Deze stukken zijn door het huwelijk van Adriana van der Hulft met Frans Barentsz. Cousebant aan het geslacht Cousebant gekomen. Haar vader stamt uit de geslacht Nobel, haar moeder was Haesgen Willemsdr. van Foreest
Dirk van Foreest, zoon van mr. Pieter van Foreest en Margriete Willemsdr., huwde in 1566 te Haarlem Elisabeth Jansdr., natuurlijke dochter van Jan Louw Adriaensz., zoon van Pieter Nannincxdr. Het echtpaar woonde te Ooltgensplaat en Haarlem. Hij overleed na 1580, zijn echtgenote vóór 1584
Reg. no. 385
385 1566 december 9.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Dirick van Foreest, geassisteerd met zijn moeder Margriete Willemsdochter, weduwe van mr. Pieter van Foreest, met als voogd Jacob van Heussen, enerzijds, en Elijzabeth Jansdochter, geassisteerd met haar natuurlijke vader en voogd Jan Louw Adriaenszoon, neef van mr. Rieuwaert Tapper te Enkhuizen, anderzijds, huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 156 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Reg. no. 367
367 1564 februari 24.
Pietergen Nannincxdr. oorkondt ten overstaan van mr. Jaspar Jansz. en Claes Pietersz., kapelaans van de parochie van Haarlem, dat zij overgedragen heeft aan Lijsbeth Janszdr., dochter van haar zoon Jan Aerianzoon, een losrente met een hoofdsom van 200 carolus gulden, uitstaande op Maria van Scooten.
stijlo communi.
Oorspr. ( Inv. no. 157 ).
Reg. no. 436
436 1571 december 29.
Hadrianus Steinvordus, notaris te Haarlem, instrumenteert, dat Dirick van Poreest en zijn echtgenote Elysabeth Jansdochter, poorters van Haarlem en wonende te Ooltgensplaat, hun testament hebben gemaakt.
Oorspr. ( Inv. no. 158 ) met notarismerk.
Pieter van Foreest, zoon van Dirk van Foreest en Elisabeth Jansdr., werd in 1596 wegens wangedrag onder curatele gesteld. In 1599 huwde hij te Tiel Judith Nicolaasdr. van Dijck. Hij overleed als vaandrig te Breda in 1602
Met het weeskind word Pieter van Foreest bedoeld
Zie voor nagelaten goederen van Adriana van Foreest, die in vruchtgebruik waren bij Pieter van Foreest, inv. no. 155
Willem van Foreest, zoon van mr. Pieter van Foreest en Margriete Willemsdr., huwde in 1569 te Haarlem Maritgen Cornelisdr., dochter van Cornelis Thijmansz. en Duve Jansdr. Hij overleed waarschijnlijk in 1582 te Amsterdam, zijn echtgenote na 1618
Reg. no. 300
Met in dorso verklaring van inbezitstelling, 1548
Reg no. 301
300 1548 november 14.
De officiaal van de aartsdiaken van het bisdom Utrecht oorkondt, dat hij zijn mandaat verleent om Wilhelmus a Foreest in het bezit te stellen van een eeuwige vicarie of kapelanie, gevestigd op het altaar van Sint Jacobus de Meerdere in de parochiekerk te Haarlem, na afstand van Nicolaus Alberti Raet, clericus, en eerder komende van magister Henricus Alberti, met als collator Gerardus a Sperwou, armigerus.
feria quarta post festum Martinij.
Oorspr. ( Inv. no. 166 ) met het zwaar geschonden zegel van de oorkonder.
Ondertekend door Lamzweerde, notaris.
Zie ook Reg. no. 301.
301 1548 december 1.
Thomas Laurentius, notaris te Haarlem, oorkondt ten overstaan van magister Johannes, filius Henrici Scatterus, presbiter, en Adamus, filius Gerardi, dat hij op verzoek van magister Petrus a Foreest, consul van Haarlem, Wilhelmus a Foreest in het bezit heeft gesteld van een eeuwige vicarie te Haarlem (Zie Reg. no. 300).
Oorspr. ( Inv. no. 166 ) in dorso van de oorkonde van 14 november 1548.
Reg. no. 409
409 1569 februari 12.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Willem van Foreest Pieterszoon, geassisteerd met zijn moeder Margriete Willemsdochter, weduwe van mr. Pieter van Foreest, burgemeester van Haarlem, met als voogd haar zoon Dirick van Foreest, en met zijn zwager Pieter Sasbout, oud-burgemeester van Delft, enerzijds, en Maritgen Cornelisdochter, geassisteerd met haar moeder Duve Jansdochter, weduwe van Cornelis Thijmanszoon, raad te Haarlem, en met haar broeder en voogd Thijman Corneliszoon, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
1568 naer 't scrijven deser voorsz. stede.
Oorspr. ( Inv. no. 167 ) met de zegels van de beide schepenen.
Reg. no. 483 en no. 562
483 1576 september 6.
(De magistraat van Brugge) oorkondt, dat Willem van den Foreest filius Pieters, geboren te Aerlem, poorter der stad is geworden.
Oorspr. ( Inv. no. 168.1 ).
562 1578 november 28.
Burgemeesters, schepenen en raad van Brugghe oorkonden, dat Willem van de Forreeste, koopman, poorter der stad is.
Oorspr. ( Inv. no. 168 ) met restanten van het zegel van zaken der stad in bruine was.
Waarschijnlijk heeft dit afschrift behoord aan Willem van Foreest, getuige de aant. in dorso:
Copie van Jacop suster goet ende Claes Halsz. goet.
In feite waren Willem en Jacobmina van Foresst halve broer en zuster
Haesgen van Foreest, enig kind van Willem van Foreest en Maritgen Cornelisdr., erfde in 1582 de goederen van haar vader. Tot haar huwelijk in 1591 met Gerrit Jacobsz. Hulft werden deze beheerd door haar voogden
Willem Dircxsz. huwde in 1507 te Haarlem Hase Jansdr. Zij waren de schoonouders van mr. Pieter van Foreest. Willem Dircxsz. overleed vóór 1560. Hase Jansdr. had een tante Adriaen Heynricxdr., gehuwd met Costen van Puersen. Zie onder het geslacht Van Puersen
Reg. no. 190
190 1507 juli 3.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Willem Dircxz. enerzijds en Haze Jansdochter, geassisteerd met haar oom en voogd Jacob Heinricxz. Hant, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 177 ) met het zegel van de eerste schepen. Dat van de tweede schepen is verloren.
Tevens nog een afschrift van ca. 1525 in Inv. no. 177.1 .
Reg. no. 583 en no. 354
354 1560 februari 11.
Lambertus filius Jacobi, notaris te Haarlem, oorkondt, dat Haes Jansdochter, weduwe van Willem Dircxszoon, haar testament gemaakt heeft, waarbij zij haar meeste goederen nalaat aan haar dochter Hargriet Willemsdochter.
Afschrift van ca. 1580 door J. Raet, notaris.
583 1580 maart 28.
Geertruyt Pietersdochter van Foreest en Adriana Pietersdochter van Foreest, gezusters, Pieter Claesz. van Hoorne en jonge Jan Conincxz, allen erfgenamen van hun grootouders Willem Diricxz. en Hase Jansdochter, oorkonden ten overstaan van Michiel Jansz. de Woerden, secretaris van Haarlem, dat zij een boedelscheiding hebben aangegaan van de hen ten deel gevallen goederen.
Oorspr. ( Inv. no. 178 ).
Zie onder het geslacht Conincxsz.
Zie onder het geslacht Van Hoorne
Hun huwelijk vond plaats te Haarlem in 1498
Reg. no. 171
171 1498 februari 17.
Schepenen van Haarlem oorkonden ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat Costen van Puersen enerzijds en Adriaen Heynricxdochter, geassisteerd met haar broeder en voogd Jacob Heynricxzoons Hant, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
1497 na costume des scrivens der voorsz. stede van Haerlem.
Oorspr. ( Inv. no. 179 ). De zegels van de beide schepenen en van de beide leenmannen zijn verloren.
Jan Conincxsz. was gehuwd met Ermgaert Willem Jacobsdr. Zij was een dochter van Willem Jacobsz. en Lysbeth N.N. en overleed kinderloos vóór 1490
Later hertrouwde Jan Conincxsz. met Ermgaert Claesdr. Zij leefde nog in 1523. Hij overleed in 1505 of kort daarvoor. (A.R.A. Leenkamer Holland inv. no. 229 folio 989)
Reg. no. 164
164 1490 februari 3.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Lysbet, weduwe van Willem Jacopsz., in de hoedanigheid van erfgename van haar dochter Ermgaert Willem Jacobszdr. ten overstaan van haar testators Aelbrecht van Baeron, heer van de Duitse Orde te Utrecht en commandeur van de Sint Pieterskerk te Leiden, Ghysbrecht Baroen, priester en kanunnik van de Sint Pancraeskerk te Leiden en Dirck Willemsz. van Slooten, lekenminderbroeder in het regulierenklooster te Leiderdorp, kwijtschelding verleent aan haar schoonzoon Jan Conincx inzake de nagelaten goederen van diens echtegenote.
Oorspr. ( Inv. no. 180 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Zie onder diverse verwanten van het geslacht Conincxsz.
Jan Conincxsz., en Ermgaert Claesdr., huwde in 1546 te Haarlem Katrijn Willemsdr., dochter van Willem Dircxsz. en Hase Jansdr. In 1554 was hij burgemeester van Haarlem. Hij overleed ca. 1560
Reg. no. 294 en no. 295
294 1546 oktober 31.
Jan Conincxz., geassisteerd met zijn broeder Claes Jansz. en Jacob van Duvenvoorde, enerzijds, en Katryn Willemsdr., geassisteerd met haar moeder Haes Jansdr. en haar zwager en voogd mr. Pieter van Foreest, anderzijds oorkonden, dat zij huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 181 ).
295 1546 november 1.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Conincxz. enerzijds en Katryn Willemsdr., geassisteerd met haar moeder Haes Jansdr. en haar zwager meester Pieter van Foreest, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 181 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Reg. no. 317
317 1554 januari 30.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Conincxzoon, burgemeenster, en zijn echtgenote Kathryn Willemsdochter hun testament hebben gemaakt.
Oorspr. ( Inv. no. 182 ). De zegels van de beide schepenen zijn verloren.
Reg. no. 335
335 1557 september 13.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat Jan Conincxz. zijn testament heeft genaakt, waarbij hij tot zijn enige erfgenamen heeft aangesteld zijn kinderen en bij hun versterven de kinderen van zijn zuster Janna,
terwijl zijn echtgenote Katryn Willemsdochter recht op het vruchtgebruik zal hebben.
Oorspr. ( Inv. no. 183 ). De zegels van de beide leenmannen en van de testator zijn verloren.
Johan Conincxsz. (de jonge) was een zoon van Jan Conincxsz. en Katrijn Willemsdr. Hij was gehuwd met Alidt Harmensdr. en had een natuurlijke dochter Catharina Jansz. Hij overleed ca. 1627
Janna Jan Conincxdr., dochter van Jan Conincxsz. en Ermgaert Claesdr., huwde in 1523 te Leiderdorp Claes Vranckensz., zoon van Vranck Bruynensz. en Elisabeth N.N.
Reg. no. 212
212 1523 augustus 1.
De schout van het ambacht van Leiderdorp oorkondt, dat Claes Vranckenz., geassisteerd met zijn moeder Elizabeth Vranck Bruynensz. weduwe en met zijn broeder Bruyn Vranckenz., enerzijds en Janna Jan Conincxzdochter, geassisteerd met haar moeder Ermgart Claesdochter en met haar broeder Jan Conincx, anderzijds onder getuigenis van Jan Aelbrechtz., vicecureyt te Leiderdorp, huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( inv. no. 185 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Waarschijnlijk waren Katrijn en Belie Jansdr. dochters van Jan Conincxsz. de oude
Reg. no. 182.
182 1503 december 10.
Katrijn Jansdochter en Belij Jansdochter, gezusters en begijnenvan het Grote Begijnhof te Haarlem, oorkonden ten overstaan van meester Jan Bouwensz., pastoor der begijnen, en onder getuigenis van Aelbert Aelbertsz. en Pieter Gerijtsz., priesters te Haarlem, dat zij hun goederen aan elkaar hebben vermaakt.
Oorspr. ( Inv. no. 186.1 ) met het zegel van de pastoor.
Reg. no. 222
222 1526 oktober 3.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat de gezusters Katherijn Jansdochter en Belij Jansdochter, begijnen op de Grote Begijnhof te Haarlem, met als voogd Jan Jan Conincszoen, hun testament van 10 december 1503 (Zie Reg. no. 182) bekrachtigd hebben met als enig erfgename hun nicht Cristijn Jacopsdochter, dochter van hun zuster Margriet, onder uitsluiting van haar vader Jacop.
Oorspr. ( Inv. no. 186.2 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van de eerste leenman. Het zegel van de tweede leenman is verloren.
Reg. no. 274 en 297
274 1542 maart 15.
Theodricus de Schoerl, notaris, instrumenteert ten overstaan van mr. Anthonis Ymantsz., pater van Sinte Katerinenconvent te Haarlem en provisor van Kennemerland, haar neef mr. Jacob en haar nicht Glaer van der Delle, begijn, als testators en onder het getuigenis van Jaspar filius Johannis en Johannis Vlyeger, pictor, beide poorters van Haarlem, dat Bely Jansdochter, begijn op de Grote Hof te Haarlem, haar testament heeft gemaakt, waarbij zij tot haar erven heeft aangesteld Katryn Gerytsdochter en Jacob Gerytsz., kinderen van wijlen haar nicht Christijn, echtgenote van Jacob Tuynincks, alsmede haar zuster Margriet.
Oorspr. ( Inv. no. 187 ) met notarismerk.
297 1547 april 5.
Theodricus de Schoerle, notaris, instrumenteert ten overstaan van haar neef Jan Conincxz. en haar nicht Claer Verdelle als testators en onder het getuigenis van Willem Cornelisz. Gael en Claes Diricxz. van Egmondt, beide poorters van Haarlem, dat Belye Jansdr., begijn op de Grote Hof, haar testament heeft gemaakt, waarbij zij tot haar enig erfgename heeft aangesteld haar zuster Gryet Jansdr., echtgenote van Jacob Tuynings te Leiden.
Oorspr. ( Inv. no. 187 ) met notarismerk.
Zie ook Reg. no. 274.
Reg. no. 333
333 1557 juni 11.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Katherine Pietersdr., priorin, Machtelt Pietersdr., subpriorin, en Oedetgen Jacobsdr., Alytgen Pietersdr. van der Goude, Kathryn Gherrytsdr. en Marytgen Cornelisdr., senioren en capitulaire zusters van het convent van Sinte Agnijeten ten behoeve van hun medezuster Katrine Gherytsdochter en Margriete Jansdr., weduwe van Jacob Jacobsz. Thuijnincx, met hun beider voogd Maerten Symonsz. Dou, tevens voogd van zijn echtgenote Marytgen Florysdr. en Jacob Gherytsz., ongeprofeste broeder in het Karthuizer klooster buiten Utrecht, verklaren niets te zullen ondernemen tegen het testament van Belie Jansdr., begijn op de Grote Hof te Haarlem, van het jaar 1556 ten profijte van haar neef Jan Conincxz, poorter van Haarlem, op pene van 300 gouden realen.
Oorspr. ( Inv. no. 188 ) met de zegels van de beide schepenen.
Nicolaas van Hoorne, zoon van Pieter Claesz. van Hoorne en Aeff van der Laen, huwde in 1542 te Haarlem Adriaen Willemsdr
Reg. no. 236
236 1533 november 6.
Joannes, miles, scriptor, protonotarius Sacri Palatii et Aule Lateranensis etc., instrumenteert ten overstaan van Petrus Censiet, notaris uit het bisdom Beaune, dat hij Nicolaus Petri Hornensis uit het bisdom Utrecht namens paus Clemens VII aanstelt tot notaris.
Datum et actum Massilie.
Oorspr. ( Inv. no. 189 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
Reg. no.275
275 1542 september 23.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Nicolaes van Hoorn, geassisteerd met zijn ouders Pieter Claeszoon van Hoorn en Aeff van der Laen, enerzijds, en Adriaen Willemsdochter, geassisteerd met haar moeder Haese Jansdochter en haar zwager en voogd meester Pieter van Poreest, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 190 ) met de zwaar geschonden zegels van de beide schepenen.
Pieter Nicolaasz. van Hoorne, zoon van Nicolaas van Hoorne en Adriaen Willemsdr., huwde in 1575 te Haarlem Machtelt Cornelis Jan Ghysbrechtsdr. Hij was schepen en weesmeester van Haarlem en overleed in 1615, zijn echtgenote na 1611
Reg. no. 472
472 1575 november 23.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Pieter Claesz. van Hoorn, geassisteerd met zijn oom Aeriaen Pieterszoon van Hoorn, enerzijds en Machtelt Cornelisdochter, geassisteerd met haar zuster Marie Cornelisdochter, haar tante Engeltgen Symonsdochter, weduwe van Pieter Jan Ghysbrechtsz., en haar neven Willem Pouwelszoon, Pieter van Sonnevelt en mr. Frans van Nesse, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 191 ) met de zegels van de beide schepenen. Het eerste zegel is zwaar geschonden.
Deze stukken zijn door het huwelijk van Maria Crucius met Judocus Cousebant aan het geslacht Cousebant gekomen. Zij was eerder gehuwd met Arent van Gouthoven. Haar moeder stamt uit het geslacht Keyser
In dorso is Wittecruys geschreven als Crucius
Met in dorso van het charter de aant.:
Dese renthen is van mr. Wilhelm ons oom besproke tot onderhout der arme huisgens in de Achtercamp
Zie onder de geslachten Van Teylingen en Van Schoten
Switbertus Crucius, vermoedelijk een zoon van Joachim Dircxsz. en Regnera Pieter Olysdr., was gehuwd met Syberich Gerritsdr. en overleed in het jaar 1683
Met als aant.in dorso: nu Cornelis Tonissen
Adriaen Crucius, vermoedelijk een zoon van Joachim Dircxsz. en Regnera Pieter Olysdr., was gehuwd met Maria Keyser, dochter van Dignum Cornelis Keyser en Baefgen Willemsdr. Hij was lakenkoper te Haarlem en overleed omstreeks 1650, zijn echtgenote na 1680
Zie onder het geslacht Van Gouthoeven
Dignum Cornelisz. Keyser overleed vóór 1615, waarschijnlijk te Limmen. Zijn echtgenote Baefgen Willemsdr. leefde nog in 1622
Zie voor een afschrift van het testament van Baefgen Willemsdr. van 1622 inv no. 204
Dirck Dignumsz. Keyser, zoon van Dignum Cornelis Keyser te Limmen en Baefgen Willemsdr., huwde n 1614 te Haarlem Jannetgen Willemsdr. Cortoires, dochter van wijlen Willem Adriaensz. Cortoires en Marytgen Gerritsdr. Zij overleed als weduwe in 1664
Zie voor een afschrift van het testament van Jannetgen Cortoires inv. no. 205
Niet bekend voor wie dit afschrift is bestemd
Men zal het jaar 1683 moeten lezen als 1663
Vgl. inv. no. 203
Niet bekend voor wie dit afschrift is bestemd
Cornelia Keyser was een dochter van Dirck Dignumsz. Keyser en Jannetgen Willemsdr. Cortoires. Zij leefde nog in 1686
Augustijn van Teylingen, zoon van Floris, geboren te Quesnoy in Henegouwen ca. 1475, huwde in 1503 te Alkmaar Josina van Egmond van der Nijenburch, dochter van Johan Gerritsz., kastelein van de Nijenburch en schout en burgemeester van Alkmaar, en van Judith Heerman. Hij was ontvanger in het kwartier van West-Friesland, burgemeester van Alkmaar enz. Hij overleed in 1533, zijn echtgenote leefde van 1484-1556. Zie verder Nieuw Ned. Biogr. Wb., II blz. 1422
Reg. no. 188
188 1506 november 16.
Jacob Goudt, raadsman van de aartshertog van Oostenrijk enz., gecommitteerde van de stadhouder-generaal en raad van Hollant, Zeelandt en Vrieslant enz., oorkondt, dat hij volmacht verleent aan Augustin van Teylingen, ontvanger van Hollant en Vrieslant, om een bede te innen in het kwartier van Vrieslant met Kennemergevolch, bestemd voor de verdediging van het land en de inname van de blokhuizen voor Proyen.
Oorspr. ( Inv. no. 208 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
Reg. no. 202.
202 1517 mei 28.
Leenmannen van Kaerle, koning van Castille enz., en schepenen in de vrijheid van Hoochstraten oorkonden, dat de gezusters Peeter Engberts en Geerburch Engberts verkocht hebben aan Augustyn van Teylingen Floryszone te Alkmaar, rentmeester, hun goederen in Holland, bestaande uit 2 renten uitstaande te Amsterdam, een perceel land te Limmen alsmede uit een rente ten bedrage van 50 Rijnse gulden per jaar, rustende op een huis te Haarlem.
Oorspr. ( Inv. no. 209.1 ) met het geschonden zegel in rode was van de eerste leenman en de zegels van de tweede leenman en de beide schepenen.
Reg.no. 203.
In dorso aantekening betreffende de aflossing
203 1517 juni 6.
Augustin van Teylingen Florysz. te Alkmaar oorkondt ten overstaan van leenmannen van Holland, dat hij verschuldigd is aan het Clarenclooster van de tweede regel te Hoichstraeten een losrente ten bedrage van 51 Rijnse gulden per jaar alsmede een bedrag van 150 Rijnse gulden per jaar, te voldoen in vier termijnen, vanwege het feit, dat Pieter Engbertsdochter en Geerbruch Engbertsdochter, monialen, hun goederen aan hem hebben verkocht (Zie Reg. no. 202).
Oorspr. ( Inv. no. 209.2 ) met het geschonden zegel in rode was van de oorkonder. Het zegel in rode was van de eerste leenman is verloren en dat in rode was van de tweede leenman zwaar geschonden.
Van hem zijn geen stukken in het archief aanwezig
Augustijn van Teylingen, zoon van Jacob van Teylingen en Maria Jansdr. van Assendelft, geboren te Alkmaar in 1549, huwde in 1579 Maritgen Cornelisdr., dochter van Cornelis Jansz. Bout alias Cosgen en Agniese Pietersdr. Hij was doctor in de medicijnen en overleed in of vóór 1626. Zijn echtgenote leefde nog in 1627. Zie verder Nieuw Ned. Biogr. Wb., II blz. 1423
Reg. no. 576
576 1579 augustus 27.
Jacob van Teylingen, geassisteerd met zijn zoon doctor Jan van Teylingen en zijn zwager Bartholomeeus Lourisz., enerzijds en Cornelis Jansz., geassisteerd met zijn zoon Pieter Cornelisz. en zijn oom Cornelis Thoenisz., anderzijds oorkonden, dat zij huwelijksvoorwaarden hebben opgesteld voor Augustyn van Teylingen en Marytgen Cornelisdochter.
Oorspr. ( Inv. no. 210 ).
Reg. no. 479
Waarschijnlijk heeft het stuk tot de bescheiden van Augustijn van Teylingen behoord
479 1576 mei 28.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat meester Jan van Teylingen, doctor in de medicijnen, enerzijds en Marye, nagelaten dochter van Lucas Meynertszoon, geassisteerd met haar voogd Gijsbert van Schadyck, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Afschrift van 4 februari 1581 door Bruyningh, notaris te Amsterdam ( Inv. no. 211 ).
Met aant. in dorso betr. aflossing in termijnen van 200 gulden, 1617
Met aant.: Exhibitum op de preferentie, 1634
Johan van Teylingen, zoon van dr. Augustijn van Teylingen en Maritgen Cornelisdr., huwde in 1647 Elisabeth Crucius. Hij overleed in 1657, zijn echtgenote hertrouwde in 1658 met Johan van Schoten en overleed in 1687
Met aant. in dorso: nu Casper Veltman
Met aant. in margine: Geexhibeert in juditio opte preferentie van den boedel ende goederen van Cornelis Adriaensz. Gael, 1658
Met aant. in margine: Geexhibeert op de preferentie van Jilles van Hulle, 1671
Met aant. in margine: geexhibeert in judicio opte preferentie van 't huijs van Aeltien van de Castele in de Grote Hoffstraet, 1658
Met aant. in dorso betr. ged. aflossing in 1660
Met aant. in margine: Geexhibeert in judicio voor schepenen der stede Beverwijck, 1657
Augustijn van Teylingen, enige zoon van Johan van Teylingen en Elisabeth Crucius, overleed ongehuwd in 1670
Jacob van Teylingen, zoon van dr. Augustijn van Teylingen en Maritgen Cornelisdr., overleed in of vóór 1645. Waarschijnlijk was hij ongehuwd
Met aant. in margine van beide akten:
Geexhibeert in juditio opte preferentie van den boedel van Michiel Udemans ofte Maycken Thomas, 1660
Cornelis van Teylingen, zoon van dr. Augustijn van Teylingen en Maritgen Cornelisdr., had een onwettige verbintenis met Alydt Deteringhs. Hij leefde nog in 1656.
Eén van de testamenten van 1655 in afschrift van 1657
Met aant. in dorso betr. ged. aflossing in 1644
Maria van Teylingen, onechte dochter van Cornelis van Teylingen en Alydt Deteringhs, was ongehuwd en overleed in 1664
Met als aant. kwitanties door de kinderen en erfgenamen van Grietje Deterinchs betreffende een legaat van 3000 gulden, 1673-1686
Het recht van de collaterale successie is in 1667 ter secretaris van Haarlem voldaan door Johan van Schoten
Zie onder het geslacht Visscher
Zie onder het geslacht Bour alias Bouman
Cornelis Jansz., ook genoemd Cornelis Boot of Bout Jansz. gezegd Cosijns, huwde in of vóór 1538 Agniese Pietersdr. Hij was weduwnaar in 1590
Reg. no. 255
Reg. no. 416
416 (1569 na oktober 13).
Henderick Joesten, echtgenoot van Dieuer Calen, docter, verklaart, dat hij ontvangen heeft van Cornelis Janssen het bedrag van 120 carolus gulden.
Oorspr. ( Inv. no. 238 ).
Jan Cornelisz. was een zoon van Cornelis Jansz. In 1568 word hij toegelaten tot de Heilige Wijdingen en in 1570 volgde zijn aanstelling tot pastoor van Amstelveen. Naar alle waarschijnlijkheid is hij identiek met Jan Cornelis Paep, grootschipper, die in 1582 als overleden voorkomt en wiens weduwe Symontgen Jacobsdr. in 1587 testeert
Reg. no. 398 no. 399 no. 400 en no. 401
398 1568 juni 9.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat Cornelis Janszoen, olieslager, overgedragen heeft aan zijn zoon meester Jan ten behoeve van zijn opleiding tot het priesterschap een rente ten bedrage van 25 carolus gulden per jaar, uitstaande op Cornelis Hillebrantsz., houtkoper.
Oorspr. ( Inv. no. 240 ) met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de tweede schepen is geschonden.
399 1568 juni 12.
Nicolaus, bisschop van Haarlem, oorkondt, dat magister Johannes Cornelii uit Amsterdam toegelaten kan worden tot de Heilige Wijdingen op grond van zijn inkomen van 25 carolus gulden per jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 240.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
400 1568 juni 12.
Nicolaus, bisschop van Haarlem, oorkondt, dat hij magister Johannes Cornelii uit Amsterdam de kruinschering heeft toegediend.
Oorspr. ( Inv. no. 240.1 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van de oorkonder.
401 1568 juni 12.
Nicolaus, bisschop van Haarlem, oorkondt, dat het inkomen van magister Johannes Cornelii nimmer van hem kan worden vervreemd.
Oorspr. ( Inv. no. 240.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Reg. no. 420.
420 1570 mei 29.
Franciscus filius Nicolai de Delff, notaris en secretaris van Amsterdam, instrumenteert, dat Florentius Martini (van Alckemade), Jodocus Zybrandi Buyck en Jacobus filius Cornelii (Hulft), burgemeesters van Aemstelredam, als collators van de parochiekerk van Aemstelreveen ten overstaan van Symon filius Martini en onder het getuigenis van Johannes Parsyn, priester en curator van de kerk van Sloten, en Ambrosius Johannis, stadsroedendrager, tot pastoor voorgedragen hebben magister Johannes filius Cornelii, priester te Amsterdam, vanwege de vacature ontstaan door het overlijden van magister Henricus filius Michaelis, priester.
Oorspr. ( Inv. no. 241.1 ) met notarismerk.
Reg. no. 423.
423 1570 juli 1.
De officiaal van het aartsbisdom Utrecht oorkondt, dat hij op voordracht van Florentius Martini (van Alckemade), Jodocus Zibrandi Buyck en Jacobus filius Cornelii (Hulft), burgemeesters van Amsterdam, zal benoemen tot pastoor van Amstelreveen Joannes filius Cornelii, priester, vanwege het overlijden van magister Henricus filius Michaelis, en dat een ieder zijn bezwaren mag kenbaar maken.
Oorspr. ( Inv. no. 241.2 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 424.
424 1570 juli 21.
De officiaal van het aartsbisdom Utrecht oorkondt, dat hij op voordracht van Florentius Martini (van Alckemade), Jodocus Zibrandi Buyck en Jacobus filius Cornelii (Hulft), burgemeesters van Amsterdam, aangesteld heeft tot pastoor van Amstelreveen Joannes filius Cornelii vanwege het overlijden van magister Henricus filius Michael.
feria sexta ante festum beate Marie Magdalene.
Oorspr. ( Inv. no. 241.3 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
In 1611 waren beiden overleden
243 1536 maart 9.
Jacobus de Medenblick, clericus en notaris te Utrecht, instrumenteert ten overstaan van broeder Marten van Thienen, subprior van het Carmelietenklooster te Utrecht, Dirck Jansz. en Mathijs Jansz. van Zwoll, dat Alydt van Tyell, weduwe van Goessen van Voerdt, enerzijds, en de gezusters Margriet van Zuylen en Anna van Zuylen, dochters van Jacob van Marck, anderzijds beloven zich te zullen houden aan de uitspraak van Jan van Bommel, prior van de Carmelieten te Utrecht, en Goessen van Schayck enerzijds, en Henrick Wilgersz. van Morendaell en Ariaen van Helsdingen anderzijds, met als "overman" voor beide partijen Goerdt van Voerdt Henricksz. inzake hun geschil over het testament van Elisabeth, zuster van voornoemde Alydt van Tyell.
Geinsereerd in de oorkonde van 19 mei 1536 (Reg. no. 244).
Adriaen Jansz. Visscher was gehuwd met Agneta van Teylingen, dochter van dr. Augustijn van Teylingen en Maritgen Cornelisdr. Na haar overlijden in 1612 te Alkmaar hertrouwde hij Guertgen van Schoten. In 1664 was laatstgenoemde weduwe
Met aant. in margine van het charter:
Geexhibeert in judicio opte preferentie van den boedel ende goederen van Cornelis Adriaensz. Gael, 1658
Jacob Pietersz. Bour, zoon van Pieter Jacobsz. te Amsterdam, huwde in 1619 Elisabeth van Teylingen, dochter van dr. Augustijn van Teylingen en Maritgen Cornelisdr. te Haarlem. Zij overleed vóór 1645
Pieter Bouman, zoon van Jacob Pietersz. Bour en Elisabeth van Teylingen, huwde in 1654 Catharina Kinnemans. Hij overleed omstreeks 1660
Johan Florisz. van Schoten huwde in 1658 Elisabeth Crucius, weduwe van Johan van Teylingen. Hij was eerder gehuwd met Ida Visscher en overleed in 1690, Elisabeth in 1687
Met aant. op het eerste testament van 1679 een akte van voogdijstelling van Elisabeth Crucius over haar neefje Adrianus Cousebant, 1687, en in margine van het tweede testament kwitanties inzake ontvangen legaten
Niet raadpleegbaar
De goederen waren bezwaard met fideicommis; vandaar de lange afwikkeling
Wilhelmina van Schoten was een zuster van Johan van Schoten. Zij overleed in 1691 te Haarlem
Hierbij trad Judocus Cousebant op als executeur. Zijn zoon Adrianus Cousebant verwierf een half huis te Velsen, vermoedelijk is dit het Huis Schilpen
Zie inv. no. 70 en 828-830
Arent van Gouthoeven Wouterszoon huwde in 1671 te Haarlem Adriana Crucius, dochter van Adriaen Crucius en Maria Keyser. Hij overleed in 1673. Zijn weduwe hertrouwde in 1676 met Judocus Cousebant
Deze stukken zijn door de huwelijken van Geertruyd Cousebant met Jacob Bosschaert en van Maria Anna Cousebant met Nicolaes Bosschaert aan het geslacht Cousebant gekomen
Jacob Bosschaert, zoon van Jan Bosschaert en Duyffie Backers, geboren in 1661 te Bovenkarspel, huwde in 1708 te Haarlem Geertruyd Cousebant, dochter van mr. Frederik Cousebant en Thecla Laeckemans. Hij overleed in 1711, zijn echtgenote in 1718. Hun huwelijk was kinderloos
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd.
Voor een zeer zwaar beschadigd afschrift van 1728 van eerstgenoemde akte zie inv. no. 92
Nicolaas Bosschaert, zoon van Willem Bosschaert, huwde in 1709 Maria Anna Cousebant, dochter van mr. Frederik Cousebant en Thecla Lakemans. Vermoedelijk was hij een neef van van Jacob Bosschaert. Hij overleed in of vóór 1728, zijn echtgenote in 1725
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd.
Voor een zeer zwaar beschadigd gelijktijdig afschrift zie inv. no. 92
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Deze stukken zijn door het huwelijk van Adrianus Francois Cousebant met Maria Catharina Emonds aan het geslacht Cousebant gekomen
Mr. Pieter Emonds, advocaat te 's-Gravenhage, was gehuwd met Adriana Dimpna van Beeck, dochter van Peter van Beeck en Cornelia de Bruyn te Breda. Hij overleed in 1730, zijn echtgenote in 1728
Niet raadpleegbaar
Hierin wordt Maria Catharina Emonds genoemd als gesepareerde echtgenote van Adrianus Francois Cousebant.
Zeer zwaar beschadigd
Zie voor het percelen land op de Bremberg inv. no. 888-896
Met aant. in dorso: "is dit voor bancroet gerekent"
Met verdere aant. betr. aflossing van voornoemd perceel land door Pieter Jansz. de Vroom in 1685 en 1687
Blijkens aant. in margine is het land in 1689 door Adriana Dimpna van Beeck als creditrice uit het verband ontslagen
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
De bijlage van 1656 is een rentebrief ten bedrage van 500 gulden per jaar, te lossen met een hoofdsom van 8000 gulden. Pieter Emonds werd in 1713 slechts gerechtigd tot de helft
Hij was rentmeester van de abdis van Thorn, gehuwd met Cornelia de Bruyn en overleed in 1685 te Breda
Johan de Bruyn, meier, rentmeester en stadhouder van de lenen van de abdis van Thorn, was gehuwd met Beatrix van Torgen. Hij overleed in 1676, zijn echtgenote in 1665. Hun enige dochter Cornelia huwde Peter van Beeck.
Brab. Leeuw VI, (1957), 154
Oude titel: "Recipisse--"
Met aant. in dorso: "Sijn dese vercocht en heeft mijn. Cools het capitael betaelt
Deze stukken zijn door het huwelijk van Maria Christina Genoveva van Alckemade met Franciscus Bernardus Cousebant aan het geslacht Cousebant gekomen. Door de huwelijken van Maria Theresia van der Goes met Florentius Ignatius van Alckemade en van Elisabeth van Hellemijs van Welle met Johan Theodoor van Alckemade kwamen vele stukken van aanverwante geslachten aan het geslacht Van Alckemade
Floris van Alckemade, zoon van Maerten Florisz. van Alckemade en Agnes Bassens Claesdr., was gehuwd met Elisabeth Jacobsdr. van Hoeff. Hij was onder meer in 1544 schepen, in 1546 raad en in 1568 burgemeester van Amsterdam. In dit laatste ambt werd hij met de overige Katholieke leden van het stadsbestuur in 1578 de stad uitgezet. Vermoedelijk overleed hij in 1580 als weduwnaar
Reg. no. 589.
589 1580 juni 7.
De schout van Nyedorpercogge en schepenen van de stad Nyedorp oorkonden, dat Jacob van Alkemade, Jan van Alkemade, Claes van Alkemade, Willem van Alkemade en Angniesen van Alke made met als hun voogd Claes Claesz. een boedelscheiding hebben aangegaan van de nagelaten goederen van hun ouders Floris van Alkemade Maertensz. en Elysabet Jacobsdr.
Oorspr. ( Inv. no. 271.1 ). In duplo. Het zegel van de schout is bij beide akten verloren.
Reg. no. 590.
590 1580 juni 8.
Agnies van Alckemade, Jacob van Alckemade, Johan van Alckemade, Nicolaes van Alckemade en Willem van Alckemade oorkonden, dat zij onder zekere voorwaarden een boedelscheiding hebben aangegaan van de nagelaten goederen van hun ouders Floris van Alckemade Martensz. en Elysabetha Jacobsdochter ten Hoef.
Oorspr. ( Inv. no. 271.2 ). In duplo.
Jacob van Alckemade, zoon van Floris van Alckemade en Elisabeth Jacobsdr. van Hoeff, huwde in 1563 te Amsterdam Marie Cornelisdr., dochter van Cornelis Jacobsz., brouwer, en Neel Wesselsdr. Hij overleed in 1620 in Vogelenzang
Reg. no. 364
364 1563 juli 19.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat Jacob Floriszoon, geassisteerd met zijn ouders Floris Martszoon en Lysbeth Jacobsdochter, enerzijds en Marie Cornelisdochter, geassisteerd met haar ouders Cornelis Jacobsz, brouwer, en Neel Wesselsdochter, anderzijds huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Oorspr. ( Inv. no. 272 ) met de zegels in bruine was van de beide schepenen.
De charters zijn resp. verbleekt en zeer zwaar beschadigd
De bijlage van 1617 vermeldt enige legaten voor Rooms-Katholieke doeleinden in Amsterdam
Johan van Alckemade, in 1548 geboren als zoon van Floris van Alckemade en Elisabeth Jacobsdr. van Hoeff, was eerst gehuwd met Griete Jacobsdr. Zij was in 1573 overleden. In 1581 hertrouwde hij Agatha van Berckenrode, dochter van Sybrand van Berckenrode en Machtelt Andriesdr. van Heussen. Hij overleed in 1585, zijn tweede echtgenote in 1624
Reg. no. 444
444 1573 juni 1.
Schepenen van Amsterdam oorkonden, dat Jan Floris Martszoonszoon enerzijds en Wessel Jacobszoon, mede als voogd voor meester Dirck Jacobszoon, priester, Yen Ghijsbertszoon als voogd voor zijn echtgenote Ael Jacobsdochter, Geryt Burchertsz. als voogd voor zijn echtgenote Gerburch Jacobsdochter alsmede voor Mary Jacobsdochter, begijn op de Ronde Hoff, anderzijds, allen erfgenamen van Griete Jacobsdochter, weduwe van Jan Floriszoon, een boedelscheiding hebben aangegaan van haar nagelaten goederen.
Oorspr. ( Inv. no. 276 ) met de zegels in bruine was van de beide schepenen.
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Niet raadpleegbaar
Met als omslag een charter betr. verkoop van land onder Sloten en Osdorp d.d. 7 april 1499
Reg. no. 174
174 1499 april 7.
De schout van Sloeten en van Ostrup oorkondt, dat Anna Jan Wouterszoensdochter uit Den Briele met als voogd haar echtgenoot Aedriaen Willemszoons Hant verkocht heeft aan Gerijt van Alcmaer te Amsterdam 1/6 deel van een perceel land "in gemeender graese" te Sloetenderdyck bij het Santtroysensklooster, genoemd Claes Jan Wouterszoens zaet, alsmede dat voornoemde Anna met haar voogd en Eewout Gylijsz. uit Den Briele als man en voogd van Belye Clementsdochter overgedragen hebben aan Gerijt van Alcmaer tweemaal ? deel van een perceel land te Sloterdyck, genoemd de Driestalle.
beloken Paesdach.
Oorspr. ( Inv. no. 282 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Gebruikt als omslag voor een inventaris van de goederen van Agatha van Berckenrode van 1625.
Sybrand van Alckemade, zoon van Johan van Alckemade en Agatha van Berckenrode, huwde na zijn studie te Orleans in 1608 te Delft Beatrix Duyst van Voorhout, dochter van Dirk Duyst van Voorhout en Adriana van der Wielle. Hij was advocaat te Haarlem. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1615 hertrouwde hij in 1629 te Leiden met Clementia Schoutens. Hij overleed in 1644
Met in dorso aant. betr. de aflegging van de eed als advocaat voor het Hof van Holland, 1606
Vermoedelijk afgeschreven voor Sybrand van Alckemade ter gelegenheid van diens huwelijk met Beatrix Duyst van Voorhout in 1608