Deze stukken zijn door het huwelijk van Maria Christina Genoveva van Alckemade met Franciscus Bernardus Cousebant aan het geslacht Cousebant gekomen. Door de huwelijken van Maria Theresia van der Goes met Florentius Ignatius van Alckemade en van Elisabeth van Hellemijs van Welle met Johan Theodoor van Alckemade kwamen vele stukken van aanverwante geslachten aan het geslacht Van Alckemade
Sybrand van Alckemade, zoon van Johan van Alckemade en Agatha van Berckenrode, huwde na zijn studie te Orleans in 1608 te Delft Beatrix Duyst van Voorhout, dochter van Dirk Duyst van Voorhout en Adriana van der Wielle. Hij was advocaat te Haarlem. Na het overlijden van zijn echtgenote in 1615 hertrouwde hij in 1629 te Leiden met Clementia Schoutens. Hij overleed in 1644
Hierin wordt zijn zoon Johan van Alckemade vanwege diens huwelijk met Christina van Arckel gedeeltelijk onterfd
Blijkens aant. in dorso van het transfix hebben de kerkmeesters van Jacobswoude de hoofdsom met de rente in 1641 ontvangen van Sybrand van Alckemade
Johan van Alckemade, geboren in 1609 als enige zoon van Sybrand van Alckemade en Beatrix Duyst van Voorhout, huwde in 1630 Maria Christina van Arckel, dochter van Walraven van Arckel en Maria Ruijsch. Hij overleed in 1653, zijn echtgenote in 1662
Niet raadpleegbaar
Zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Het afschrift is zeer zwaar beschadigd
Floris van Alckemade, geboren in 1631 als oudste zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, huwde in 1660 Juliana van Berum, dochter van Willem van Berum en Frouke Jarges te Groningen. Hun huwelijk was kinderloos. In 1664 werd Floris heer van Manegom als opvolger van Jacob Kerremans, weduwnaar van zijn zuster Beatrix van Alckemade. Na de dood van Juliana in 1679 hertrouwde hij in 1682 op het Huis Berckenrode met Maria Henrietta van Scheltinga, dochter van Tierck van Scheltinga en Margarita Bernharts te Leeuwarden. Hij overleed in 1704, zijn tweede echtgenote in 1716
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Maria Margaretha van Alckemade, dochter van Floris van Alckemade en Maria Henrietta van Scheltinga, was religieuse in de adellijke abdij van Fürstenberg. Vermoedelijk was zij ouder dan haar broeder Floris
Floris Ignatius van Alckemade, zoon van Floris van Alckemade en Maria Henrietta van Scheltinga, huwde in 1713 te Warmond Maria Theresia van der Goes, geboren in 1685 als dochter van Cornelis van der Goes en Maria Graswinckel. Na haar overlijden in 1726 hertrouwde hij met Susanna Regina van Blockland uit Utrecht
Niet raadpleegbaar
Het testament is beschadigd
Niet raadpleegbaar
Met aant. over rentebetaling en aflossing, 1718-1744, en een aangehechte kwitantie van 1728
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
De zesde rekening is zwaar beschadigd
De eerste rekening ontbreekt, de laatste is mede ondertekend door Floris van Alckemade
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
In no. 327 een borderel. Dit deel is aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
Eén der bijlagen betreft een testament van Maria Theresia van der Goes, 1717, in afschrift van 1735
Zie onder het geslacht Van Cammingha
Zij was een dochter van Floris Ignatius van Alckemade en Maria Theresia van der Goes en werd in 1741 Ursulin te Roermond
Niet raadpleegbaar
Het afschrift is beschadigd
Walraven Dominicus van Alckemade, geboren in 1634 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, huwde in 1655 te Zwolle Cosina Kockmans, dochter van Johan Kockmans en Cecilia van Holte. Hun huwelijk was kinderloos. Hij overleed in 1679 in diens der V.O.C. Zie omtrent zijn nalatenschap inv. no. 345
Maria Theresia van Alckemade, geboren omstreeks 1636 als dochter van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, trad in het jaar 1653 in bij de Ongeschoeide Carmelitessen te Mechelen. Ze noemde zich voortaan Theresa de la mère de Dieu
Hendrik van Alckemade, geboren in 1640 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, is vermoedelijk ongehuwd overleden
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Sybrand Johannes van Alckemade, geboren in 1645 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, was novice te Mechelen. Hij overleed in 1664
De legaten aan kerkelijke instellingen te Mechelen en elders werden door de erfgenamen betwist
Johan Theodoor van Alckemade, geboren in 1647 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, was eerst novice bij de Dominicanen te Antwerpen. Later huwde hij Johanna van Vechten en in 1677 Elisabeth van Hellemijs van Welle, dochter van Herman van Hellemijs van Welle en Maria van den Wolde. Hij leefde nog in 1708
Blijkens aant. in dorso hebben deze stukken aan Johan Theodoor van Alckemade toebehoord
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Jacob Francois van Alckemade, geboren in 1649 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, huwde in 1676 Anna Maria van Berum, dochter van Willem van Berum en Frouke Jarges te Groningen. Hun huwelijk was kinderloos. Hij overleed in 1697 te Groningen, zij in 1700
Zie voor hun huwelijkscontract V.R.O.A. XXX (1907), blz. 595 Aursa Culema
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Zie ook inv. no. 838
Franciscus van Alckemade, geboren in 1650 als zoon van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, overleed in 1676 als frater van de Onze Lieve Vrouwe Broeders te Antwerpen
Niet raadpleegbaar
Beschadigd
Anna Maria van Alckemade, geboren in 1652 als dochter van Johan van Alckemade en Maria Christina van Arckel, werd religieuse in het klooster der Annonciaten te Antwerpen
Floris van Alckemade, geboren in 1583 als zoon van Johan van Alckemade en Agatha van Berckenrode, huwde in 1617 op het Huis Berckenrode Goedela van Haarlem van Berckenrode, dochter van Hendrik van Haarlem van Berckenrode, heer van Schoten, Vlieland enz., en Maria van Persijn. Zijn echtgenote overleed als weduwe in1648
Hendrik van Alckemade Van Berckenrode, zoon van Floris van Alckemade en Goedela van Haarlem van Berckenrode, was gehuwd met Cornelia Bam, dochter van Floris Bam en Johanna Verhoogh. Hij woonde op het Huis Berckenrode en overleed in 1690, zijn echtgenote in 1680
Met als omslag bij no. 356 een charter van 1584 betr. een huwelijkscontract van Splinter Helmich met Herberta Splijtloff.
Zie inv. no. 497
Met als omslag een charter van ca. 1540, deels afgeknipt
Reg. no. 265 en no. 266.
Zie inv. no. 610 en no. 266
Niet raadpleegbaar
Een afschrift van het testament van Hendrik van Alckemade van Berckenrode van 1686 heeft als omslag een charter van 1570
Reg. no. 427
Zie inv. no. 551
Overigens bevinden zich hierbij ook testamentaire beschikkingen van Hendrik's moeder Goedela van Haarlem van Berckenrode, weduwe van Floris van Alckemade, van 1647 en 1648 in afschrift
Sybrand van Berckenrode, geboren in 1532 als zoon van Hendrik van Berckenrode en Erckenraet van Bekesteyn, huwde Machtelt Andriesdr. van Hoorn alias van Heussen, dochter van Andries Gerritsz. van Hoorn en Aechte van Heussen. Hij was schepen van Haarlem in 1572 en overleed in 1579. Zijn echtgenote overleed in 1584
Reg. no. 387
387 1567 april 17.
Dirick Volckharts Coornhert, notaris te Haarlem, oorkondt ten overstaan van een schepen en de tresorier van Haarlem, dat Cornelis van Berckenrode en Adriaen van Berckenrode voor een ieder schuldig zijn aan hun broeder Zybrant van Berckenrode het bedrag van 1666 gulden, 13 stuiver en 5 penning alsmede het bedrag van 90 gulden.
Oorspr. ( Inv. no. 361 ).
Reg. no. 338
Zie voor een akte van schuldbekentenis van Anna Willemsdr. van Paenderen voor Sybrand van Berckenrode als echtgenoot van Machtelt Andries Gerritsdr. van 1578 inv. no. 366
337 1557 oktober 16.
Jan Maertenss., medicyn te Haarlem, oorkondt, dat hij schuldig is aan Machtelt Andrijes Gerijtszdochter het bedrag van 400 carolus gulden.
Oorspr. ( Inv. no. 362 ).
Zie onder het geslacht Van der Horst
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Hendrik van Berckenrode, geboren in 1565 als zoon van Adriaen van Berckenrode en Christina van Blanckeroort, overleed ongehuwd in of na 1634. Hij had een natuurlijke zoon Adriaen
Op het ene afschrift is ook de aanhef van zijn voorafgaand testament van 1634 gecopiëerd
Zie onder het geslacht Van Torenvliet
Zie voor hun dochter Catharina de Jonge, echtgenote van mr. Cornelis Duyst van Voorhout, onder laatstgenoemd geslacht
Zie onder het geslacht Van Heussen
Hij was in 1530 burgemeester van Amsterdam en overleed in of vóór 1539 te Haarlem. Blijkens Elias I blz. 118 heeft hij de achternaam Van Hoorn gevoerd
Reg. no. 253 no. 257 no. 261 no 341 no 342
Met aant. in dorso van de rentebrief betr. uitbetaling van een bedrag van ruim 280 pond aan Sybrand van Berckenrode, gehuwd met Machtelt Andriesdr., enige erfgename van haar vader Andries Gerritsz., 1559. Reg. no. 341 en no. 342. Tevens een attestatie van Sybrand van Berckenrode d.d. 3 oktober 1567, dat de helft van de betrokken rentebrief toekomt aan Balich van Paenderen
253 1537 juli 11.
Schout en schepenen van Heemstede oorkonden, dat Roelant van Heemstede, heer van Arleveen, ontvangen heeft van Geryt Andriessen, burgemeester van Amsterdam, een bedrag van 450 carolus gulden, te lossen met de hoofdsom en een rente van 25 carolus gulden per jaar, onder borgstelling van de oorkonder Dirick Jacobsz., schout te Heemstede.
Oorspr. ( Inv. no. 365.1 ) met het geschonden zegel van de schout.
De transfix van 15 april 1539 (Reg. no. 257) is losgeraakt
341 (1559) januari 3.
Zybrant van Berckenroede, met als echtgenote Machtelt Aertsdochter, enig erfgename van haar vader Aris Gerytsz. te Haarlem, oorkondt ten overstaan van schepenen van Den Haag, dat hij ontvangen heeft van Jan van Dam, rekenmeester van Holland en oud-griffier van het Hof van Holland, alsmede van mr. Geryt Heynricxsz., curator bij de Grote Raad te Mechelen, het bedrag van 280 pond, 6 schelling en 1 penning, voortkomende uit de goederen van Roelant van Heemstede.
Oorspr. ( Inv. no. 365.1 ).
Geschreven in dorso van de oorkonde van 11 juli 1537 (Reg. no. 253).
342 1559 januari 28.
Jan van Dam oorkondt, dat de heer van Berckenroede niet meer zal ontvangen van de rente van 11 juli 1537 (Reg. no. 253), dan bij sententie is bepaald.
1558 na stile van den Hove van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 365.1 ).
Geschreven in dorso van de oorkonde van 11 juli 1537 (Reg. no. 253).
257 1539 april 15.
Schepenen en raad van Gent oorkonden, dat Kathelyne uuter Zwane toestemming verleent voor de verkoop van de goederen van haar echtgenoot Heindric van der Doest, die gelegen zijn in Holland en Zeeland.
in Lauwe.
Oorspr. ( Inv. no. 365.1 ) Het zegel van zaken van de stad Gent is verloren.
Was getransfigeerd door de oorkonde van 11 juli 1537 (Reg. no. 253), maar is losgeraakt
261 1540 februari 3.
J. de Jongen oorkondt, dat hij ontvangen heeft van Heynrick van der Does een bedrag van 14 pond en 4 schelling vanwege een proces voor het Hof van Holland over de verkoop van goederen en renten aan Claes van Huessen te Haarlem (Zie Reg. no. 257).
1539 stilo curiae Hollandiae.
Oorspr. ( Inv. no. 365 ).
Andries Gerritsz., zoon van Gerrit Andriesz., was gehuwd met Aechte van Heussen, dochter van Claes van Heussen en Machtildis van Paenderen en Margaretha van Bekesteyn. Hij overleed in of vóór 1578
Reg. no. 542
542 1578 september 24.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Anna van Paenderen Willemsdochter, weduwe van Symon Marten Diricx, poorter van Amsterdam, met als voogd Adriaen Gerytsz. Gaeuw, bekrachtigd heeft een rentebrief van 24 mei 1547 (Zie Reg. no. 298) ten bedrage van 24 carolus gulden per jaar ten behoeve van Sybrant van Berckenroede, echtgenoot van Machtelt, dochter van Andries Gerytszoon.
Oorspr. ( Inv. no. 366.1 ) met het iets geschonden zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren gegaan.
Getransfigeerd door de oorkonde van 24 mei 1547 (Reg. no. 298).
Reg. no. 298
298 1547 mei 24.
Sijmon Marten Dijricxzzoene oorkondt onder het getuigenis van zijn echtgenote Anna Willemsdochter van Paenderen, dat hij verschuldigd is aan zijn neef Andries Geritzoene een rente ten bedrage van 24 carolus gulden per jaar, te lossen met de penning 18.
in Aemstelredam.
Oorspr. ( Inv. no. 366.2 ) met het opgedrukte zegel van de oorkonder.
Het zegel is losgeraakt.
Hierbij ook stukken van Johan Marcusz., die Margaretha van Heussen tot moeder had
Claes van Heussen, zoon van Meynert van Heussen en Alyt van Paenderen, was achtereenvolgens gehuwd met Machtildis van Paenderen en Margaretha van Bekesteyn. Hij overleed te Haarlem in 1552
Reg. no. 229 no. 247 no. 248 no. 249 no. 251 no. 256 en no. 264
229 1530 januari 2.
Lambertus, filius Jacob, notaris te Haarlem, instrumenteert, dat Wilhelmus de Paendren als vader en voogd van Gherardus, Franciscus en Margareths de Paendren, alsmede zijn kinderen Wiggerus de Paendren, Theodricus de Paendren, Geertruydis de Paendren met als echtgenoot Nicolaus Velserman alsmede Anne de Paendren met als echtgenote Simon Martini, allen erfgenamen van magister Petrus Wiggerus, deken van Sint Pancratius te Leiden, aangesteld hebben tot hun gevolmachtigde en zaakwaarnemer Nicolaus de Huessen, echtgenoot van Machtildis de Paendren.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ).
247 1536 oktober 11.
Thomas Laurentius, notaris te Haarlem, instrumenteert, dat Claes van Leeuwen en zijn broeder Dyrck van Leeuwen tot hun gevolmachtigde hebben aangesteld Claes van Heussen ter verdediging van hun rechten op de nalatenschap van meester Pieter Wigghers, deken van Sinte Pancraes te Leyden in het bijzonder tegen hun oom meester Claes van Berckel.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ) met notarismerk.
248 1536 oktober 30.
Thomas Laurencyus, notaris, instrumenteert, dat Wigger van Paenderen, mede voor zijn broeders Gherryt van Paenderen en Frans van Paenderen, Dyrck van Paenderen en Claes Fransz. als echtgenoot en voogd van Ghuert van Paenderen volmacht verlenen aan Claes van Heussen als procurator met betrekking tot hun rechten op de nagelaten goederen van hun oom meester Pieter Wyggers, deken van Sint Pancras te Leiden, tegenover hun heeroom meester Claes van Berckel, alsmede met betrekking tot de nagelaten goederen van hun tante Agnes van Paenderen.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ).
Deze akte vindt zijn vervolg op 2 november 1536 (Reg. no. 249).
249 1536 november 2.
Thomas Laurencius, notaris, instrumenteert ter voortzetting van de akte van 30 oktober 1536 (Zie Reg. no. 248), dat Symon Martynszoon, poorter van Amsterdam, als echtgenoot en voogd van Anna van Paenderen, een dergelijke volmacht verleent als wigger en Dyrck van Paenderen en Claes Fransz. hebben gegeven.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ) met notarismerk.
251 1537 januari 6.
Petrus Heye, notaris te Leiden, instrumenteert, dat Aernt Geryt Ewouts, mede voor zijn echtgenote Duyfgen van Leeuwen Jansdochter en voor zijn zwager Geryt van Leeuwen Jansz., alsmede Anne Jansdochter en haar broeder Dirck van Leeuwen tot procurator aangesteld hebben Claes van Heussen ter verdediging van hun rechten op de nagelaten goederen van meester Pieter Wigghers, deken van Sinte Pancraes te Leyden, in het bijzonder tegen hun heeroom meester Claes van Berckel.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ) met notarismerk
256 1539 januari 30.
Alyt Claesdochter, weduwe van Willem Diricxzoon van Paenderen, met als voogd haar zoon Wigger van Paenderen, oorkondt, dat zij haar zwager Claes van Huessen schadeloos zal houden voor bewezen diensten in het proces over de nagelaten goederen van meester Pieter Wiggersz. tussen haar kinderen en de kinderen van Leeuwen van haar zuster Margriete, alsmede voor de arbitrage inzake het testament van Agniese van Paenderen.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ).
264 1540 december 10.
Alyt van Paenderen Claesdochter, weduwe van Willem Diricxszoon van Paenderen, oorkondt met als voogd haar oudste zoon Wigger van Paenderen alsmede met haar kinderen Dirick van Paenderen, Geryt van Paenderen, Claes Franszoon Velserman als man en voogd van Geertruyt van Paenderen en Symon Maertynsz. als man en voogd van Anna van Paenderen, allen mede namens Frans van Paenderen verblijvende te Leuven, dat zij volmacht verleent aan haar zwager Claes van Huessen vanwege verleende en nog te verlenen bijstand inzake hun rechten op de nagelaten goederen van mr. Pieter Wiggersz. tegen de kinderen van Leeuwen alsmede inzake de nagelaten goederen van hun nicht Agniese van Paenderen om zijn gemaakte onkosten te verhalen op percelen land gelegen buiten de Schalcwijcer poort, losrenten uitstaande op de "presse" van de Haarlemse lakens of op andere familiegoederen.
Oorspr. ( Inv. no. 367 ).
Reg. no. 314
314 1552 juli 12.
Weesmeesters van Haarlem oorkonden, dat Dirick van Huessen, Marcus Maertens uit naam van zijn zoon Jan Marcus met als moeder wijlen Margriete van Huessen, alsmede Andries Gerryts uit naam van zijn dochter Machtelt met als moeder Aechte van Huessen een boedelscheiding hebben aangegaan van de nagelaten goederen van hun vader en grootvader Claes van Huessen.
Oorspr. ( Inv. no. 368 ).
Dirck van Heussen, zoon van Claes van Heussen en Machtildis van Paenderen, huwde in 1548 te Haarlem Jacoba van Berckenrode, dochter van Hendrik van Berckenrode en Erckenraet van Bekesteyn. Hij overleed in 1574, zijn echtgenote na 1578
Reg. no. 454
454 1574 augustus 12.
Adrianus filius Cornelii de Texel instrumenteert, dat Dirck van Heussen uit Haarlem, wonende te Alkmaar, zijn testament heeft gemaakt, waarbij hij een bedrag van 5000 carolus gulden legateert aan zijn neef Gerryt van Berckenroede, baljuw van Kennemerland.
Oorspr. ( Inv. no. 369 ).
Meinert van Heussen, zoon van Dirck van Heussen en Jacoba van Berckenrode, gehuwd met Katryn Florisdr., was heiliggeestmeester te Haarlem en overleed aldaar vóór 1 augustus 1618
Met in dorso aant. betr. de aflossing
Niet raadpleegbaar
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Johan Marcusz., zoon van Marcus Martensz. en Margaretha van Heussen, was raad in de vroedschap te Haarlem en overleed aldaar in 1609
Agatha van Berckenrode, weduwe van Johan van Alckemade was enig erfgename.
Reijnier Lambertsz. van der Horst was gehuwd met Margriet van Berckenrode, dochter van Sybrand van Berckenrode en Machtelt Andriesdr. van Heussen. Hun huwelijk was kinderloos. Zij overleed in 1607
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Van hen zijn geen stukken in het archief aanwezig
Weijnina van Torenvliet was een dochter van Cornelis van Torenvliet en Catharina van Rijn. Zij overleed in of vóór 1653
In dorso van de rekening een aant. van Floris van Alckemade, dat de laatste ondertekening onder dreigementen is geschied
De stukken onder 2a en 2b zijn vererfd op het geslacht Van Alckemade door het huwelijk van Sybrand van Alckemade met Beatrix Duyst van Voorhout, die onder 1b via het geslacht Van Berckenrode aan het geslacht Van Alckemade
Van hem zijn geen stukken in het archief aanwezig
Dirck Duyst van Voorhout, zoon van Hendrik Duyst en Beatrix van Souburg, was gehuwd met Adriana Stalpart van der Wiele, dochter van Cornelis Stalpart van der Wiele en Josina de Jonge. Hij was drossaard van Zevenbergen. Hij overleed ca. 1625, zijn echtgenote vermoedelijk in 1623
Niet raadpleegbaar
Zie onder het geslacht Cool
Mr. Cornelis Duyst van Voorhout, zoon van Dirk Duyst Hendriksz. en Erkenraad van Houtuyn, was gehuwd met Catharina de Jonge, dochter van Reyer Willemsz. de Jonge en Catharina van Berckenrode te Dordrecht. Hij was graanhandelaar te Delft en leefde nog in 1614. Zijn weduwe overleed omstreeks 1620. Hun huwelijk was kinderloos
Reg. no. 176 no. 192 no. 263 no. 283 en no. 404
176 1499 november 16.
Baljuw, schout en gemene schepenen van Den Haag oorkonden, dat zij verkocht hebben aan Clais Deym een erfrente ten bedrage van 10 pond Vlaams per jaar, te lossen met de penning 15.
Oorspr. ( Inv. no. 377.3 ). Het gemeen schepenzegel van Den Haag is verloren.
Vgl. het Oud-Archief van Den Haag, Reg. no. 83.
192 1510 oktober 10.
Baljuw, schout en gemene schepenen in het ambacht van Den Haag oorkonden, dat zij de losrenten verhogen van de penning 15 tot de penning 16 en dat Claes Deym zijn rentebrief van 10 pond Vlaams heeft ingeleverd en de rente heeft laten verhogen (Zie Reg. no. 176).
Oorspr. ( Inv. no. 377.2 ) met het gemeen schepenzegel van Den Haag.
Zie ook: Oud Archief Den Haag, Reg. no. 119.
263 1540 mei 1.
Schepenen van Dordrecht oorkonden, dat Willem Deyn Claesz. uit Den Haag als enig erfgenaam van zijn vader Claes Deyn verkocht heeft aan Yde van Dongen, weduwe van Willem d'Jonge Reynersz., een rente ten bedrage van 4 pond groten Vlaams per jaar, te lossen met de penning 16 en komende uit een rente van 10 pond Vlaams per jaar (Zie Reg. no. 176).
Oorspr. ( Inv. no. 377.4 ) met de zegels van de drie schepenen. Het derde zegel is zwaar geschonden.
283 1544 april 22.
Schepenen van Den Haag oorkonden, dat Willem de Jonge, secretaris van het Hof van Holland, zoon van wijlen Yda van Dongen en wijlen Willem de Jonge Reyersz. te Dordrecht, akte verleent aan Willem Deym Claes voor een losrente, die deze op 1 mei 1540 aan zijn moeder verkocht (Zie Reg. no. 263).
Oorspr. ( Inv. no. 377.5 ) met de zegels van de beide schepenen.
404 1568 december 27.
Schepenen van Den Haag oorkonden, dat Pieter Jansz. Updam, bode, voor zijn echtgenote Machtelt Gerytdochter, Willem Cornelisz. voor zijn echtgenote Dignum Gerritsdochter, Jacob Deijm, voogd van het weeskind Willem Cornelisz. te Dordrecht, Philips Gerytsz., Geryt Geritsz. en Gysbrecht Quirijnsz. voor zijn echtgenote Gerritgen Gerritsdochter te Delft, allen erfgenamen van Margriete Willem Deymendochter, overgedragen hebben aan meester Cornelis Duyst een losrente ten bedrage van 19 carolus gulden en 4 stuiver per jaar, deel uitmakende van een losrente ten bedrage van 60 carolus gulden per jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 377.1 ) met de zegels, van de beide schepenen.
Mr. Adriaen Cool zoon van Adriaan Cool en Maria Geenen uit Dordrecht was gehuwd met Erckenraet Duyst, dochter van Hendrik Duyst en Machtelt Buytewech. Na het overlijden van haar echtenoot in 1604 te Gouda trad Erckenraet Duyst in bij de Annonciaten te Nijvel
Walraven van Arckel, zoon van Roelof van Arckel en Christina van Hulsen van Voorst, was gehuwd met Maria Ruysch, dochter van Jan Ruysch en Margaretha van Loo. Hij was schout van Amersfoort van 1625-1642
Walraven van Arckel de jonge was een zoon van Walraven van Arckel en Maria Ruysch
Niet raadpleegbaar
Oude titel: "Akte van nobiliteijt".
Met aant. in dorso:
"(Dese) verclaringe is versoght omdat Walraven van Arckel wilde gaen -- naer Denemarcken bij sijn zuster Maria van Arckel ons moeders tweede suster, die daer getrout waer tot Coppenhage, aen heer -- wolt Croesen, kamerheer (van) sijn coonincklijcke maiesteyt van Denemercken"
Zeer zwaar beschadigd; zie inv. no. 385
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Tierck van Scheltinga, zoon van Goslijck Pietersz. van Scheltinga en Tethje Tjercksdr. van Teetlum, huwde Anna Salverda en vervolgens te Leeuwarden Margaretha Bernharts uit Vollenhove. Hij overleed in 1680, zijn tweede echtgenote in 1675
Onder de boedelscheiding waren mede begrepen de nagelaten goederen van Henrietta Bernharts, zuster van Margaretha Bernharts
Goslijck van Scheltinga, zoon van Tierck van Scheltinga en Margaretha Bernharts, was gehuwd met Maria Francoise Crabeels. Hij overleed in 1687 of 1688 te Dantumawoude, zijn echtgenote in 1698, vermoedelijk te Leuven
Theodorus Franciscus Xaverius Godefridus van Scheltinga, zoon van Goslijck van Scheltinga en Maria Francoise Crabeels, huwde in 1712 Margaretha Maria van der Burch, vrouwe van Sandelingenambacht, dochter van Justus van der Burch en Lidewina van Rijn. Zij overleed in 1742, hij enige jaren later
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
De inventaris bevat tevens afschriften van hun huwelijkscontract van 1712 en hun testament van 1740
Florentius Ignatius van Scheltinga, zoon van Goslijck van Scheltinga en Maria Francoise Crabeels, was kanunnik te Xanten en overleed aldaar in 1758
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Thieleman van der Burch huwde vermoedelijk in 1636 te Utrecht Margaretha Grijph van Valckesteyn, dochter van Joost Grijph van Valckesteyn te Poortugaal, generaal van de munt de Dordrecht, en Agnes Barthouts van de Sandeling. Hij overleed vóór 28 mei 1675, zij vóór 1679
Justus van der Burch, zoon van Thieleman van der Burch en Margaretha Grijph van Valckesteyn, was gehuwd met Lidewina van Rijn. Hij was heer van Sandelingenambacht en woonde te Dordrecht. Hij overleed in 1708, zijn echtgenote daarna
Adriaen van der Goes, zoon van Aernt van der Goes, landsadvocaat van Holland en West-Friesland, en Margaretha van Binchem, huwde in 1530 Anna Lourens Pietersdr., dochter van Lourens Pietersz. van Spangen, kaaskoper te Delft, en Maria Christiaens Goutsdr. In 1543 volgde hij zijn vader op als landsadvocaat, welk ambt hij bekleedde tot zijn dood in 1560. Zijn echtgenote overleed in 1548
Reg. no. 230
230 1530 oktober 29.
Mr. Adriaen Aerntsz. van der Goes, geassisteerd met zijn vader mr. Airt van der Goes, advocaat bij het Hof van Holland, enerzijds en Anna Louwerens Pieterszoensdochter, geassisteerd met haar vader Louwerens Pietersz. en haar oom Willem Goudt, anderzijds, oorkonden, dat zij huwelijksvoorwaarden hebben aangegaan.
Concept ( Inv. no. 400 ).
Christiaen van der Goes, geboren in 1540 als zoon van Adriaen van der Goes en Anna Lourens Pietersdr. van Spangen, huwde in 1557 of 1558 Anna van Renoy, dochter van Gerard van Renoy en Anna de Potis. Hij was schout van Delft van 1559 tot 1578. Door zijn huwelijk werd hij heer van Spijk (het Nedereinde). Hij overleed in 1600, zijn echtgenote in 1608
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 313 en no. 346
Aangetast door vocht
313 1552 maart 3.
Kaerle enz. oorkondt, dat hij tot schout van Delft heeft aangesteld Vranck van Dyemen alias Bartholomeusz. voor de termijn van 6 jaar.
Gegeven in onser stadt van Bruessele.
Afschrift van ca. 1580 uit het Zwarte Ruyge Register van de grafelijkheid, berustende in de Rekenkamer, fol. CDXIII ( Inv. no. 401 ).
346 1559 juni 13.
Vranck Bartolmeeusz. van Diemen, schout van Delft, oorkondt ten overstaan van de secretaris der stad, dat hij afstand doet van zijn ambt ten behoeve van mr. Cristiaen van der Goes, advocaat voor het Hof van Holland.
Oorspr. ( Inv. no. 401 ).
In duplo. De secretaris wordt slechts in één der oorkonden vermeld.
Reg. no. 348 no. 349 no. 370 en no. 426
Het stuk is aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
348 (vóór 1559 juli 12).
Cristiaen van der Goes, advocaat voor het Hof van Holland, verzoekt aan de koning hem aan te stellen tot schout van Delft als opvolger van Vranck Bartholomeeusz. van Diemen.
Minuut ( Inv. no. 402 ).
349 1559 juli 12.
Philips enz. oorkondt, dat hij Christiaen van der Goes Adriaensz. aangesteld heeft tot schout van Delft als opvolger van Vranck Bartholomeeusz. van Diemen.
te Ghendt.
Oorspr. ( Inv. no. 402.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Tevens nog een extract van 1 december 1654 ( Inv. no. 1063 ).
370 1564 juli 21.
Philips enz. oorkondt, dat hij Christiaen van der Goes aangesteld heeft tot schout van Delft voor de termijn van 6 jaar en voor een pachtsom van 400 pond per jaar.
te Bruessele.
Oorspr. ( Inv. no. 402 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
426 1570 december 17.
Philips enz. oorkondt, dat hij de aanstelling van Christiaen van der Goes tot schout van Delft heeft verlengd.
te Antwerpen.
Oorspr. ( Inv. no. 402.3 ) met het zegel in rode was van de oorkonder.
Tevens nog een afschrift van een afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 405 ).
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 428
Aangetast door vocht
428 1571 april 9.
Christiaen van der Goes Adriaens oorkondt onder borgstelling van mr. Pieter van der Meere, advocaat voor het Hof van Holland, en Philips van der Goes, dat hij zijn ambt van schout van Delft getrouw zal waarnemen overeenkomstig zijn commissie van 7 december 1570.
stilo curiae Hollandiae vóór Paesschen --- 1570.
Authentiek afschrift van 1571 ( Inv. no. 403 ).
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 439
Aangetast door vocht
439 (1572 na augustus 20).
Henrick Antonissz. van Meerhout en Wouter van Wyck, notarissen, geven akte van de bezwaren van mr. Christiaen van der Goes om het schoutambt van Delft te bekleden gedurende het tijdvak van 5 tot en met 20 augustus 1572.
Oorspr. ( Inv. no. 404 ).
Tevens nog een onvolledig afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 404 ).
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 426 no. 434 no. 435 no. 441 no. 445 no. 446 no. 518 en no. 543
Deels aangetast door vocht
434 1571 oktober 18.
De secretaris van Delft oorkondt, dat mr. Cristiaen van der Goes, schout en officier, ingevolge een beschikking van burgemeesters zal ontvangen het bedrag van vijf maal 60 pond Vlaams vanwege de zorg voor de veiligheid in de stad gedurende de periode van kerstmis 1566 tot kerstmis 1571.
Afschrift van ca. 1580 door de stadssecretaris Van der Meer ( Inv. no. 405 ).
Tevens nog een afschrift van 9 mei 1581 door P. van der Borch, notaris ( Inv. no. 405 ).
435 1571 november 18.
De secretaris van Delft oorkondt, dat mr. Cristiaen van der Goes, officier, ingevolgde een beschikking van burgemeesters zal ontvangen het bedrag van 100 pond Vlaams per jaar met de opdracht op gedurende drie jaar met zijn dienaars bij dag vagebonden en bedelaars uit de stad te houden en 's nachts toezicht uit te oefenen op de logementen en de wacht waar te nemen.
Afschrift van ca. 1580 door de stadssecretaris Van der Meer ( Inv. no. 405 ).
Tevens nog een afschrift van 9 mei 1581 door P. van der Borch, notaris ( Inv. no. 405 ).
441 1572 augustus 30.
Burgemeesters en regeerders van Delft verzoeken aan mr. Christiaen van der Goes het schoutambt van Delft te blijven waarnemen tot mei 1573 onder het genot van een geldelijke tegemoetkoming.
Afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 405 ).
Tevens nog een afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 405 ); een afschrift van ca. 1580 door de stadssecretaris Van der Meer ( Inv. no. 405 ) en een afschrift van 9 mei 1581 door P. van der Bruch, notaris ( Inv. no. 405 ).
445 1573 juli 15.
Burgemeesters en regeerders van Delft besluiten de aanstelling tot schout voor mr. Christiaen van der Goes te verlengen met een wederzijdse termijn van opzegging van een maand.
Afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 405 ).
Tevens nog een afschrift van ca. 1580 ( Inv. no. 405 ) en een afschrift van 9 mei 1581 door P. van der Bruch, notaris ( Inv. no. 405 ).
446 (verm. 1573) september 30.
Burgemeesters en regeerders van Delft verzoeken aan de heer van der Goes het schoutambt te blijven waarnemen tot een nadere overeenkomst.
Afschrift van ca. 1580 door secretaris Van der Meer ( Inv. no. 405 ).
518 1577 september 30.
Burgemeesters en schepenen van Delft verzoeken aan mr. Christiaen van der Goes om ondanks hun aanzegging tot ontslag ingaande Bamisse (1 okt.) en zijn afgewezen rekest aan de Staten hiertegen het schoutambt tot nader overleg te blijven waarnemen.
Afschrift van 9 mei 1581 door Pieter van der Borch, notaris ( Inv. no. 405 ).
543 1578 september 27.
Burgemeesters van Delft oorkonden, dat zij de overeenkomst met mr. Christiaen van der Goes inzake de uitoefening van het schoutambt wensen te beeindigen, en dat hij zich moet richten naar de resolutie der Staten.
Afschrift van ca. 1580 door de stadssecretaris Van der Meer ( Inv. no. 405 ).
Tevens nog een afschrift van 9 mei 1581 door P. van der Borch, notaris ( Inv. no. 405 ).
Niet raadpleegbaar
Merendeels zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zwaar beschadigd
Mr. Adriaen van der Goes, geboren in 1561 als oudste zoon van mr. Christiaen van der Goes en Anna van Renoy, huwde in 1590 Petronella de Stoppelaer Lievensdr. van Gent en na haar overlijden in 1604 Maria van Comstrijen, dochter van mr. Martyn van Cromstrijen en Anna de Stoppelaer. Hij was raad-ordinaris van Maurits en Frederik Hendrik en advocaat voor het Hof van Holland. Hij overleed in 1632, zijn tweede echtgenote vóór 1650
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Martinus van der Goes, geboren in 1609 te Den Haag als zoon van mr. Adriaen van der Goes en Maria van Cromstrijen, was advocaat voor het Hof van Holland en overleed ongehuwd in 1687 te Den Haag. Zijn broeder Willem, geboren in 1613 te Den Haag, verbleef lange tijd te Wenen en overleed ongehuwd in 1686 te Den Haag. Zijn broeder Adriaen, geboren in 1619 te Den Haag, huwde in 1665 Margaretha van Hogendorp, dochter van Gijsbert van Hogendorp en Anna Duyst van Santen te Delft, was advocaat voor het Hof van Holland en overleed in 1686 te Den Haag, zijn echtgenote in 1694.
Zie verder: Nieuw Ned. Wb. VIII, blz. 616-618
Met in dorso van de bul van het civiel recht aant. betr. de aflegging van de eed als advocaat voor het Hof van Holland en de Hoge Raad, 1630
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Hierbij een testament van mr. Martinus van der Goes, opgemaakt te 's-Gravenhage, 1651, in authentiek afschrift van 1687, opgemaakt te Delft
Zie onder het geslacht Graswinckel
Anna van der Goes was een dochter van mr. Christiaen van der Goes en Anna van Renoy. Zij woonde te Delft en overleed vermoedelijk in 1627
Met in dorso van het charter aant. betr. de latere houder mr. Jan Hennewech, schoolmeester in het weeshuis te Delft
Cornelis van der Goes, zoon van mr. Christiaen van der Goes en Anna van Renoy, huwde vóór 1612 Cornelia van Eversdijck, dochter van mr. Marcullus van Eversdijck en Jacopmyncken Willem Pietersz. Roosenburchdr. te Middelburg. Hij was advocaat en overleed te Middelburg in 1627, zijn echtgenote in 1639
Niet raadpleegbaar
Aangetast door vocht
Niet raadpleegbaar
Het afschrift is zeer zwaar beschadigd
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Mr. Christaen van der Goes, zoon van Cornelis van der Goes en Cornelia van Eversdijck, huwde in 1641 te Middelburg Jacoba de Jonge van Oosterland, dochter van Andries Jacobsz. de Jonge en Catharina Sonnius. Hij was advocaat voor het Hof van Holland en het Hof van Vlaanderen en overleed in 1652
Met in dorso aant. betr. de aflegging van eden als advocaat voor het Hof van Holland en het Hof van Vlaanderen in 1635 en 1647
Reg. no. 320 en no. 324
320 1554 mei 1.
Kaerle enz. oorkondt als graaf van Zeeland, dat hij verkocht heeft aan Anthuenis Heindricxz. te Westcapple een erfrente ten bedrage van 37 pond en 20 schelling Vlaams per jaar, te lossen met de penning 16 en rustende op de tol te Yersikeroort en andere Zeeuwse domeingoederen, vanwege het niet aflossen van een lening ten bedrage van 600 carolus gulden voor de tijd van een jaar aangegaan in 1552 ter bekostiging van de oorlog met Frankrijk.
te Bruessele.
Oorspr. ( Inv. no. 429 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Zie ook Reg. no. 324.
324 1555 oktober 24.
Robert de Bouloingue, kanselier en ontvanger-generaal van de keizerlijke financiën, oorkondt, dat hij heeft ontvangen van Anthonis Hendricxz. te Westcapple het bedrag van 600 pond Vlaams met een rente van 37 pond en 20 schelling per jaar, rustende op de tol van Yersickeroort en andere Zeeuwse domeingoederen.
Oorspr. ( Inv. no. 429.2 ).
Zie ook Reg. no. 320.