 1395 Januari 11.

            Ghyse Coppenannenz. verkoopt aan Wouter Ghysen zoons kinderen 1/4 van 14 morgen land te Vlaerding.

            In den jare ons Heeren dusent driehondert vive ende tnegentich des Manendaechs na den Dertienden dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 64.3 ).

            Met de zegels van Ghijsebrecht van der Harghe en Vrancke Screvelsz. in groene was. Met transfix d.d. 1415 Mei 31 (zie no. 87).

            In dorso staat: «dese brieve sijn van seven morgen lants te Vlaerding, ghehieten tFleerbosch.»

          • 127 1423 Augustus 28.

            Margriet Jan Clays Brantsz. wed. geeft aan het klooster van St. Aechte de helft van 14 morgen land in Vlaerdinghe, geheeten tFlederbosch, met de bepaling, dat de renten en de opbrengst daarvan aan haar nakomelingen, en na hun overlijden aan het klooster zullen komen, en 3 1/2 morgen in Maeslant.

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende twintich op sinte Augustijns dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 64.4 ).

            Met de zegels van Mr. Jacob Obrecht, priester, en Mr. Geryt van der Hove in groene was.

            In dorso staat: «van den lande, dat Margriet Jan Witten kinderen ghemaect heeft».

        • (reg. nos. 16, 53, 177 en 178).

          • 53 1406 Juli 27.

            Symon uter Lier geeft aan Florys Jacobsz. in leen de 7 morgen land in Maeslant, vermeld in den brief d.d. 1387 Mei 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 16).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende sesse des Dinxdaghes na sinte Jacobs dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 65.1 ).

            Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was.

          • 16 1387 Mei 4.

            Ghijskijn uter Lier oorkondt, dat Jacob Florysz. te Maselant voor vol gerecht aan hem heeft opgedragen 7 morgen land met woning, hetgeen hij daarop aan genoemden Jacob Florysz. in erfleen heeft gegeven.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert seven ende tachtich op den vierden dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 65.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1406 Juli 27 (zie no. 53).

          • 178 1432 November 19.

            Florys Jacob Florys' zoons zoon verkoopt aan het klooster van St. Aechte de helft van 14 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1432 November 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 177).

            Int jaer ons Heren MCCCC twee ende dertich op st. Elijsbetten dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 65.3 ).

            Met het zegel van Jan van den Dorp in groene was.

          • 177 1432 November 10.

            Ghijsbrecht uuter Lier Symonsz. geeft aan Florys Jacopsz. de helft van 14 morgen land in Maeslant, die deze van hem in leen hield, in eigendom.

            Int jair ons Heeren MCCCC twee ende dertich op sinte Martijns avont in die wiinter.

            Oorspr. ( Inv. no. 65.4 ).

            Met het zegel van Jan van den Dorp in groene was. Met transfix d.d. 1432 November 19 (zie no. 178).

        • 196 1435 December 20.

          Vranc Dircsz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte 10 hont land in Maeslant.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert vive ende dertich op sinte Thomas' avont apostel.

          Oorspr. ( Inv. no. 66 ).

          Met het zegel van Jacop Heye Yewensz. in groene was.

          (reg. no. 196).

        • (reg. nos. 205 en 206).

          • 205 1437 Januari 11.

            Jacob Jacobsz. verkoopt aan Bely Huge Jansz. wed. 3 morgen 1 hont land in Maeslant.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich des Vrydages na den heiligen Dertienendach.

            Oorspr. ( Inv. no. 67.2 ).

            Met de zegels van Aernd Gerytsz. en Aelbrecht Bokelsz. in groene was. Met transfix d.d. 1437 April 16 (zie no. 206).

          • 206 1437 April 16.

            Bely Huge Jansz. die Deckers wed. geeft aan het klooster van St. Aechte den brief d.d. 1437 Januari 11, waardoor deze gestoken is (zie no. 205).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich opten sestienden dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 67.1 ).

            Met het zegel van Mr. Willem Sonderdanc, dokter, in groene was.

        • 238 1446 Augustus 30.

          Andries Gerytsz. verkoopt aan het klooster van sinte Aechte 3 morgen land in Maeslant.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert sess ende viertich des Dinxdaghes na sinte Johannes' dach decollacio.

          Oorspr. ( Inv. no. 68 ).

          Met het zegel van Dirc Jan Casijnsz. in groene was.

          (reg. no. 238).

        • (reg. nos. 72, 128, 204, 246-248)

          • 246 1447 September 30.

            Lijsbeth Jan Willem Moersz. wed. verkoopt aan het klooster St. Agatha te Delf 6 1/2 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1412 Juli 28, 1423 September 1 en 1436 November 14, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 72, 128 en 204).

            Int jaer ons Heren dusen(t) vierhondert seven ende viertich des Saterdages na sinte Michiels dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.1 ).

            Met de zegels van Mr. Willem Sonderdanc, dokter, en Kerstant van Alcmade in groene was.

          • 204 1436 November 14.

            Aechte Mathijs Houdensciltsdr. verkoopt aan Lijsbeth Jan Willem Moersz. wed. 6 1/2 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1412 Juli 28 en 1423 September 1, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 72 en 128).

            Opten viertienden dach in Novembri int jaer ons Heren dusent vierhondert ses ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.2 ).

            Met de zegels van Pieler groenen en Jannes Aerntsz. in groene was. Met transfix d.d. 1447 September 30 (zie no. 246).

          • 128 1423 September 1.

            Martijn Mathijsz. verkoopt aan Aechte Mathijsdr., zijn zuster, 6 1/2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1412 Juli 28, waardoor deze gestoken is (zie no. 72).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende twintich tsWoensdaghes na sinte Augustijns dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.3 ).

            Met de zegels van Symon Aerntsz. van der Woude en Jan Witt Jans Souckenz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1436 November 1447 en 1447 September 30 (zie de nos. 204 en 246).

          • 72 1412 Juli 28.

            Clays Jacob Pietersz. verkoopt aan Mathijs Houdenscilt 61/2 morgen land te Mazelant.

            tsDonredages na sinte Jacobs daghe int jair ons Heren MCCCC ende twaleve.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.4 ).

            Met de zegels van Vranck van Dorp en Jan Willem Aerntsz. in groene was. Met drie transfixen d d. 1423 September 1. 1436 November 14 en 1447 September 30 (zie de nos. 128, 204 en 216)

          • 247 1447 October 12.

            Lijsbeth Jan Willem Moersz. wed. verkoopt aan het klooster St. Agatha drie perceelen land in Maeslant, groot 8, 8 en 8 1/2 morgen.

            In den jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende viertich des Donredages na sinte Victors dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.5 ).

            Met de zegels van Mr. Willem Sonderdanc, dokter, en Kerstant van Alcmade in groene was.

            In dorso staat, dat hiervan 8 1/2 morgen verkocht zijn aan Jacob Aertsz.

          • 248 1447 November 10.

            Lijsbeth Jan Willem Moersz. wed. verkoopt aan het klooster St. Aechte twee partijen land, elk groot 7 morgen, en twee, elk groot 1 1/2 morgen, in Maesland.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende viertich op sinte Martijns avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 69.6 ).

            Met de zegels van Mr. Willem Sonderdanc, dokter, en Kerstant van Alcmade in groene was.

        • 319 1473 April 4.

          Heynryc Bugge Dircsz. verkoopt aan het convent van St. Aechte te Delf 5 morgen ½ hont land in Maeslant.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tseventich opten vierden dach in Aprili.

          Oorspr. ( Inv. no. 70 ).

          Met de geschonden zegels van den oorkonder en van Evert Jansz. in groene was.

          (reg. no. 319).

        • (reg. nos. 159, 185, 270, 279, 294, 301 en 342).

          • 159 1430 Augustus 9.

            Jan van Dorp verkoopt aan Lijsbet en Machtelt Anschem Hugenz. dochters 3 morgen 2 hont land in Maeslant.

            Op sinte Lourys' avont int jair ons Heren MCCCC ende dertich.

            Oorspr.( Inv. no. 71.7 ).

            Met de zegels van Jan en Phillips van Dorp en Phillips van Rijn in groene was. Met zes transfixen d.d. 1433 October 12, 1454 Februari 23, 1457 Januari 9, 1463 Maart 5, 1166 October 7 en 1482 December 19 (zie de nos. 185, 270, 279, 294, 301 en 342).

          • 185 1433 October 12.

            Lijsbet Anschem Hugenz. dochter, vrouw van Jacob Jansz. van Leeuwen, en Machtelt, haar zuster, verkoopen aan Kathrijn en Margriet, Pieter Wiggersz. dochters, het land, vermeld in den brief d.d. 1430 Augustus 9, waardoor deze gestoken is (zie no. 159).

            Opten twalefsten dach in Octobri int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 71.6 ).

            Met de zegels van Jan van Dorp en Adryaen Jan Heynrixz. van Gronenwege in groene was. Met vijf transfixen d.d. 1454 Februari 23, 1457 Januari 9, 1463 Maart 5, 1466 October 7 en 1482 December 19 (zie de nos. 270, 279, 294, 301 en 342).

          • 270 1454 Februari 23.

            Dammaes Pieter Sijsmansz. verkoopt aan Baerte Mathijs Willemsz. wed. het land, vermeld in de brieven d.d. 1430 Augustus 9 en 1433 October 12 waardoor deze gestoken is (zie de nos. 159 en 185).

            Opten XXIIIste dach in Februario int jair ons Heren duysent vierhondert drie ende vijftich na den loip sHoifs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 71.5 ).

            Met de zegels van Willem Dirc Vlasmansz. en Jan Vranckenz. in groene was. Met vier transfixen d.d. 1457 Januari 9, 1463 Maart 5, 1466 October 7 en 1482 December 19 (zie de nos. 279, 294, 301 en 342).

          • 279 1457 Januari 9.

            Dirc Suys Jacobsz. en Evert Jansz. verkoopen aan meester Huge Claisz. het land, vermeld in de brieven d.d. 1430 Augustus 9, 1433 October 12 en 1454 Februari 23, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 159, 185 en 270).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich op den neghenden dach in Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 71.4 ).

            Met de zegels van Dirc Snys en Jan Willemsz. in groene was. Met drie transfixen d.d. 1468 Maart 5, 1466 October 7 en 1482 December 19 (zie de nos. 294, 301 en 342).

          • 294 1463 Maart 5.

            Meester Huyg Claesz. verkoopt aan Albrecht en Lijsbeth, Vop Aelbrecht Vranckenz. kinderen, het land, vermeld in de brieven d.d. 1430 Augustus 9, 1433 October 12, 1454 Februari 23 en 1457 Januari 9, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 159, 185, 270 en 279).

            Int jair ons Heeren duysent vierhondert drie ende tsestich opten vijfden dach in Martio.

            ( Inv. no. 71.3 ).

            Met de zegels van Claes Ofhuys en Jan Souck Willemsz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1466 October 7 en 1482 December 19 (zie de nos. 801 en 342).

          • 301 1466 October 7.

            Aelbrecht Voppenz. verkoopt aan Aechte Aelbrecht Vranckenz. dochter het land, vermeld in de brieven d.d. 1430 Augustus 9, 1433 October 12, 1454 Februari 23, 1457 Januari 9 en 1463 Maart 5, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 159, 185, 270, 279 en 294).

            Opten VIIen dach in Octobri in jair ons Heren MCCCC zess ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 71.2 ).

            Met de zegels van Jan Jacob Jacobsz. en Willeen Storm Gerytsz. in groene was. Met transfix d.d. 1482 December 19 (zie no. 342).

          • 342 1482 December 19.

            Aechte Aelbrecht Vranckendr. verkoopt aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in de brieven d.d. 1430 Augustus 9, 1433 October 12, 1454 Februari 23, 1457 Januari 9, 1463 Maart 5 en 1466 October 7, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 159, 185, 270, 279, 294 en 301).

            Int jaer ons Heeren duysent vierhondert twee ende tachtich opten negentienden dach in Decembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 71.1 ).

            Met de zegels van Aelbrecht Aelbrechtsz. en Jacob van Bleyswijc in groene was.

        • (reg. nos. 273, 278 en 344).

          • 273 1454 Augustus 4.

            Schepenen in den Hage oorkonden, dat Wermbout Claesz. en Haesse Claesdr. hebben verkocht aan het klooster van St. Lijsbeth aldaar 4 morgen land in Maeslant.

            Gescreven opten vierden dach in Augusto int jair ons Heren MCCCC vier ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 72.3 ).

            Met het gemeen schepenzegel in groene was. Met transfix d.d. 1456 Juli 24 (zie no. 278).

          • 278 1456 Juli 24.

            Het klooster St. Elyzabet in den Hage verkoopt aan heer Jan Souck Aelbrechtsz., priester, 4 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1451 Augustus 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 273).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert zes ende vijftich op sinte Jacobs avont apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 72.2 ).

            Met het conventszegel in groene was. Met transfix d.d. 1481 Februari 12 (zie no. 344).

          • 344 1484 Februari 12.

            Jan Souck Aelbrechtsz., priester, verkoopt aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1454 Augustus 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 273).

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende tachtich opten twalefsten dach in Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 72.1 ).

            Met het zegel van Dire van Dorp, schout van Maeslant, in groene was.

        • (reg. nos. 45, 46, 85, 86, 89, 90, 144 en 375).

          • 375 1493 Mei 21.

            Russent, vrouw van Pouwels van Ameroeye, Lijsbeth, vrouw van Lourys Heynrixz., Corstant en Alyt, Dircx kinderen, verkoopen aan de kloosters St. Aechte en St. Ursula te Delf 6 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1403 Juni 16 en 18, 1415 Maart 31, April 2 en December 21, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 45, 46, 85, 86, 89 en 90).

            Opten XXIen dach in Meye int jair ons Heren MCCCC drie ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.1 ).

            Met de zegels van Costijn Jansz. en Dammas Symonsz. in groene was.

          • 144 1428 Juli 21.

            Philips van den Rijn verkoopt aan Alijt Dirc Ysbrantsz. wed. 6 morgen land in Maeslant tusschen de Westgach en de Scheede, vermeld in de brieven d.d. 1403 Juni 16 en 18 en 1415 Maart 31, April 2 en December 31, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 45, 46, 85, 86, 89 en 90).

            Int jaer ons Heren MCCCC ende acht ende twintich op sinte Mariën Magdalenen avondt.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 46 1403 Juni 18.

            Aechte, Pieter Allaerts zoons vrouw, verkoopt aan Clays Coppenannenz. 3 morgen land in Maseland tusschen de Westgaech en de Schede.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie tsManendaghes na sinte Odulfs daghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.3 ).

            Met het zegel van Francke van den Dorp in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie de nos. 144 en 375), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1415 December 21 (zie no. 90).

          • 86 1415 April 2.

            Aernt Rotemuyl uter Lyer verkoopt aan Phillips van Rijn 1 1/2 morgen land in Mazelant tusschen de Westgaech en de Scheede.

            Opten anderen dach in Aprill int jair ons Heren MCCCC ende vijftien.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie de nos. 144 en 375), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1414 December 21 (zie no. 90).

          • 89 1415 December 21.

            Schrevel Roest verkoopt aan Phillips van Rijn 1 1/2 morgen land in Mazelant tusschen de Westgaech en de Scheede.

            Op sinte Thomas' dach apostel int jair ons Heren MCCCC ende vijftien.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.5 ).

            Met de zegels van Huge Jansz. en Dirc Berthelmeesz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie do nos. 144 en 375), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1414 December 21 (zie no. 90).

          • 85 1415 Maart 31.

            Philips van der Spaengen, ridder, geeft aan Philips van Rijn in eigendom het leengoed in Maeslant tusschen de Schede en de Ghaech, dat Airnt Rotemuul aan dezen verkocht heeft.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ende vijftien opten lesten dach in Mairte.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.6 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie de nos. 144 en 375), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1415 December 21 (zie no. 90).

          • 45 1403 Juni 16.

            Philips van der Spaengen, ridder, transporteert aan Claes Coppenannenz. den eigendom van 3 morgen land in Maeslandt, tusschen de Westghaech en de Schee.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie tSaterdaghes na sinte Odulphus' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.7 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie de nos. 144 en 375), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1415 December 21 (zie no. 90).

          • 90 1415 December 21.

            Philips van der Spaengen, ridder, geeft aan Philips van Rijn in eigendom de 1 1/2 morgen land in Maeslant tusschen de Schede en de Ghaech, die Schrevel Roests van hem in leen hield en aan Philips van Rijn verkocht heeft.

            Int jair ons Heeren M vierhondert ende vijftien op sinte Thomas' dach apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 73.8 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1428 Juli 21 en 1493 Mei 21 (zie de nos. 141 en 375), waardoor aan deze brief zijn vastgemaakt de brieven d.d. 1403 Januari 16 en 18, 1415 Maart 31, April 2 en December 21 (zie de nos. 45, 46, 85, 86 en 89).

      • Zie ook Inv. no. 40.

        • (reg. nos. 363, 424, 440 en 443).

          • 440 1536 Februari 28.

            Schepenen van Monster oorkonden, dat Jan Willemsz. in den Haech heeft verkocht aan Claes Jacobsz. een rente van 10 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1489 Mei 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 363).

            Den XXVIII Februari int jaer ons Heren XVc ses ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 74.1 ).

            Met het ambachtszegel in groene was.

          • 424 1515 Juni 29.

            Jan en Willem, Aernt Claesz. kinderen, verkoopen aan Mees Heynrixz. een rente van 10 pond Hollandsch jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1489 Mei 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 363).

            Int jaer ons Heren duysent vijfhondert ende vijfthien den negen ende twintichsten dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 74.2 ).

            Met de zegels van Willein Zonderdanck, schout van den Hage, en Cornelis Jansz. Montfoert in groene was. Met transfix d.d. 1536 Februari 28 (zie no. 440).

          • 363 1489 Mei 7.

            Schepenen van Monster oorkonden, dat Jan Godemansz. heeft verkocht aan Aernt Claesz. een rente van 10 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor hij verbindt 4½ morgen land aldaar.

            Int jaer ons Heeren duysent vyerhondert ende neghen ende tachticht op den VII dach in Meey.

            Oorspr. ( Inv. no. 74.3 ).

            Met het ambachtszegel in groene was. Met twee transfixen d.d. 1515 Juni 29 en 1536 Febrruari 28 (zie de nos. 424 en 440).

          • 443 1538 December 16.

            Schepenen van Monster oorkonden, dat Jorys Symonsz. te Pijnacker verkocht heeft aan het klooster St. Aechte 4 morgen 5 hont 66 roeden land te Monster in den Poeldijck.

            Gedaen opten sestiensten dach van December int jair ons Heeren duysent vijfhondert acht en dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 74.4 ).

            Met het ambachtszegel in groene was.

      • Zie ook Inv. nos. 35, 129 en 146.