Terug naar zoekresultaten

3.18.02 Inventaris van het archief van het klooster Sint Agatha

Voer een zoekterm in
VorigeVolgende

Archief

Titel

3.18.02
Inventaris van het archief van het klooster Sint Agatha

Auteur

S.W.A. Drossaers

Versie

08-12-2020

Copyright

Nationaal Archief, Den Haag
1916 cc0

Beschrijving van het archief

Naam archiefblok

Delftse Statenkloosters St. Agatha
Delftse Statenkloosters / St. Agatha

Periodisering

oudste stuk - jongste stuk: 1310-1578

Archiefbloknummer

36001

Omvang

481 inventarisnummer(s) 0,20 meter

Taal van het archiefmateriaal

Het merendeel der stukken is in het
Middelnederlands*

Soort archiefmateriaal

De geschreven teksten vereisen paleografische kennis. Archief bevat charters/zegels.

Archiefdienst

Nationaal Archief

Locatie

Den Haag

Archiefvormers

Delftse Statenkloosters St. Agatha

Samenvatting van de inhoud van het archief

Het klooster St.Agatha was de grootste der zgn. Delftsche Statenkloosters. Het archief van dit klooster bestaat uit twee gedeelten. Het eerste bevat ongeveer 380 charters en een register van landpachten en heeft uitsluitend betrekking op het bezit. Het tweede deel omvat een verzameling ca. 70 charters die voornamelijk betrekking hebben op de stichting van het klooster en de regeling van het kloosterleven, privilege- en broederschapsbrieven.

Archiefvorming

Geschiedenis van de archiefvormer
HET KLOOSTER St. AGATHA
Het klooster St. Agatha ( Zie voor de geschiedenis van dit klooster en voor die der gebouwen Jhr. B. W. F. van Riemsdijk: Historische beschrijving van het klooster St. Agatha met het Prinsenhof te Delft. 1912. Het ontstaan en de eerste groei van het klooster zijn tot in bijzonderheden bekend uit een HS. van 1442, geheeten: "Dit is van den eersten begin van desen huse". N. C. Kist, wiens eigendom het werd in 1851 op een auctie bij Van Stockum, liet het drukken in Nieuw arch. voor Kerkel. gesch. IV 381. In 1861, toen de nalatenschap van Kist bij Van Stockum verkocht werd, oordeelde Bakhuizen van den Brink, dat het boekje bij de gemeente Delft, die het evenals hij koopen wilde, op de plaats was, waar het behoorde, waarom hij zich van concurrentie onthield (Zie Uitgaande brieven Algemeen Rijksarchief 1861 no. 29). ) , het grootste der kloosters binnen Delft, dankte zijn oorsprong aan het verlangen van den vice-cureit der Oude Kerk, JACOB JAN, om de vroomheid onder zijn parochianen te bevorderen. Omstreeks 1380 kocht hij samen met een zekeren JAN CASUS een houten huisje aan den Geerweg, waarin zij enige maagden lieten wonen onder toezicht van een weduwe als maerte (verg. ministra). Daar haar aantal, en, dank zij de toetreding van een rijke weduwe, ook de inkomsten toenamen, verhuisden zij in 1400 reeds voor de tweede maal en nu naar een steenen huis, en werd in 1406 het aangrenzende pand er bij gekocht. Het laatste is zeker nog herhaalde malen gebeurd, voordat de woning der zusters den omvang had gekregen, dien zij ten slotte had. Zij lag aan de Oude Delft tegenover de Oude Kerk en grensde met haar noordelijken muur aan de Schoolstraat. Tot 1400 hadden de zusters in een vrije vereeniging zonder bepaalden regel geleefd, doch in dat jaar sloten zij zich, op aandringen van WERMBOLD VAN BUSCOP, pater der tertiarissen te Utrecht en biechtvader der Delftsche zusters, aan bij de derde orde van St. Franciscus. Waarschijnlijk gaf dit aan enkelen onder haar aanleiding het huis te verlaten en zelf een nieuwe vrije vereeniging te stichten, waaruit dan het klooster St. Barbara zou zijn voortgekomen. ( Zie voor dat klooster toegang 3.18.04 )
In 1402 volgde de besluiting der zusters en de verheffing van het huis met bijbehoorende kapel tot een klooster der orde, dat genoemd werd naar de martelares St. Agatha. Later sloot het zich aan bij het Utrechtsche kapittel.
Had de regeering van Delft aanvankelijk bepaald, dat het aantal inwonende zusters 30, dat der buitenwonende 7 mocht bedragen, in 1479 kreeg het klooster van Maximiliaan en Maria vergunning tot het hebben van 125 zusters en tevens tot het bezitten van 1500 Rijnsche guldens aan jaarlijkse inkomsten en van 80 morgen land, waarvoor zij den vorsten jaarlijks 400 pond betaalden. Zoo werd waarschijnlijk de goede verhouding tot den landsheer weer hersteld na de hevige tooneelen, die het gevolg waren geweest van het verzet der geestelijkheid tegen de afpersingen door Karel den Stouten, waarbij het klooster St. Agatha een groote rol had gespeeld. ( Zie D. van Bleyswijck a. w. I 318. )
Voor het beheer van haar aanzienlijk bezit mochten de zusters met verlof der stadsregeering jaarlijks drie poorters kiezen, die haar renten inden, haar in rechten vertegenwoordigden en tweemaal 's jaars rekening deden.
In de beangstigende tijden omstreeks 1572, verkeerde dit klooster in de gunstige omstandigheid, dat het den prins, bij zijn bezoeken in Delft, als gast van den prior CORNELIS MUSIUS placht te herbergen en hij er zich in dat jaar voor goed vestigde in het Noord-oostelijke deel van het gebouw, het latere Prinsenhof. Den moord door LUMEY op MUSIUS gepleegd kon hij evenwel niet verhinderen. De zusters behoefden niet, als zooveel andere kloosterlingen, hun huis te verlaten maar bleven er wonen, totdat zij uitgestorven waren.
Geschiedenis van het archiefbeheer
Het archief van dit klooster bestaat in hoofdzaak uit twee verzamelingen; de eerste bevat ongeveer 380 charters en een blafferd van de landpachten en heeft uitsluitend betrekking op het bezit; zij behoort van ouds aan het Algemeen Rijksarchief. De tweede evenwel, bestaande uit circa 70 charters is afkomstig uit de nalatenschap van den hoogleeraar N. C. KIST en werd in 1861 door het Rijksarchief aangekocht op auctie van VAN STOCKUM. ( G. H. M. Delprat geeft in Kerkhistorisch archief IV pag. 13 een overzicht van deze verzameling en heeft daar een aantal charters doen afdrukken, welke helaas wemelen van fouten. ) In deze verzameling bevinden zich voornamelijk de stukken, die betrekking hebben op de stichting van het klooster en de regeling van het kloosterleven, privilege- en broederschapsbrieven, kortom allerlei, waarbij de Staten van Holland, bij de annotatie der geestelijke goederen, geen belang hadden. Het ligt voor de hand dit als de reden der scheiding aan te nemen. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK veronderstelde, dat deze verzameling een archief uitmaakte, dat bepaaldelijk onder den prior berust had, waarvoor de aanwezigheid van enige stukken, CORN. MUSIUS persoonlijk aangaande, pleiten zou; dat archief zou dan na diens dood in vreemde handen geraakt zijn. ( Uitgaande brieven Algemeen Rijksarchief 1861 no. 29. ) Tegen dit vermoeden zijn enige bezwaren. Het is onwaarschijnlijk, dat MUSIUS, toen hij, zooals verscheidene andere geestelijken deden, Delft verliet om een rustiger verblijf te zoeken, stukken meegenomen zou hebben, waarbij niemand eenig belang had dan het klooster, dat bleef bestaan. Bovendien blijft dan onbegrijpelijk, dat enkele stukken in deze verzameling, die op het financieele beheer betrekking hebben, van de andere afgescheiden, en in dit speciale priorsarchief ondergebracht zouden zijn. Wel zou de aanwezigheid dier stukken te verklaren zijn, wanneer ook zij waardelooze papieren (d.w.z. waardeloos voor de Staten) bleken te zijn, en dat is inderdaad het geval:
Inv. no. 27 spreekt van den eigendom van een gedeelte van het gebouw; de kloostergebouwen nu bleven in 1572 zooals ze waren, en werden in 1577 door de Staten afgestaan aan de gemeenten, waarbinnen ze lagen.
De nos. 28 en 109 spreken waarschijnlijk van eenzelfde perceel land, dat blijkens de rekeningen van den rentmeester, eigendom van het klooster is geworden, zoodat de pachtbrief zijn waarde had verloren.
Het land, waarvan sprake is in no. 95, komt in den Blafferd (Inv. no. 21) niet meer voor.
No. 105 betreft een perceel land, dat door het klooster verkocht is.
De nos. 150 en 151 zijn rentebrieven ten laste der grafelijkheid, welke niet betaald werden, evenmin als die ten laste der stad Delft (nos. 152-155), bij wie de Staten in de schuld stonden.
De rente, vermeld in no. 159, komt in de rekeningen niet meer voor.
De nos. 160, 171, 173-181 zijn schuldbekentenissen, testamentaire beschikkingen en quitanties, alle oud genoeg om in 1572 waardeloos geworden te zijn.
De nos. 183-185, die zeer waarschijnlijk niet tot het archief van dit klooster behooren, kunnen buiten bespreking blijven. Het blijft mij dus waarschijnlijker voorkomen, dat de heterogene verzameling, die deze stukken met die, betreffende stichting en leefregels, vormen, door de Staten van Holland werd versmaad, dan dat zij een bijzonder archief heeft uitgemaakt.
Ten slotte is nog bij het archief gevoegd een pauselijke bul voor de kloosters St. Agatha te Delft en St. Ursula te Schiedam (Inv. no. 8), welke in 1889 door het Algemeen Rijksarchief werd aangekocht op een auctie van VAN STOCKUM, en zijn in de beschrijving opgenomen vier stukken, die naar het archief der Oud-Bisschoppelijke Klerezy te Utrecht verdwaald bleken te zijn (Inv. nos. 82, 92, 188 en 189).
De verwerving van het archief
De rechtstitel is (nog) onbekend

Aanwijzingen voor de gebruiker

Openbaarheidsbeperkingen
Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van kwetsbare of slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
  1. Creëer een account of log in.
  2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
  3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Delftse Statenkloosters St. Agatha, nummer toegang 3.18.02, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Delftse Statenkloosters / St. Agatha, 3.18.02, inv.nr. ...

Verwant materiaal

Beschikbaarheid van kopieën
Inventarisnummers van dit archief zijn in kopievorm beschikbaar
Afgescheiden archiefmateriaal
Niet aanwezige stukken komen voor in het archief van de Oud-Bisschoppelijke Clerezij (Utrechts Archief).
Verwante archieven
Voor toegangen op de archieven van de overige Delftsche Statenkloosters, zie nrs. 3.18.03 tm. 3.18.09

Archiefbestanddelen

      • Zie ook Inv. nos. 35, 129 en 146.

        • (reg. nos. 91, 105, 138 en 285).

          • 91 1415 December 21.

            Jan van Yselsteyn en Sophie van den Busch verkoopen aan Harman Harmansz. 3 morgen land te Naeldwijc.

            In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftien op sinte Thomas' dach apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 75.4 ).

            Met de zegels van Jan van Yselsteyn en Jan van Hodenpijl in groene was. Met drie transfixen d.d. 1418 September 16, 1426 April 18 en 1460 October 14 (zie de nos. 105, 138 en 285).

          • 105 1418 September 16.

            Herman Hermansz. verkoopt aan zijn dochter Alijt de 3 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1415 December 21, waardoor deze gestoken is (zie no. 91).

            Op sinte Lambrechts avont int jair ons Heren dusent vierhondert ende achthien.

            Oorspr. ( Inv. no. 75.3 ).

            Met de zegels van Phillips van Kijn en Phillips Huge Starchenz. in groene was, waarvan het eerste geschonden. Met twee transfixen d.d. 1426 April 18 en 1460 October 14 (zie do nos. 138 en 285).

          • 138 1426 April 18.

            Jan Clays Woutersz. verkoopt aan Semeyns, Jan Breeder Pietersz. dochter, 3 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1415 December 21 en 1418 September 16, waardoor deze gestoken is (zie de.nos. 91 en 105).

            Opten achtienden dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert zes ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 75.2 ).

            Met de zegels van Lubbrant Allairtsz. en Florys Jan Claysz. in groene was, waarvan het eerste geschonden. Met transfix d.d. 1460 October 14 (zie no. 285).

        • (reg. nos. 123, 188, 214, 239, 252, 253, 350 en 353).

          • 188 1434 April 25.

            Willem Aerntsz. huurt van Katrijn Wouter Willemsz. wed. 3 morgen 1 1/2 hont land in Naeldwijck voor 10 pond jaarlijks, waarvan hij 40 schellingen Hollandsch zal betalen aan Jan Gesen.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende dertich op sinte Marcus' dach ewangelista.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.1 ).

            Met het zegel van Coppart van Praet, baljuw van Naeldwijck, in groene was.

          • 214 1438 Juni 6.

            Schepenen in Leyden oorkonden, dat Catrijn Wouter Willemsz. wed. aan haar zoon Jan Woutersz. heeft toegewezen als zijn vaderlijk erfdeel een rente van 6 pond jaarlijks uit een perceel land in Naeldwijck.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende dertich opten sesten dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.2 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

          • 239 1446 December 21.

            Doede IJsbrantsz. verkoopt aan Reyner Martijnsz. de helft van de rente, vermeld in den brief d.d. 1421 October 16, waardoor deze gestoken is (zie no. 123), waarvan genoemde Reyner reeds de andere helft bezit.

            Op sinte Thomas' dach apostel int jair ons Heren duysent vierhondert zes ende viertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.3 ).

            Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was.

          • 123 1421 October 16.

            Hughe Willemsz. verkoopt aan Jan Ghesen een rente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks uit 11 hont 26 gaarden land in Naeldwijc.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende een ende twintich tsDonredaghes na sinte Victors dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.4 ).

            Met het zegel van Claes Jansz. van Zandijc in groene was. Met transfix d.d. 1446 December 21 (zie no. 239).

          • 252 1448 November 29.

            Reyner Martijnsz. geeft aan het klooster St. Aechte als moederlijk erfdeel voor zijn dochter, zuster in dat klooster, 19 1/2 hont land in Naeldwijc en 10 hont in Wateringe met de bepaling, dat na den dood van zijn dochter 1/3 van dat land aan het klooster, en het overige aan zijn dochters erfgenamen zal komen en dat na zijn dood en dien van zijn dochter, haar vaderlijk erfdeel op dezelfde wijze zal verdeeld worden.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich op sinte Andries' avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.5 ).

            Met de zegels van Reyner Martynsz. en Kerstant van Alcmade in groene was.

            In dorso staat, dat de 10 hont door de Staten verkocht zijn aan Jan Pouwelsz. Vos.

          • 253 1448 November 29.

            Het klooster St. Aechte verklaart ontvangen te hebben van Reyner Martijnsz. 19 1/2 hont land in Naeldwijc en 10 hont in Wateringhe als moederlijk erfdeel voor zijn dochter, zuster in genoemd klooster, na wier dood 2/3 daarvan aan haar erfgenamen zal gegeven worden.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende viertich op sinte Andries' avont apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.6 ).

            Met hot conventszegel in groene was.

          • 350 1486 November 9.

            Maertijn en Aeltruydt Reyners kinderen verkoopen aan het klooster St. Aechte hun aandeel in 19½ hont land te Naeldwijck, dat zij geërfd hebben van hun zuster Margriet Reynersdr., zuster in dat klooster, en verklaren van het klooster ontvangen te hebben hun aandeel in de 110 pond Hollandsch, die hun van de erfenis van genoemde Margriet toekomt.

            Opten IXen dach in Novembri int jair ons Heren duysent CCCC ses ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.7 )

            Met de zegels van Michiel Pouwelsz. en Vranck Claesz. in groene was.

          • 353 1486 November 24

            Bokel Gerritsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1/3 van 13 hont land in Naeldwijc en 1/3 van 6 hont 66 gaarden 8 voet in Wateringe, welk land hij geërfd heeft van Margriet Reynersdr., zuster in dat klooster.

            Gescreven opten XXIIIIen dach in Novembri int jair ons Heeren MCCCC zes ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 76.8 ).

            Met de zegels v.in Louwerys Heinryex en Gijsbrecht van Driel Henryex in groene was.

        • (reg. nos. 97, 101, 107, 181-183, 198 en 399).

          • 399 1502 October 31.

            Dirck Souck Jansz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 3 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1417 Februari 15 en Mei 1, 1436 Maart 8 en 1419 April 1, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 97, 101, 107 en 198).

            Den lesten dach van October int jaer duysent vijfhondert ende twee.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 182 1433 Juli 8. (?)

            Willem Martijnsz. verkoopt aan Fy Dirxdr. het land, vermeld in den brief d.d. 1419 April 1, waardoor deze gestoken is (zie no. 107).

            Int jaer ons Heren MCCCC drie ende dertich op onzer Vrouwen avont (visitacio?).

            Oorspr. ( Inv. no. 77.2 ).

            Met de zegels van Jan Stare Hugenz. en Jacob Aerntsz. in groene was.

            Voor de dateering zie no. 183.

          • 107 1419 April 1.

            Jan Aerntz., kanunnik en deken van de kerk van St. Adriaen te Naeldwijc, verkoopt aan Willem Martijnsz. 2 1/4 hont land aldaar.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende neghentien opten eersten dach in April.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.3 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1433 Juli 8 en 1502 October 31 (zie de nos. 182 en 399), door welk laatste deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1417 Februari 15 (zie no. 97).

          • 198 1436 Maart 8.

            Jan Clays Blomenz. verkoopt aan Fy Dirxdr. 4 hont land te Naeldwijck.

            Int jair ons Heren MCCCC vijf ende dertich na den beloip des Hoofs van Hollant opten achtende dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.4 ).

            Met het zegel van Aelbrecht Buekelsz. in groene was. Met transfix d d. 1502 October 31 (zie no. 399), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1417 Februari 15 (zie no. 97).

          • 183 1433 Juli 8.

            Willem Martijnsz. verkoopt aan Fy Dirxdr. het land, vermeld in den brief d.d. 1417 Mei 1, waardoor deze gestoken is (zie no. 101).

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende dertich op onser Vrouwen avont visitacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.5 ).

            Met het zegel van Jan Stare Hugenz. in groene was, dat van Jacob Aerntsz. verloren.

          • 97 1417 Februari 15.

            Gheryt Claesz. verkoopt aan Willem Martijnsz. 2 perceelen land in Naeldwijc, groot 5 en 2 1/4 hont.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende seventien des Manendaghes na sinte Valentijns dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.6 )

            Met het zegel van Gheryt, Aerntsz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1433 juli 8 en 1502 October 31 (zie de nos. 181 en 399), waardoor aan dezen brief drie andere zijn vastgemaakt d.d. 1417 Mei 1, 1419 April 1 en 1436 Maart 8 (zie de nos. 101, 107 en 198), waarvan de eerste twee elk een transfix hebben d.d. 1433 Juli 8 (zie de nos. 182 en 183).

          • 181 1433 Juli 8. (?)

            Willem Martijnsz. verkoopt aan Fy Dirxdr. het land, vermeld in den brief d.d. 1417 Februari 15, waardoor deze gestoken is (zie no. 97).

            Int jaer ons Heren MCCCC drie ende dertich op onser Vrouwen avont (visitacio?).

            Oorspr. ( Inv. no. 77.7 ).

            Met de zegels van Jacob Aerntsz. en Jan Starc Hugenz. in groene was.

            Voor de datering zie no. 183.

          • 101 1417 Mei 1.

            Claes Jansz. van Zanddijck verkoopt aan Willem Martijnsz. 3 1/2 hont land te Naeldwijck.

            In den jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventien op sinte Phillips' ende Jacobs dagh ingaende Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 77.8 ).

            Met geschonden zegel van den oorkonder in groene was. Met twee transfixen d.d. 1433 Juli 8 en 1502 October 31 (zie de nos. 182 en 399), door welk laatste deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1417 Februari 15 (zie no. 97).

        • 297 1464 Juni 4.

          Symon Dircsz. verklaart indertijd met consent van het klooster St. Aechte een sloot gedempt en een schuur daarop getimmerd te hebben met belofte die weer af te breken en de sloot weer uit te graven, als het klooster dat wenscht.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich op sinte Bonifaes' avont.

          Oorspr. ( Inv. no. 79 ).

          Met het zegel van Philps Hugenz. in groene was.

          Dit regest is in den Inv. onder het hoofd Nootdorp gebracht omdat het klooster, blijkens Inv. no. 21 fo. CCXXVI (zie ook no. 164), een rente bezat uit een huis met erf aldaar, toebehoorende aan Dirck Symonsz.

          (reg. no. 297).

        • 189 1434 December 20.

          Ghijsbrecht Heynrixsz. van Schyedamme belooft het klooster St. Aechte of het klooster, waarin Hildegond, zijn zuster, wonen zal, gestand te zullen doen de schenking van 4 morgen te Ouderschie, door zijn vader aan het klooster St. Aechte gedaan, voordat Hildegond het verliet, op voorwaarden, dat hij geholpen zal worden het gedeelte, dat er van verkocht is, terug te koopen.

          Int jair ons Heren MCCCC vier ende dertich opten twie ende twintichsten dach in Decembri.

          Oorspr. ( Inv. no. 80 ).

          Met het zegel van Clays Danelsz. in groene was.

          (reg. no. 189).

        • (reg. nos. 22, 79, 80, 115, 117, 121 en 260).

          • 22 1390 Februari 8.

            Jan die Visscher Heynrixz. en Bertelmeeus Pieter Venijnsz. verkoopen aan Cleyman Jacobsz. van den Roester 1/2 morgen land in Ouderscye in Willem Everaerts zate.

            Int jair ons Heren MCCC ende tnegentich des Dinxdaghes na sente Aechten dach virginis.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.3 ).

            Met de zegels der oorkonders in groene was. Met twee transfixen d.d. 1414 Februari 7, en 1452 Maart 31, (zie de nos. 79, en 260) door welk laatste deze brief is vastgehecht aan den brief d.d. 1420 Maart 26 (zie no. 115).

          • 79 1414 Februari 7.

            Voppe Reymbrantsz. verkoopt aan Jan Jansz. de Bontwerker 4 1/2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1390 Februari 8, waardoor deze gestoken is (zie no. 22).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende viertien des Woensdaghes na sinte Aechten daghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1452 Maart 31 (zie no. 260), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1420 Maart 26 (zie no. 115).

          • 80 1414 Februari 23.

            Fillips Claysz. verkoopt aan Jan Jansz. de Bontwerker 1/2 morgen land in Ouderscye.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende viertien op sinte Mathijs' avont in Zelle.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.4 ).

            Met het zegel van Voppe Reynbrantsz. in groene was. Met transfix d.d. 1452 Maart 31 (zie no. 260), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1420 Maart 26 (zie no. 115).

          • 115 1420 Maart 26.

            Jan Jansz. van Oudendijc, Beatrijs Willem Jansz. wed. en haar kinderen verkoopen aan Jan Jansz. de Bontwerker him aandeel in 4 morgen min een hont lant in Berchpolre.

            Opten zess ende twintichsten dach in Maerte int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.7 ).

            Met de zegels van Jan Jansz. van Oudendije en Francys van Cattendije in groene was. Met transfix d.d. 1452 Maart 31 (zie no. 260), waardoor aan dezen brief zijn vastgemaakt de brieven d.d. 1390 Februari 8, 1414 Februari 7 en 23, 1420 Mei 9 en 1421 Januari 15 (zie de nos. 22, 79, 80, 117 en 121).

          • 117 1420 Mei 9.

            Spiker Jansz. verkoopt aan Jan Jansz. de Bontwerker 1/3 van 4 morgen land min een hont in Berchpolre.

            Opten negenden dach in Meye int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.6 ).

            Met het zegel van Spiker Jansz. in groene was. Met transfix d.d. 1452 Maart 31 (zie no. 260), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1420 Maart 26 (zie no. 115).

          • 121 1421 Januari 15.

            Florys Enghebrechtsz. verkoopt aan Jan Jansz. van Delf 3 morgen land in Scyeambacht.

            Int jair ons Heren MCCCC ende een ende twintich des Woensdaghes na sinte Ponciaens dach vijftien daghe in Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.5 ).

            Met de zegels van Jacob Claysz., hurgemeester, en Hughe Claesz., klerc van Scyedamme, in groene was. Met transfix d.d. 1452 Maart 31 (zie no. 260), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1420 Maart 26 (zie no. 115).

          • 260 1452 Maart 31.

            Katrijn Jan Jansz. wed. verkoopt aan het klooster St. Aechte 12 morgen land, waarvan er 8 in Ouderscye en 4 in Berchpolre zijn gelegen, vermeld in de brieven d.d. 1390 Februari 8, 1414 Februari 7 en 23, 1420 Maart 26 en Mei 9 en 1421 Januari 15, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 22, 79, 80, 115, 117 en 121).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert twee ende vijftich opten lesten dach van Maert.

            Oorspr. ( Inv. no. 81.1 ).

            Met de zegels van Claes Ofhuys en Jan Vranckenz. in groene was.

            In dorso staat, dat deze brieven spreken van 12 morgen in Boeckelsdijck, waarvan er 1 verkocht is zonder brief.

        • S11 1461 December 1.

          Geryt Nagel Claesz. verkooopt aan het klooster van St. Aechte te Delff de helft van 23 morgen 1 1/2 hont land met de woning die daar op staat in het ambacht van Onderscye.

          Int jaer ons dusent vierhonder een ende tsestich opten eersten dach in Decembri.

          Oorspr. ( Inv. no. 81A ).

          Met de zegels van Jan Lonc Willemsz. en Pieter Claesz in groene was.

          (reg. nos. S11.).

        • 367 1490 April 7.

          Willem Jansz. huurt van het klooster St. Aechte 7 morgen 2 hont land in Ouderschye voor 10 jaar.

          Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tnegentich opten sevenden dach in Aprill.

          Oorspr. op papier ( Inv. no. 82 ).

          Het opgedrukte zegel van Costeyn Jansz. verloren.

          (reg. no. 367).

        • (reg. nos. 271, 272, 280, 281 en 287).

          • 287 1461 Augustus 18.

            "Schepenen in Leyden oorkonden, dat Louwe van der Goude aan het klooster St. Aechte te Delff heeft gegeven de brieven d.d. 1454 Juni 14 en Juli 10, 1457 Juli 31 en 1458 April 14 (zie de nos. 271, 272, 280 en 281), waardoor deze gestoken is, tegen een lijfrente van 50 Engelsche nobels uit de opbrengst der landen en rente, in die brieven vermeld; wat er meer is dan 50 nobels zal Ymme Jacopsdr., zuster in het klooster, ontvangen, terwijl na zijn dood de 50 nobels aan het klooster zullen komen."

            Int jair ons Heren duysent vierhondert een ende tsestich opten achtienden dach in Augusto.

            Oorspr. ( Inv. no. 83.1 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

          • 271 1454 Juni 14.

            Schepenen in Leyden oorkonden, dat Aelbrecht Jansz. verkocht heeft aan Louwe van der Goude een rente van 4 gouden Wilhemsschilden en 18 groot Hollandsch jaarlijks, uit 4 morgen land in Oudshoren.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende vijftich opten veertienden dach in Junio.

            Oorspr. ( Inv. no. 83.2 ).

            Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1461 Augustus 18 (zie no. 287), waardoor aan dezen brief zijn vastgemaakt de brieven d.d. 1454 Juli 10, 1457 Juli 31 en 1458 April 14 (zie de nos. 272, 280 en 281).

            In dorso staat «Coudekerc».

          • 272 1454 Juli 10.

            Schepenen in Leyden oorkonden, dat Florys Jacobsz. aan Louwe van der Goude 1/2 morgen land in Oudshoren heeft verkocht.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert vier ende vijftich opten tienden dach in Julio.

            Oorspr. ( Inv. no. 83.4 ).

            Met twee schepenzegels in groene was, waarvan een geschonden. Met transfix d.d. 1461 Augustus 18 (zie no. 287), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1454 Juni 14 (zie no. 271).

          • 280 1457 Juli 31.

            De schout van Aerlanderveen en Woudshoren oorkondt, dat Baerte Matheeus Jansz. wed. verkocht heeft aan Louwerys van der Goude Willamsz. 1 1/2 morgen 20 schaft land in Woudshoren.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert seven ende vijftich op sinte Pieters avont ad vincula te middesomer.

            Oorspr. ( Inv. no. 83.5 ).

            Met het zegel van de schout in groene was. Met, transfix d.d. 1161 Augustus 18 (zie no. 287), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1454 Juni 14 (zie no. 271).

          • 281 1458 April 14.

            Schepenen in Leyden oorkonden, dat Willem Gerytsz. verkocht heeft aan Louwe van der Goude een rente van 4 gouden Wilhelmusschilden en 18 groot Hollandsch jaarlijks uit 4 morgen land in Oudshoren.

            Int jair ons Heren duysent vierhondert acht ende vijftich opten viertiensten dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 83.3 ).

            Met twee schepenzegels in groene was. Met transfix d.d. 1461 Augustus 18 (zie no. 287), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1454 Juni 14 (zie no. 271).

      • Zie ook Inv. nos. 117 en 146.

        • 2 1361 September 8.

          Kerstant van der Burch verbindt voor de erfrente van 40 schellingen Hollandsch jaarlijks, die hij schuldig is aan Jacob van Grimberghen, 3 morgen land.

          Ghegheven int jaer ons Heren dusent driehondert een ende tsestich op onzer Vrouwen dach nativitas.

          Oorspr. ( Inv. no. 85 ).

          Met de zegels van Jan en Kerstant van der Burch in groene was.

          (reg. no. 2).

        • 3 1367. Augustus 16.

          Enghebrecht Jacobsz. verkoopt aan Jan Borch Hughenz. de helft van 71/2 hont land te Rijswijc.

          Ghegheven des Manendaghes na onser Vrouwen dach assumpcio int jaer ons Heren dusent driehondert seven ende tsestich.

          Oorspr. ( Inv. no. 86 ).

          Met het zegel van Gheryt die Blote in groene was.

          (reg. no. 3).

        • 15 1384 December 1.

          Kerstant van der Borch verklaart, dat hij gehuurd heeft van Willem van der Borch Jansz. de helft van 11 morgen land te Rijswijc tegen 10 pond Hollandsch jaarlijksch.

          Int jaer ons Heren dusent driehondert tachtich des Donredaghes na sinte Andries' daghe apostel.

          Oorspr. ( Inv. no. 87 ).

          Met het zegel van Dirc, bastaard van der Wateringhe, in groene was.

          (reg. no. 15).

        • (reg. nos. 59 en 61).

          • 59 1409 December 27.

            Alijd, weduwe van Dirc Moederziels, verkoopt aan Ghijsbrecht Buekel Jansz. 11/2 morgen land in Rijswijc, geheeten Stienberghen, en 13/4 morgen aldaar, geheeten de Smeercamp.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen op sint Jans ewangeliste dach in den winter.

            Oorspr. ( Inv. no. 88.2 ).

            Met het zegel van Dirc Aerntsz. in groene was. Met transfix d.d. 1410 Mei 5 (zie no. 61).

          • 61 1410 Mei 5.

            Ghijsbrecht Buekel Jans Blotenz. geeft aan het klooster van St. Aechte te Delf 31/4 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1409 December 27, waardoor deze gestoken is (zie no. 59).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tiene opden vijften dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 88.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • 122 1421 April 25.

          Ave Harman Dircsz. wed. verkoopt aan het klooster van St. Aechte te Delff 1/4 van 3 1/2 morgen land te Rijswijc in de Smeercamp, waarvan de andere 3/4 het klooster reeds toebehooren.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende twintich op sinte Marcus' evangelisten dach.

          Oorspr. ( Inv. no. 89 ).

          Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was.

          (reg. no. 122).

        • (reg. nos. 95, 103, 190 en 199).

          • 199 1436 Maart 12.

            Jan Pietersz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte 7 hont land in Rijswijck op Ockenberg.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ses ende dertich op sinte Gregorius' dag.

            Oorspr. ( Inv. no. 90.1 ).

            Met het zegel van Pieter Heymansz. in groene was.

          • 190 1435 Februari 15.

            Het klooster van St. Katrine te Hairlem op de Croft verkoopt aan het klooster van St. Aechte te Delft 11 morgen 3 1/2 hont land, vermeld in debrieven d.d. 1416 November 13 en 1417 Augustus 13, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 95 en 103).

            Int jaer ons Heren MCCCC ende vijf en dertich op den vijftienden dach van Februari.

            Oorspr. ( Inv. no. 90.2 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 103 1417 Augustus 13.

            Geryt Mairtijn Jacoppijnsz. verkoopt aan het klooster van St. Katrine te Hairlem 10 hont land op Ockenberg te Rijswijc.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende zeventien op sinte Ypolitus' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 90.3 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1435 Februari 15 (zie no. 190), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1416 November 13 (zie no. 95).

          • 95 1416 November 13.

            Jan van den Woude, ridder, heer van Warmond, verkoopt aan het klooster van St. Katrine te Harlem op de Croft 10 morgen land op Ockenberch in Rijswijc.

            Int jair ons Heren MCCCC ende zestien sVridaechs na sinte Maertijns dach in den winter.

            Oorspr. ( Inv. no. 90.4 ).

            Met de zegels van Jan van den Woude en van zijn zoon Jacop in groene was. Met transfix d.d. 1435 Februari 15 (zie no. 190), waardoor hieraan is vastgemaakt een brief d.d. 1417 Augustus 18 (zie no. 103).

        • (reg. nos. 150 en 208).

          • 150 1429 Februari 27.

            Lijsbeth van Cranenburch, Jan Willem Moersz. wed., verkoopt aan het klooster van St. Aechte te Delf een perceel land te Rijswijc.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende twintich des Sonnendaghes na sinte Pieters dach cathedra.

            a. Oorspr. ( Inv. no. 91.1 ).

            Met het zegel van Aernt van Egmond, schout te Delf, in groene was.

            b. Geïnsereerd in den brief d.d. 1437 October 27 (zie no. 208).

          • 208 1437 October 27.

            Lijsbet van Cranenburch, Jan Willem Moirsz. wed., verklaart het klooster van St. Aechte te zullen vrijwaren de 20 morgen land te Rijswijc, die zij het klooster heeft verkocht volgens een brief d.d. 1422 Februari 27, hierin geïnsereerd (zie no. 150).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich op sinte Symon ende Juden avont apostelen.

            Oorspr. ( Inv. no. 91.2 ).

            Met de zegels van Jan die Witte Jan Souckenz., Lubbrant Allairtsz., Vranc Lambrechtsz. en Dire Jan Casusz., burgemeester van Delff, in groene was.

        • 235 1445 December 20.

          Jacob Ofhuys en Machtelt Toudendr., zijn vrouw, vermaken het klooster St. Aechte 21 morgen land te Rijswijc, geheeten Symon Lysinxz. woning, gedurende het leven van Mary en Aechte, hun dochters, na wier overlijden het land aan haar beider erfgenamen komen zal.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert vijf ende veertich op sinte Thomas' avont apostel.

          Oorspr. ( Inv. no. 92 ).

          De zegels van Jacob Ofhuys en Mr. Willem Sonderdanck, dokter, verloren.

          (reg. no. 235).

        • (reg. nos. 174 en 242).

          • 174 1431 November 15.

            Oudzier Heynrixz. verkoopt aan jonkvrouw Lijsbeth van Cranenburch, Jan Willem Moersz. wed., 1 morgen land in Rijswijck.

            Des Donredaechs nae sinte Martijns dach in den winter int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 93.1 ).

            Met het zegel van Aernt Gerytsz., schout te tsGravensande, in groene was.

            In dorso staat: «dese brief maect den XXVI ingera in Jan Meyers woninge».

          • 242 1447 Februari 16.

            Lijsbeth Jan Willem Moirsz. wed. verkoopt aan het klooster van St. Agatha 26 morgen land en de helft van 18 morgen, geheeten de Smaelweer, in Rijswiker broec en 2 1/2 morgen, geheeten de Gouden boom, in Rijswiker ambacht.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert sess ende viertich na beloop des Hofs van Hollant opten sestienden dach in Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 93.2 ).

            Met de zegels van Florys en Kerstant van Alcmade in groene was.

            In dorso staat, dat de 2 1/2 morgen van St. Barbara zijn en het overige Jan Meyes woninge heet.

        • (reg. nos. 149, 173, 240, 255 en 257).

          • 173 1431 October 25.

            Alijt Florys Dirxz. wed. verkoopt aan Jacob Claes van Veensz., haar zwager, de helft van 7 morgen land en een boomgaard in het ambacht van Ryyswijck.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich tsDonredaghes na der elffdusent Machden dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 94.1 ).

            Met de zegels van Willem Heuter Claesz. en Jan Claesz. Touwe in groene was, waarvan het tweede geschonden.

          • 255 1450 Juni 15.

            Lijsbet Jan Jansz. wed. en Katrijn Jan Jansz. dochter verkoopen aan Heynric Bugge Dirxz. 1/6 van 7 1/2 morgen land in het ambacht van Rijswijck.

            Opten XVen dach in Junio int jair ons Heren MCCCC ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 94.2 ).

            Met het zegel van Claes Dirc Jacobsz. in groene was.

          • 257 1451 Mei 23.

            Jan Eversz. verkoopt aan Heyn Bugge Dirxsz. de helft van 7. morgen land, vermeld in den brief d.d. 1429 Februari 1, waardoor deze gestoken is (zie no. 149).

            Opten XXIIIste dach in Meye int jair ons Heren duysent vierhondert een ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 94.3 ).

            Met het zegel van Daem Bertelmeesz. in groene was.

          • 149 1429 Februari 1.

            Margriet Wouter Dircsz. wed. en haar drie kinderen verkoopen aan Jan Eversz., Margriets zwager, de helft van 7 morgen land en een boomgaard in Rijswijc.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende twintich des Dinxdaghes op onser Vrouwen avont purificacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 94.4 ).

            Met het zegel van Jan Willem Aerntsz, neef van Margriet voorn., in groene was. Met transfix d.d. 1451 Mei 23 (zie no. 257).

          • 240 1447 Januari 3.

            Pieter Woutersz. verkoopt aan Heyn Bugghe Dirxz , zijn zwager, 1/6 van 7 1/2 morgen land in het ambacht van Rijswijck.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende viertich opten derden dach in Januario.

            Oorspr. ( Inv. no. 94.5 ).

            Met het zegel van Adriaen Nachtegael, schout van Rijswijck, in groene was.

        • (reg. nos. 60, 151 en 454).

          • 454 1566 April 3.

            Gezworenen van Rijswijck oorkonden, dat Lenaert Pietersz. de erfpacht van een hofstede met toebehooren, vermeld in den principalen pachtbrief d.d. 1410 Februari 20, waardoor deze gestoken is (zie no. 60), en aan het klooster St. Aechte, houder van dien brief, betaald tot 1558 inclusief, binnen 14 dagen ook voor de verdere jaren betalen zal en in het vervolg op de in den principalen brief genoemde verschijndagen.

            Opten IIIen Aprillis anno XVc zes ende tsestich stilo communi.

            Oorspr. ( Inv. no. 95.1 ).

            Met het zegel van Claes Symonsz. Bos, schout van Eijswijck, in groene was.

          • 151 1429 Maart 1.

            Willaem en Lijsbeth, Jans kinderen van den Werve, verkoopen aan Buekel Jan Blotenz. een rente van 40 schellingen jaarlijks, vermeld in den brief d.d. 1410 Februari 20, waardoor deze gestoken is (zie no. 60).

            Int jair ons Heren MCCCC neghen ende twintich op den eersten dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 95.2 ).

            Met de zegels van Jacop Hughe Woestsz. en Screvel Gherytsz. in groene was.

          • 60 1410 Februari 20.

            Pieter Florysz. neemt in erfpacht van Jan van den Werve een werf land te Rijswijc voor 40 schellingen Hollandsch jaarlijks.

            In den jaer ons Heren MCCCC ende tien op sinte Mathijs' avond apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 95.3 ).

            Met de zegels van Clays uten Broucke en Dirc Pijl in groene was. Met twee transfixen d.d. 1429 Maart 1 en 1566 April 3 (zie de nos. 151 en 454).

      • Zie Inv. no. 84.

      • Zie ook Inv. no. 146.

        • 258 1451 Juli 22.

          Lijsbet Jacob Claesz. vrouw van Veen geeft aan het klooster St. Aechte te Delft 23 morgen lant in Striën.

          Int jaer van enenvijfticht op sinte Mariën Magdalenen dach.

          Gevidimeerd in den brief d.d. 1453 Mei 8 (zie no. 263).

          263 1453 Mei 8.

          Schepenen van Striën geven vidimus van een schepenbrief d.d. 1451 Juli 22 (zie no. 258).

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich VIII dagen inder maent van Meye.

          Oorspr. ( Inv. no. 97 ).

          Met vier schepenzegels in groene was.

          (reg. no. 258 en 263).

        • (reg. nos. 327, 403, 414 en 415).

          • 327 1477 October 7.

            Schepenen in Stryen oorkonden, dat Claes Heuter aan het klooster St. Aechte heeft gegeven 8 morgen land aldaar.

            Ghedaen int jair ons Heren duysent vierhondert soeven ende tsoventich opten soevenden dach in October.

            Oorspr. ( Inv. no. 98.1 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

            In dorso staat, dat dit land geruild is tegen een ander perceel van Jan Heuter.

          • 403 1504 Maart 30.

            Schepenen in Striën oorkonden, dat Jan de Heuyter heeft verkocht aan het klooster St. Aechte 7½ morgen land aldaar.

            Ghedaen int jaer ons Heren duysent vijfhondert ende vier opten dertichsten dach in den Maert nae scrivens ende loep sHoefs van Romen.

            Oorspr. ( Inv. no. 98.2 ).

            Met de zegels van Mathijs Meertensz. en Aernout Gheloefsz., schout van striën, in groene was.

          • 415 1507 Februari 11.

            Schepenen in Striën oorkonden, dat Geryt Woutersz., als gemachtigde van Jan de Heuyter Jansz., aan het klooster St. Aechte heeft overgedragen het land, vermeld in den brief d.d. 1506 December 18, waardoor deze gestoken is (zie no. 414).

            Gedaen int jaer ons Heren dusent vijfhondert ende zesse den elfsten dach in Februario nae den loop sHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 98.3 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

          • 414 1506 December 18.

            Jan de Hueyter Jansz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 3 morgen 4½ hont land in Stryën, tot de overdracht waarvan hij Gheryt Woutersz., den barbier, machtigt voor schout en schepenen aldaar.

            Int jair ons Heren duysent vijfhondert ende sesse den achtiensten dach in December.

            Oorspr. ( Inv. no. 98.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in roode way. Met transfix d.d. 1507 Februari 11 (zie no. 415).

      • Zie ook Inv. nos. 64 en 146.

        • (reg. no. 88 en S2).

          • 88 1415 December 18.

            Jan van Yselsteyn verkoopt aan het klooster van St. Aechte 7 morgen 4 hont land in het ambacht van Vlaerdinghe.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijftien des Woensdaghes na sinte Luciën dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 99.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • S2 1396 April 24.

            Vraqnc Screvelsz. verkoopt aan Rentant van Alemade de helft van 7 morgen 4 hont land in het ambacht van Vlaerdinghe over de Harghe tegen de helft van 53 morgen 3 hont en de helft van 13 hont 70 gaarden in de Ketel.

            Int jaer ons Heren duzent driehondert ses ende tnegentich op Sinte Marcus avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 99.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

            In dorso stond: Van half den lande dat van Jan van IJselstyn ghecoft wort

        • (reg. nos. 26, 33 en 129-134).

          • 26 1393 November 7.

            Simon Jan Molsz. priester, verkoopt aan Philips Willaem Backersz. 3 morgen 41/2 hont land en zijn aandeel in de woning, die daarop staat in Vlaerdingher ambacht, geheeten Aechte rampen woninghe.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tneghentich op sinte Willeboerts dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.1 ).

            Met de zegels van Willem van der Burch Jansz. en Bertelmees Heynenz. in groene was.

          • 33 1400 April 27.

            Heynric Hart Bertelmeesz. verkoopt aan Philips Willemsz. zijn aandeel in 5 morgen land, geheeten Aechte rampenland, in 41/2 morgen, geheeten «tVronenvier», beide in Vlaerdingherambacht, in 11/4 morgen, gelegen in 't Oudelant, en in 1/2 morgen, gelegen bij Sciedamme.

            Int jair ons Heren dusent ende vierhondert des Dinxdages na sinte Marcus' dach ewangelist.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.2 ).

            Met het zegel van Bertelmees Heynenz., vader van Heynric voornoemd, in groene was.

          • 129 1423 September 11.

            Heynric van Voirhout, Bartout en Alijt Pieters kinderen en Willem Heuter Claysz. als voogd van Katrijn Pietersdr., zijn vrouw, verkoopen aan Philips Willem Backersz. alles wat zij geërfd hebben in Vlaerdingher ambacht van Margriet Willems van der Borch.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie ende twintich des Saterdaghes na onser Vrouwen dach nativitas.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.3 ).

            Met de zegels van Heynric van Voirhout Pietersz. en Willem Heuter Claysz. in groene was.

          • 130 1423 September 15.

            Heer Aernt Pauwelsz., priester, Aecht, Wiggher, Margriet, Jan, Lijsbet, vrouw van Pieter Rijc Jacopsz., Alijt en Russent, Pauwels Aerntsz. kinderen, verkoopen aan Philips Willem Backersz., wat zij van Margriet Willems van der Borch hebben geërfd in Vlaerdingher ambacht.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie ende twintich des Woensdaghes na des heylighe Cruys' dach exaltacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.4 ).

            Met het zegel van Pieter Rijc Jacopsz., zwager der oorkonders, in groene was.

          • 131 1423 September 18.

            Bartout Naghel Gherytsz. verkoopt aan Philips Willem Backersz. alles wat hij geerfd heeft in Vlaerdinger ambacht van Margriet Willems van der Borch.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende twintich des Saterdaghes na sinte Lambrechts dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.5 ).

            Met het zegel van Heynric van Voirhout Pietersz., neef van den oorkonder, in groene was.

          • 132 1423 September 18.

            Gheryt Nagel Gheryt Nagelsz. verkoopt aan Philips Willem Backersz. alles wat hij geerfd heeft in Vlaerdinger ambacht van Margriet Willems van der Borch.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie ende twintich des Saterdaghes na sinte Lambrechts dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.6 ).

            Met het zegel van Willem Heuter Claesz. in groene was.

          • 133 1423. December 20.

            Florys van Alkemae Florysz. verkoopt aan Philips Willem Backersz. 1/10 van 7 1/2 morgen land met de woning, die er op staat, in het ambacht van Vlaerdinghe, hetgeen hij geerfd heeft van Margriet Willems wed. van der Burch.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende twintich op sinte Thomas' avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.7 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 134 1424 Februari 14.

            Het klooster van St Aechte te Delf verkoopt aan Philips Willem Backersz. 7 1/2 hont land in het ambacht van Vlaerdingen.

            Int jair ons Heren MCCCC vier ende twintich op sinte Valentijns dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 100.8 ).

            Met het conventszegel in groene was.

        • (reg. nos. 32, 63, 142 en 143).

          • 63 1410 Mei 5.

            Pieter Jansdr. van Oudendijc verkoopt aan Buekel Jan tsBlotenz. 1/3 van 10 morgen land in Ouderscye op Beukelsdijc en 1/3 van 10 morgen in Babbaertspolre aan den Maesdijc in Vlaerdingher ambacht.

            Oorspr. ( Inv. no. 101.1 ).

            Met de zegels van Mr. Gheryt van der Hove en Louwerys Dammaesz. in groene was.

            In dorso staat, dat Beukel (Beukel Jan tsBlotenz. was waarschijnlijk een van de drie jaarlijks gekozen rentmeesters.) eerstgenoemd perceel heeft gegeven aan de zusters te Rotterdam met ander land aldaar, waarvoor hij het klooster St. Aechte 10 morgen land in Tedinger brooc heeft bewezen.

          • 142 1427 October 31.

            Jacop Claesz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1398 Juli 4, waardoor deze gestoken is (zie no. 32).

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende twintich op alre Heylighen avont.

            Oorspr. ( Inv. no. 101.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 32 1398 Juli 4.

            Ghoeswijn Jansz. verkoopt aan Jacob Claeysz. 1/3 van een perceel land in Babbaerspolre.

            Int jaer ons Heeren dusent driehondert achte ende tnegentich op sinte Martinus' dach translacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 101.3 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1427 October 31 (zie no. 142).

          • 143 1428 Mei 20.

            Philips Heynricsz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte 1/3 van 10 morgen land in Babbaertspolre in het ambacht van Vlaerdinghen, van welk land het klooster de andere 2/3 bezit.

            Int jaer ons Heren MCCCC achte ende twintich sDonredaghes na sinte Servacius' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 101.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • (reg. nos. 34, 152, S4, S6 en S8).

          • 34 1400 Mei 15.

            Foykijn, drossaard van Breda, verkoopt aan Symon van der Burch twee perceelen land, groot 8 en 2 morgen, in Vlaerdinghen.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert des Saterdaghes na sinte Servaes' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 102.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 152 1429 Maart 12.

            Willem van der Burch geeft aan zijn twee bastaardkinderen 10 1/2 morgen land in het ambacht van Vlaerdingen, geheeten Heer Loops land.

            Inden jair ons Heren vierhondert ende negen ende twintich opten twaliften dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 102.2 ).

            Met het zegel van breeder Joest, prior van het Regulierenklooster to Bug, in groene was.

          • S4 1406 April 1.

            Haesken Coppenamen, weduwe jonge Jan Coppenannenz. en Machtelt Coppennannen dochter verkopen aan Jan Clays Geheylen zoons zoon 10 1/2 hont land in Vlaerdinghe, gheten Heer Loops land.

            Te Donredaghes na onser Vrouwen dach conceptio int jaer ons Heren MCCCC ende zeven.

            Oorspr. ( Inv. no. 102.3 ).

            Met het zegel van Philps Willem Backersz in groene was.

          • S6 1408 Maart 14.

            Jacob Aerntsz. van den Dijc en Lizebeeth Claes Gheijlen zoons weduwe verkopen aan Symon van der buren een zesde deel van een zate land, gheten Haer Loops lant en gelegen in Vlaerdinghe .

            Ghegeven int jaer dons Heren dusent vierhondert ende acht op den viertienden dach in Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 102.4 ).

            Met het zegel van Toijkiun van der Hant, schout in Vlaerdinghe, in groene was.

          • S8 1429 Maart 12.

            Willem van der Burch geeft aan de zusters van Sinte Acathen te Delf 10 1/2 morgen land in Vlaerdingen gheeten Haer Lopics land waaruit zij zijn beide bastaardkinderen zullen onderhouden tot hun meerderjarigheid, terwijl het land wanneer de kinderen den geestelijke staat aannemen met dezen mee zal gaan terwijl hij met de prior van Rugge of de langstlevende van hen over het land of de rente zullen beschikken wanneer de kinderen wereldlijk blijven.

            Int jair ons Heren dusent vierhonder neghen ende twinich open twelfdsten dach in Mairte.

            Oorspr. ( Inv. no. 102.5 ).

            Met het zegel van de prior van het Regulierenklooster te Rugge in groene was.

        • 207 1437 September 28.

          Aelbrecht Vranckenz. geeft aan het klooster van St. Aechte 2 morgen 3 1/4 hont land in Wateringhe, 9 morgen in de Ketel en 12 morgen in Vlaerdinge, geheeten Oudenvatersland.

          Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende dertich op sinte Michiels avont.

          Oorspr. ( Inv. no. 103 ).

          Met de zegels van Jan die Witte Jan Zoukenz. en Jan Hughen Cleymansz. in groene was.

          (reg. no. 207).

        • 227 1441 Augustus 23.

          Ministerse en convent der zusters van St. Ursula te Scyedamme verkoopen aan het klooster van St. Agatha 20 hont land, geheeten 't Haertvelt, in het ambacht van Vlaerdinghe.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende viertich op sinte Bertelmees' avont apostel.

          Oorspr. ( Inv. no. 104 ).

          Met geschonden conventszegel in groene was.

          In dorso staat, dat het land verkocht is.

          Uit de collectie Kist.

          (reg. no. 227).

        • (reg. nos. 229, 230 en 341).

          • 341 1482 Juli 11.

            Evert Jansz., Jacop van Bleyswijc Jacobsz. en Frans Boen Jansz. komen overeen met het klooster St. Aechte, dat het met Baerte Jacopsdr., hun zuster, zal erven van Jacop van Bleyswijk en van Fye, Jacop van Bleyswijcs weduwe, het land, vermeld in de brieven d.d. 1442 December 24 en 31, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 229 en 230) en nog 2 morgen aldaar.

            Gedaen den XIen dach in Julio int jair ons Heren MCCCC twee ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 105.1 )

            Met de zegels van Evert on Jacop voornoemd en Vranck Claesz. in groene was.

          • 230 1442 December 31.

            Dirc van Bleyswijk verkoopt aan Jacob van Bleyswijk Jacobsz. 4 morgen 2 hont land in Vlaerdingher ambacht in den Waelkamp.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert tween viertich opten Jairsavont.

            Oorspr. ( Inv. no. 105.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1482 Juli 11 (zie no. 341), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1442 December 24 (zie no. 229).

          • 229 1442 December 24.

            Schepenen van Vlaerdinger ambacht en van dat van Naeldwijc oorkonden, dat Jan, Aem, Gheryt en Gheertruyt, Hugens kinderen, en Katrijn, Huge Philips wed., hebben verkocht aan Jacob van Bleyswijc Jacopsz. 2 hont 31 roeden land in Vlaerdinc.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende twe ende viertich den vier ende twintichsten dach in Decembry.

            Oorspr. ( Inv. no. 105.3 ).

            Met het zegel der schepenen in groene was. Met transfix d.d. 1482 Juli 11 (zie no. 341), waardoor hieraan is vastgemaakt een brief d.d. 1442 December 31 (zie no. 230).

        • (reg. nos. 428 en 441).

          • 428 1520 Mei 10.

            Het klooster St. Aechte verkoopt aan Jan Coolman Jansz., priester, rector en biechtvader van het klooster, 8 morgen land in Vlaerdinger ambacht.

            Int jaer ons Heren vijftyenhondert ende twintich opten tyenden dach in Meye.

            Oorspr. ( Inv. no. 106.1 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 441 1536 Augustus 6.

            Schout en schepenen van Vlaerclingen oorkonden, dat Cornelis Dircxz. alias Buyrman en Doe Aerntsz. van Jan de Hoeyter Jansz. gehuurd hebben 8 morgen land aldaar, waaruit deze een rente van 6 gouden andriesguldens jaarlijks behoudt.

            Opten sesten dach in Augusto int jair ons Heren duysent vijffhondert ses ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 106.2 ).

            Met het ambachtszegel in groene was.

            In dorso staat, dat de 6 andriesguldens zijn afgelost in Juli 1568 door Jan Gerrits Kraeck.

      • Zie ook Inv. nos. 124 en 143.

        • 19 1388 November 26.

          Hughe van den Woude geeft Lijsbet Willaem Janssoens in vrijen eigendom 6 morgen land aan de Oostzijde van Delft in den Vryenban, die zij van hem in leen had.

          Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tachtich des Donredaghes na sinte Katrinen dach.

          Gevidimeerd in den brief d.d. 1388 (zie no. 20).

          Misschien is dit hetzelfde land, als waarvan in de regesten nos. 311 en 312 gesproken wordt.

          20 1388.

          Ghisebrecht van Andel, proost van Coninxvelt, geeft vidimus van den brief d.d. 1388 November 26 (zie no. 19).

          Int jaer ons Heren voersz. (dusent driehondert acht ende tachtich).

          Oorspr. ( Inv. no. 108 ).

          Met het zegel van den proost in groene was.

          Uit de collectie Kist.

          (reg nos. 19 en 20).

        • (reg. nos. 18, 25, 120, 124 en 160).

          • 160 1430 November 4.

            Meester Willem Sonderdanck verkoopt aan Dirck Jacob Zuys Dirxz. de helft van het land, vermeld in de brieven d.d. 1388 Augustus 7, 1392 December 1, 1421 Januari 4 en 1422 Januari 24, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 18, 25, 120 en 124).

            Int jair ons Heren MCCCC ende. dertich tSaterdaghes na alre Zielen dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 109.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 124 1422 Januari 24.

            Dirc Braemsz., Aechte Dirxdr. en Jan Everockersz. verkoopen aan Jacob Zuys Dirxz. 3/4 van 2 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1388 Augustus 7, 1392 December 1 en 1421 Januari 14, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 18, 25 en 120), van welk land genoemde Jacob het andere 1/4 bezit.

            Op sinte Pouwels' avont conversio int jair ons Heren MCCCC een ende twintich na den lope sHoifs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 109.2 ).

            Met de zegels van Clays Durbair Jacobsz. en Geryt van Helmont in groene was. Met transfix d.d. 1430 November 4 (zie no. 160), dat losgeraakt is.

          • 120 1421 Januari 14.

            Casijn Everockersz., Joost Jan Claysz., Jacob Suys Dircz., Dirc Braemsz. en Jan Everockersz. verkoopen aan Fy Everockers wed. de helft van het land, vermeld in de brieven d.d. 1388 Augustus 7 en 1392 December 1, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 18 en 25).

            Op sinte Ponciaens dach int jair ons Heeren MCCCC ende twintich na den lope sHoifs van Hollant.

            Oorspr, ( Inv. no. 109.3 ).

            Met de zegels van Clays Durber Jacobsz. en Gheryt. van Helmont in groene was. Met twee transfixen d.d. 1422 Januari 24 en 1430 November 4 (zie de nos. 124 en 160), waarvan het laatste is losgeraakt.

          • 25 1392 December 1.

            Jan Dirc Coenraetsznsz. verkoopt aan Everaert Jansz. 2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1388, Augustus 7, waardoor deze gestoken is (zie no. 18).

            Int jaer ons Heren dusent driehondert twee ende tnegentich tsMaendaechs na sente Andries' dach apostel.

            Oorspr. ( Inv. no. 109.4 ).

            Met de zegels van Aernd Vrydachsz. en Hughe Starken Heynenz. in groene was. Met drie transfixen d.d. 1421 Januari 14, 1422 Januari 24 en 1430 November 4 (zie de nos. 124 en 160), waarvan het het laatste is losgeraakt.

          • 18 1388 Augustus 7.

            Willem en Dirc van der Made verkoopen aan Jan Dirc Coenraetsznsz. 2 morgen land in het ambacht van Vryenban.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert acht ende tachtich tsFrydaechs na sinte Pieters dach ad vincula.

            Oorspr. ( Inv. no. 109.5 ).

            Met de zegels van Willem van der Made en Jan Hugheradenz. in groene was. Met vier transfixen d.d. 1392 December 1, 1421 Januari 14, 1422 Januari 24 en 1430 November 4 (zie de nos. 25, 120, 124 en 160), waarvan het laatste is losgeraakt.

        • (reg. nos. 1, 13, 14, 17, 21, 213, 264, 274, 293 en 310 en S1).

          • 1 1310 September 6.

            Schepenen van Delf oorkonden, dat Arnout van den Vene voor het gerecht van Vriënban aan Robbrecht Gherardsz. 20 morgen land te Ruven heeft gegeven, en dat Jonkvrouw Hildegond afstand heeft gedaan van den lijftocht, dien zij op het genoemde land had, waarvoor zij met ander land is schadeloos gesteld.

            Int jaer ons Heren dertienhondert ende tiene des Zondaghes na zente Gillis' daghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.1 ).

            Met twee schepenzegels in groene was.

          • 13 1382 Mei 5.

            Dirc Pieter Jan Oemsznsz. verkoopt aan Bairtoud Nagel een rente van 31/2 pond jaarlijks uit Robbrecht Margrieten zoons zate, gelegen in den Vryenban.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert twie ende tachtich tsManendaghes na Meydaghe.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.2 ).

            Met het zegel van Pieter Jan Oemsz. in groene was.

          • 14 1383 Augustus 1.

            Gheryt Monster Robbrechtsz. verkoopt aan Bartout Nagel een rente van 31/2 pond jaarlijks uit 21 morgen land in Vryenban, geheeten Robbrecht Margrieten zoons zate.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert drie ende tachtich op sinte Pieters dach ad vincula.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.3 ).

            Met het zegel van Hughe Dammaesz. in groene was.

          • 17 1387 November 7.

            Robbrecht Gheryt Monstersz. verkoopt aan Russent Bartout Naghels wed. 1/4 van 21 morgen 1 hont 19 gaarden land in Vryenban, geheeten Robbrechts zate en een rente van 40 schellingen jaarlijks uit dat land.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert zeven ende tachtich op sinte Clemens' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.4 ).

            Met het zegel van Pieter Vranckenz. in groene was.

          • 21 1389 December 2.

            Dirc Jacopsz. verkoopt aan Russent Baertouts Naghels wed. 1/6 van 21 morgen 1 hont land, geheeten Robbrechts zate, gelegen in Vryenban, met een erfrente van 31/2 pond jaarlijks daaruit en nog 71/2 hont land.

            Int jaer ons Heren dusent driehondert neghen ende tachtich des Donredaghes na sinte Andries' dach.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.5 ).

            Met het zegel van Pieter Vranckenz. in groene was.

          • 213 1438 Maart 22.

            Jan witte Louwerysz. verkoopt aan Heynrick van Groesbeeck 8 morgen land in den Vryenban.

            Opten twee ende twintichsten dach in Mairte int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich

            Oorspr. ( Inv. no. 110.6 ).

            Met de zegels van Dirc Willemsz. van Oistgeest en Witte Willemsz. in groene was.

          • 264 1453 Augustus 25.

            Heinrick van Groesbeeck verkoopt aan Dirc van Haestrecht, rector van het klooster St. Agniet te Delft, 8 morgen land in Vryenban.

            Gegeven opten vive ende twintichsten dach in Augusto int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.7 ).

            Met de zegels van den oorkonder en van Heinric Jansz. in groene was.

          • 274 1455 Maart 28.

            Baerte, Katrijn en Semeyns, Robbrecht Gheryt Monstersz. kinderen, verkoopen aan Heer Michiel Claes Touwenz., priester, een rente van 7 1/2 schelling Hollandsch jaarlijks uit zijn land in Vryenban in Robbrecht Margrieten zoons zate.

            Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijf ende vijftich des Vrydages na onser Vrouwen dage annunciatio.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.8 ).

            Met de zegels van Clays Heuter Willemsz. en Dirc Hughenz. in groene was.

          • 293 1463 Januari 30.

            Broeder Joest Claesz., rector, zuster Aecht Heynricsdr., priorin, en gemeen convent van St. Agniet, genaamd Int dal van Josaphat, te Delft verkoopen met consent van den prior van Syon aan Mychiel Claes Touwenz., priester, 8 morgen land in Vryenban.

            Opten lesten dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 110.9 ).

            Met het zegel van het klooster St. Agniet en het dienstzegel van Syon in groene was.

          • 310 1470 Maart 12.

            Heer Michiel Claes Touwenz., priester, verkoopt aan het klooster St. Aechte 14 morgen land in Vriënban en 4 morgen 1½ hont en 3½ morgen in Robbrecht Margrieten zoons zate aldaar.

            Int jair ons Heeren MCCCC ende tseventich opten twalefsten dach in Maarte.

            Oorspr. ( Inv. no. 110 ).

            De zegels van Mr Florys Hart, dokter, en Claes Dammasz. verloren.

          • S1 1310 Juli 8.

            .

            .

            Oorspr. ( Inv. no. 110.11 ).

        • (reg. nos. 316, 317, 320, 321 en 324).

          • 316 1473 Februari 12.

            Willem Pijn Aelbrecht Franckensz. verkoopt aan Jan Souck, zijn broeder, 1/7 van 6 morgen land in den Vriënban, dat hij geërfd heeft van heer Clays Jansz., zijn neef.

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende tseventich opten twalefsten dach in Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 111,1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 317 1473 Februari 12.

            Meester Vranck Aelbrechtsz. verkoopt aan heer Jan Souck, zijn broeder, 1/7 van 6 morgen land in den Vriënban, dat hij geërfd heeft van heer Clays Jansz., zijn neef.

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende tseventich opten twalefsten dach in Februario.

            Oorspr. ( Inv. no. 111.2 ).

            Met het zegel von den oorkonder in groene was.

          • 320 1473 October 14.

            Meester Vranck Aelbrechtsz. en de priorin van het klooster St. Anna te Delff verkoopen, met toestemming van Alijt Aelbrechtsdr., een der zusters, aan heer Jan Souck 1/7 van 6 morgen land in den Vriënban, dat Alijt voornoemd heeft geërfd van heer Clays Jansz., haar neef.

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende tseventich op den viertienden dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 111.3 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 321 1473 November 9.

            Aechte Aelbrecht Vranckendr. verkoopt aan heer Jan Souck, haar broeder, 1/7 van 6 morgen land in den Vriënban, dat zij geërfd heeft van heer Clays Jansz., haar neef.

            Int jair ons Heren MCCCC drie ende tseventich opten negenden dach in Novembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 111.4 ).

            Met het zegel van Clays Houter in groene was.

          • 324 1475 September 13.

            Aelbrecht Aelbrechtsz. verkoopt aan heer Jan Souck, zijn broeder, 1/7 van 6 morgen land in Vriënban, dat hij geërfd heeft van heer Clays Jansz., zijn neef.

            Int jair ons Heren MCCCC vijf ende seventich opten dertienden dach in Septembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 111.5 ).

            Met de zegels van Willem Pijn Aelbrechtsz. en Clays Houter in groeue was.

        • (reg. nos. 216 en 326).

          • 216 1438 Juli 15.

            Joost Backer Jans zoons zoon verkoopt aan Zuwe, dochtervan Jacob Ofhuys, 2 morgen land in Vryenban.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich tSampdages na sinte Margrieten dage.

            Oorspr. ( Inv. no. 112.2 ).

            Met de zegels van Claes Dirc Jacobsz. en Florys Pietersz. in groene was. Met transfix d.d. 1477 October 5 (zie no. 326).

          • 326 1477 October 5.

            Het klooster van St. Ursula te Sciedam verkoopt aan het klooster St. Aechte te Delff 2 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1438 Juli 15, waardoor deze gestoken is (zie no. 216).

            Int jair ons Heren viertienhondert seven ende tseventich opten vijften dach in Octobri.

            Oorspr. ( Inv. no. 112.1 ).

            Met het conventszegel in groene was.

        • (reg. nos. 48, 139, 163, 171, 172, 187, 197, 209, 210 en 346).

          • 48 1403 September 10.

            Fillips Costijnsz. verkoopt aan Aernt Tou Aelwijnsz. 41/2 morgen land in den Vryenban op Ackertsdijck.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende drie des Manendaghes na onser Vrouwen dach nativitas.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

            In dorso staat: «Wij menen, dat desen brief niet hout».

          • 163 1431 Februari 9.

            Wigger Pouwels Aernts zoons zoon verkoopt aan Alijt Aernt Toudendr., Lambrecht Outgairtsz. wed., 1/4 van 25 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1426 Augustus 27, waardoor deze gestoken is (zie no. 139).

            Opten negenden dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert ende dertich na den lope des Hoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 113 ).

            Met de zegels van Heynrio van Hout Pietersz. en Pieter Rijc Jacobsz. in groene was.

          • 139 1426 Augustus 27.

            Haedwy Vranck Pietersz. dochter verkoopt aan den zoon van Wigger Pouwelsz. 1/4 van 25 morgen land in Vryenban.

            tsDinxdages na sinte Berthelmees' dage apostel int jair ons Heren dusent vierhondert zess ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.3 ).

            Met de zegels van Symon Reymbrandtsz. en Aernt Gerytsz. in groene was. Met transfix d.d. 1431 Februari 9 (zie no. 163).

          • 172 1431 Juni 12.

            Jacob Buekelsz. verkoopt aan Alijd Aernt Toudendr., Lambrecht Outgaertsz. wed., 5 morgen land in Vryenban.

            Op sinte Odulphs avont int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.4 ).

            Met de zegels van Jacob Buekelsz. en Aernt Tou Buekelsz. in groene was.

          • 209 1437 December 22.

            Jonkvrouw Clemeyns Aernt Toude Aelwijnsz. wed. verkoopt aan Alijt Lambrecht Oudtgaertsz. wed. 1/4 van 25 morgen land in Vryenban, vermeld in de brieven d.d. 1431 Mei 5 en 1433 October 29, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 171 en 187).

            Des dages na sinte Thomas' dach int jair ons Heeren MCCCC seven ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.5 ).

            Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was.

          • 171 1431 Mei 5.

            Aernt Jordijnsz. verkoopt aan Wigger Pouwels Aernts zoons zoon 6 morgen land in Vryenban.

            Opten vijften dach in Meye int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.6 ).

            Met de zegels van Geryt Gerytsz. en Aernt Tonde Beukelsz. in groene was Met twee transfixen d.d. 1433 October 29 en 1437 December 22 (zie de nos. 287 on 209).

          • 187 1433 October 29.

            Wigger Pauwelsz. Aernts zoons zoon verkoopt aan Aernt Tou Aelwynsz. 1/4 van 25 morgen land in Vryenban, vermeld in den brief d.d. 1431 Mei 5, waardoor deze gestoken is (zie no. 171).

            tsDonredaghes na sinte Symon ende Juden dach int jair ons Heren MCCCC drie ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.7 ).

            Met de zegels van Heynrick van Voirhout Pietersz. en Pieter Groen in groene was. Met transfix d.d. 1437 December 22 (zie no. 209).

          • 210 1437 December 22.

            Jonkvrouw Clemeyns Aernt Toude Aelwijnsz. wed. verkoopt aan Alijt Lambrecht Oudtgairtsz. wed. de helft van 1/16 van 28 morgen land in Vryenban, vermeld in den brief d.d. 1435 December 31, waardoor deze gestoken is (zie no. 197).

            Des dages na sinte Thomas' dach int jair ons Heren MCCCC seven ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.8 ).

            Met het zegel van Florys van Alkemade in groene was.

          • 197 1435 December 31.

            Jan Huge Everairts zoons zoon verkoopt aan Aert Tou Aalwijnsz. en Alijt Lambrecht Outgairtsz. wed., diens dochter, 1/16 van 28 morgen land in Vryenban.

            Opten lesten dach in Decembri int jair ons Heeren MCCCC vijf ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.9 ).

            Met de zegels van Heynric van Hout Pietersz. en Florys Jansz. in groene was. Met transfix d.d. 1437 December 22 (zie no. 210).

          • 346 1485 September 10.

            Meester Willem Aernt Tou Aelwijnsz. en heer Claes Aernt Tou Aelwijnsz. verkoopen aan het klooster St. Aechte 5 morgen land in den Vryenban.

            Int jaer ons Heren MCCCC ende vijf ende tachtich opten tienden dach in Septembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 113.10 )

            Met het zegel van Meester Willem voornoemd in groene, en dat van Aper Melysz. in rode was.

      • Zie ook Inv. nos. 76, 103 en 146.

        • (reg. nos. 167 en 168).

          • 167 1431 April 9.

            Heynric, Heer van Wassenair, burggraaf van Leyden, geeft zijn neef Jan van Groenenvelde den vrijen eigendom van 5 morgen land, gelegen op de Harnasch, welk land deze van hem in leen had.

            Gegeven opten negenden dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 131.1 ).

            Met het zegel van den oorkonder in rode was.

          • 168 1431 April 9.

            Jan van Groenevelt verkoopt aan Willem Dirxz. 5 morgen land, welke hij in leen had van Heer Heynric van Wassenair, burchgraaf van Leyden, en van dezen in eigendom heeft ontvangen, welk land gelegen is op de Harnasch.

            Opten negenden dach in Aprille int jair ons Heren dusent vierhondert een ende dertich.

            Oorspr. ( Inv. no. 131.2 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

        • 218 1438 Augustus 28.

          Claes Rijc Walichsz. verkoopt aan het klooster van St. Aechte de helft van 8, en de helft van 3 morgen land op 't Wout op de Harnasch.

          Int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende dertich op sinte Jans avont decollacio.

          Oorspr. ( Inv. no. 132 ).

          Met de zegels van Florys van Alcmade en Heyn Bogge Dircsz. in groene was.

          (reg. no. 218).

        • (reg. nos. 104, 135, 186, 215 en 275).

          • 104 1418 April 6.

            Jacob Dirxz. en Lijsbet Odziersdr. maken huwelijksvoorwaarden.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert ende achtien opten zesten dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 133.2 ).

            Met het zegel van Hughe Naghel in groene was.

          • 135 1424 Mei 24.

            Jacob Dirxz. verkoopt aan Willem, Clays, Pieter, Louwe, Alverait, Machtelt en Ermgairt, Pieter Engelsz. kinderen, een rente van 14 pond Hollandsch jaarlijks, waarvoor hij 18 1/2 morgen land, gelegen op tWout, verbindt.

            Op sinte Urbanus' avont in Meye, int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende twintich.

            Oorspr. ( Inv. no. 133.2 ).

            Met de zegels van Franck van Dorp en Pieter Groen in groene was.

          • 275 1455 September 11.

            Broeder Jan Voss, prior, en convent der Carthusers te Nyenlichte bij Utrecht, verkoopen aan het klooster St. Agatha te Delff het land, vermeld in de brieven d.d. 1433 October 17, en 1438 Juli 3, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 186 en 215).

            Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert vive ende vijftich opten elfsten dach in Septembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 133.3 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 215 1438 Juli 3.

            Peter Groen verkoopt aan het klooster der Carthuser orde buiten Utrecht in Bloemendael het land, genoemd in den brief d.d. 1433 October 17, waardoor deze gestoken is (zie no. 186).

            Int jair ons Heren dusent vierhondert achte ende dertich des yersten dages na onser lieven Vrouwen dach visitacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 133.4 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was. Met transfix d.d. 1455 September 11 (zie no. 275).

          • 186 1433 October 17.

            Adryaen Jacobsz. verkoopt aan Pieter Groene Willemsz. de helft van 11 morgen land op de Harnasch, die hij geërfd heeft van Jacob Dirxz., zijn vader.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert drie ende dertich op sinte Lucas' avont evangelist.

            Oorspr. ( Inv. no. 133.5 ).

            Met de zegels van Willem, heer tot Naeldwijck en ter Capellen, maarschalk van Hollant, en Adryaen Nachtegail in groene was. Met twee transfixen d.d. 1438 Juli 23 en 1455 September 11 (zie de nos. 215 en 275).

        • (reg. nos. 269, 298 en 357).

          • 357 1487 Februari 28.

            Cornelis Engebrechtsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte te Delf 3 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1453 October 18, en 1465 Juli 18, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 269 en 298).

            Opten lesten dach in Februario int jaer ons Heren MCCCC ses ende tachtich na beloep sHoefs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 134 ).

            De zegels van Joest Jansz. en Vranck Geryt Stormsz. verloren.

          • 298 1465 Juli 18.

            Machtelt Jan Symonsz. wed. verkoopt aan Pieter Gerytsz. 3 morgen land, vermeld in den brief d.d. 1453 October 18, waardoor deze gestoken is (zie no. 269).

            Opten XVIIIen dach in Julio int jair ons Hcren dusent vierhondert vijf ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 134 ).

            Met het zegel van Garbrant Jacopsz. in groene was. Met transfix d.d. 1487 Februari 28 (zie no. 357).

          • 269 1453 October 18.

            Pieter Jansz. verkoopt aan Jan Symonsz., zijn neef, 3 morgen land, gelegen in het Wout ambacht op de Harnas.

            Opten XVIIIen dach in Octobry int jaer ons Heren MCCCC LIII.

            Oorspr. ( Inv. no. 134 ).

            Met geschonden zegel van Vranc Boudijnsz. van Dorp, schout van Dorp, in groene was. Met twee transfixen d.d. 1465 Juli 18 en 1487 Februari 28 (zie de nos. 298 en 357).

        • 358 1487 Maart 23.

          Geryt Aerntsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1½ morgen land op de Harnasch,

          Gescreven opten XIIIen dach in Maerte int jaer ons Heeren MCCCC zes ende tachtich na loop tsHoofs van Hollandt.

          Oorspr. ( Inv. no. 135 ).

          Met het zegel van Cornelys van Dorp, ridder, heer tot Benthuyzen, in roode, en dat van Vranck Claesz. in groene was.

          (reg. no. 358).

        • (reg. nos. 305, 325, 331, 359 en 369).

          • 359 1487 Juni 29.

            Jan Aernsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte het land, vermeld in den brief d.d. 1479 April 15, waardoor deze gestoken is (zie no. 331).

            Gescreven opten XXIXen dach in Junio int jair ons Heeren MCCCC zeven ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 136.1 ).

            Met de zegels van Claes Jacoppijnsz., schepen van Delff, en Costijn Jansz. in groene was.

          • 331 1479 April 15.

            Costijn Jansz. verkoopt aan Jan Aernsz. het land, vermeld in den brief d.d. 1476 Juli 24, waardoor deze gestoken is (zie no. 325).

            Opten XVen dach in Aprille int jair ons Heeren MCCCC negen ende tseventich.

            Oorspr. ( Inv. no. 136.2 ).

            Met de zegels van Costijn Jansz. en Mathijs Andriesz. in groene was. Met transfix d.d. 1487 Juni 29 (zie no. 359).

          • 325 1476 Juli 24.

            Pieter Jansz. verkoopt aan Costijn Jansz. 3½ morgen land op de Harnasch, geheeten de Miscamp.

            Gescreven opten XXIIIIen dach in Julio int jair ons Heeren MCCCC zes ende tseventich.

            Oorspr. ( Inv. no. 136.3 ).

            Met de zegels van Cornelis van den Dorp, heer tot Benthuysen, burgemeester van Delff, en Mr. Jan van Velde, rentmeester der memoriën van Egmond, in groene was. Met transfix d.d. 1479 April 15 (zie no. 331).

          • 369 1492 Maart 8.

            Jan Hugenz. verkoopt aan het klooster St. Aechte een rente van 2 pond Hollandsch jaarlijks, begrepen in de rente van 1 pond Vlaamsch, vermeld in den brief d.d. 1468 Februari 10, waardoor deze gestoken is (zie no. 305), terwijl hij het klooster het bezit der overige 6 pond Hollandsch, die hij aan Jan Aertsz., en deze aan het klooster heeft verkocht, zal vrijwaren.

            Geschreven opten VIIIen dach in Maerte int jair ons Heeren duysent vierhondert een ende tnegentich nae loop sHoofs van Hollandt.

            Oorspr. ( Inv. no. 136.4 ).

            Met het zegel van Dirc van Dorp, schout van Maeslant, in roode, en dat van Louwerys Henrycxz. in groene was.

          • 305 1468 Februari 10.

            Pieter Jansz. verkoopt aan Jan Hugenz. een rente van een pond Vlaamsch jaarlijks uit 3½ morgen land, gelegen op 't Woud, en geheeten de Miscamp.

            Geschreven opten Xen dach in Februario int jair ons Heren dusent vierhondert zeven ende tsestich na beloop tsHoofs van Hollant.

            Oorspr. ( Inv. no. 136.5 ).

            Met de zegels van Pieter Claes Pietersz. on Jacop van Bleyswije in groene was, waarvan het tweede geschonden. Met transfix d.d. 1492 Maart 8 (zie no. 369).

        • (reg. nos. 225, 226, 267, 283, 286, 328, 364, 373, 383-387)

          • 373 1493 Februari 21.

            Dirc Doenz. op 't Wout verkoopt aan Dirc Geryt IJsbrantsz. een rente van 90 vierijzers jaarlijks uit 7 morgen land op de Harnasch en losbaar met 1125 vierijzers.

            Geschreven opten XXIen dach in Februario int jair ons Heren duysent vierhondert twee ende tnegentich nae loop tsHoofs van Hollandt.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.1 ).

            Met de zegels van Louwerys Heuryexz. en Claes Claesz. in groene was, waarvan het laatste geschonden.

            In dorso staat: «deze rente hebben wij afgekocht».

          • 387 1498 Mei 11.

            Doe Dircsz. verkoopt aan het klooster St. Achte 1/5 van 7 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 27, 1489 Mei 11 en 1441 Maart 31 met de transfixen van het laatst genoemde, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 225, 364 en 226 etc.).

            Oorspr. ( Inv. no. 137.2 ).

            Met de zegels van Pieter Arent Rutgaertsz. en Costijn Jansz. in groene was.

          • 385 1498 Mei 11.

            Jorys Gerytsz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1/5 van 7 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 27, 1489 Mei 11 en 1441 Maart 31 met de transfixen van het laatst genoemde, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 225, 364 en 226 etc.).

            Gedaen opten XIen dach in Meye int jair ons Heeren MCCCC acht ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.3 ).

            Met de zegels van Pieter Arent Rutgaertsz.

            en Costijn Jansz. in groene was.

          • 386 1498 Mei 11.

            Philips Dircxz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1/5 van 7 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 27, 1489 Mei 11 en 1441 Maart 31 met de transfixen van het laatst genoemde, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 225, 364 en 226 etc.).

            Gedaen opten XIen dach in Meye int jair ons Heren MCCCC acht ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.4 ).

            Met de zegels van Pieter Arent Rutgaertsz. en Costijn Jansz. in groene was.

          • 384 1498 Mei 11.

            Symon Dircxz. verkoopt aan het klooster St. Aechte 1/5, van de 7 morgen land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 27, 1489 Mei 11 en 1441 Maart 31 met de transfixen van het laatst genoemde, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 225, 364 en 226 etc.).

            Gedaen opten XIen dach in Meye int jair ons Heeren MCCCC acht ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.5 ).

            "Met het zegel van Costijn. Jansz. in groene was; dat van Pieter Arent Rutgaertsz. verloren."

          • 383 1498 Mei 11.

            Aem Claesz. en Cornelia Dircxdr., zijn vrouw, verkoopen aan het klooster St. Aechte 1/5 van 7 morgen 5 hont land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 27, 1489 Mei 11 en 1441 Maart 31 met de transfixen van het laatst genoemde, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 225, 364 en 226 etc.).

            Opten XIen dach in Meye int jair ons Heeren MCCCC acht ende tnegentich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.6 ).

            Met de zegels van Pieter Aernt Ruigaertsz.

            en Costijn Jansz, in groene was.

          • 364 1489 Mei 11.

            Jan Pieterz. verkoopt aan Dirck Doez. het land, vermeld in den brief d.d. 1441 Maart 27, waardoor deze gestoken is (zie no. 225).

            Opten XIen dach in Meye int jair ons Heren MCCCC negen ende tachtich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.7 ).

            Met het zegel van Evert Jansz., burgemeester van Delff, in groene was Met vijf transfixen d.d. 1498 Mei 11 (zie de nos. 383-387).

          • 225 1441 Maart 27.

            Vrancke Boudijnsz. verkoopt aan Jan Pieter Pietersz. de helft van 7 morgen land, gelegen op 't Woud op de groote Harnasch.

            Int jair ons Heeren dusent vierhondert een ende viertich des Manendaghes na onser Vrouwen dach annunciacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.8 ).

            "Met het zegel van Adriaen Elyaesz. in groene was; dat van Dirc Hughenz. verloren. Met zes transfixen n.l. een d.d. 1489 Mei 11, en vijf d.d. 1498 Mei 11 (zie de nos. 364 en 383-387), waardoor deze brief is vastgemaakt aan dien d.d. 1441 Maart 31 (zie no. 226)."

          • 328 1479 Januari 20.

            Cornelys Ghijsbrechtsz. van Andel verkoopt aan Dirck Doenz. het land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 31, 1453 September 26, 1460 April 10 en 1461 Maart 31, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 226, 267, 283 en 286).

            Opten XXen dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich na loop tsHoofs van Hollandt.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.9 ).

            Met het zegel van den oorkonder in groene was.

          • 286 1461 Maart 31.

            Dammaes Pieter Sijsmansz. verkoopt aan Harman, Jan, Fye en Ursula, Brien Jansz. kinderen, het land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 31, 1453 September 26 en 1460 April 10, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 226, 267 en 283).

            Int jair ons Heren duysent vierhondert een ende tsestich opten laetsten dach van Maerte.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.10 ).

            Met de zegels van Dammaes Pieter Sijsmansz. en Cornelys van Dorp in groene was, waarvan het cerste geschonden. Met transfix d.d. 1479 Januari 20 (zie no. 328).

          • 283 1460 April 10.

            Ewout Willemsz. verkoopt aan Dammaes Pieter Sijsmansz. het land, vermeld in de brieven d.d. 1441 Maart 31 en 1453 September 26, waardoor deze gestoken is (zie de nos 226 en 267).

            Int jair ons Heren duysent vierhondert ende tsestich opten tienden dach in Aprille.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.11 ).

            Met de zegels van Dirc Jan Casusz. en Pieter Aelwijn Pietersz. in groene was. Met twee transfixen d.d. 1461 Maart 31 en 1479 Januari 20 (zie de nos. 286 en 328).

          • 267 1453 September 26.

            Lourys Willem Bonenz. verkoopt aan Ewout, Jacob, Claes en Boudijn, Willem Claes Oliviersz. kinderen, het land, vermeld in den brief d.d. 1441 Maart 31, waardoor deze gestoken is (zie no. 226).

            Opten XXVIen dach in Septembri int jair ons Heren MCCCC drie ende vijftich.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.12 ).

            Met de zegels van Jan Vranckenz. en Dirc Huge Dirxsz. in groene was. Met drie transfixen d.d. 1460 April 10, 1461 Maart 31 en 1479 Januari 20 (zie de nos. 283, 2S6 en 328).

          • 226 1441 Maart 31.

            Vrancke Boudijnsz. verkoopt aan Louwerys Willem Bovenz. de helft van 4 morgen, de helft van 3 morgen, en nog 3 hont land, gelegen op 't Wout op de groote Harnasch.

            Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende viertich des Vridaghes na onser Vrouwen dach annunciacio.

            Oorspr. ( Inv. no. 137.13 ).

            Met de zegels van Dire Hughenz. en Adriaen Elyaesz. in groene was. Met vier transfixen d.d. 1453 September 26, 1460 April 10, 1461 Maart 31 en 1479 Januari 20 (zie de nos. 267, 283, 286 en 328), terwijl de brief d.d. 1441 Maart 27 (zie no. 225) door middel van zes transfixen aan dezen is vastgemaakt (zie de nos. 364 en 383-387).

        • 402 1505 Maart 1.

          Jan Pietersz. verkoopt aan het klooster St. Aechte zijn woning wegens een schuld van 200 pond Hollandsen aan dat klooster en een van 70 pond 13 schellingen en 4 penningen aan dat van St. Anna te Delff.

          Gedaen int jair ons Heeren duysent vijffhondert ende vier opten eersten dach in Maert naden loep sHoefs van Hollant.

          Oorspr. ( Inv. no. 138 ).

          Met het zegel van Jan de Heuyter Jansz., schout van Delff, baljuw van Delflant, in roode, en dat van Costijn Jansz. in groene was.

          In dorso staat: Jan Pietersz op 't Wout.

          (reg. no. 402).

        • (reg. nos. 261, 289, 299 en 407).

          • 407 1504 November 13.

            Het klooster St. Anna te Delf geeft het klooster St. Aechte in ruil het land, vermeld in de brieven d.d. 1452 Augustus 25, 1462 April 13 en 1465 October 31, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 261, 289 en 299).

            Int jair ons Heren XVc ende vier opten XIIIsten dach in Novembri.

            Oorspr. ( Inv. no. 139.1 ).

            Met het conventszegel in groene was.

          • 299 1465 October 31.

            Dammas Zijsman Pietersz. verkoopt aan het klooster St. Anna te Delf het land, vermeld in de brieven d.d. 1452 Augustus 25 en 1462 April 13, waardoor deze gestoken is (zie de nos. 261 en 289).

            Opten lesten dach van Octobri int jair ons Heren MCCCC vijff ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 139.2 ).

            Met de zegels van den oorkonder en van Pieter Aelwijn Pietersz. in groene was. Met transfix d.d. 1504 November 13 (zie no. 407).

          • 289 1462 April 13.

            Jacob Willem Oliviersz. verkoopt aan Dammaes Sijsman Pietersz. het land, vermeld in den brief d.d. 1452 Angustus 25, waardoor deze gestoken is (zie no. 261).

            Opten XIIIen dach in April int jair ons Heren MCCCC twee ende tsestich.

            Oorspr. ( Inv. no. 139.3 ).

            Met de zegels van Jacob van Bleyswijc Gerytsz. en Claes Ofhuys in groene was. Met twee transfixen d.d. 1465 October 31 en 1504 November 13 (zie de nos. 299 en 407).