Deze hoofdafdeling betreft stukken betreffende adellijke huizen, heerlijkheden, stichtingen en verdere goederen van de familie Cousebant en aanverwante geslachten. De stukken betreffende boedelscheiding zijn geplaatst in de eerste hoofdafdeling, ook als hierbij onroerende goederen zijn
Onder Holland moet worden verstaan het grondgebied van het voormalige graafschap en gewest Holland, omvattende de tegenwoordige provincies Noordholland, Zuid-Holland en het noord-westen van Noord-Brabant
Met een oorkonde van Otto van Egmond als omslag, (ca. 1430). Reg. no. 75. Zie inv. no. 1060
Reg. no. 419
Vermoedelijk is dit huis later overgedragen aan Pieter Jansz. de Kies en heeft deze akte hierbij gediend als retroacte, vgl. inv. no. 738
419 1570 april 20.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Kathryn Claesdochter, weduwe van Jacob Meynaertsz., houtzager, met als voogd haar zoon Claes Jacobsz., metselaar, overgedragen heeft aan Jacob van Assendelft een huis met erf in de Achtercamp.
Oorspr. ( Inv. no. 737 ) met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de eerste schepen is geschonden.
Reg. no. 497
Onder Pieter Jansz. moet worden verstaan Pieter Jansz. de Kies.
Het perceel werd aan de ene zijde begrensd door een perceel van de weduwe van Jacob van Assendelft, vgl. inv. no. 737
497 1577 april 16.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Geleyn Rochusz., korendrager, voor de ene helft en Lieven Jansz., kleermaker en voogd van zijn dochter met als moeder Marytgen Claesdr., voor de andere helft overgedragen hebben aan Pieter Jansz., stoeldraaier, een ledig erf in de Achtercamp te Haarlem.
Oorspr. ( Inv. no. 738 ) met de zegels van de beide schepenen. Het zegel van de tweede schepen is beschadigd.
Het huis was "by den troublen ommegehaelt"
Met aant. in dorso omtrent zekere toebetaling aan Frans Adriaansz. Kies als oom en voogd van de nagelaten kinderen van Barent Wiggersz. Cousebant, 1604
Reg. no. 514
514 1577 augustus 19.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Thomasz., schipper, overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenrode een huis in de Cleyne Houtstrate.
Oorspr. ( Inv. no. 742 ) met de zwaar beschadigde zegels van de beide schepenen.
Met in dorso akte van ontslag van de waarborg, die de verkoper had gegeven, door Barent Wiggersz., brouwer, en de overige kinderen van Wigger Claesz. Cousebant, 1596
Reg. no. 417
Met aant. in dorso betr. nadere bepaling van de koopsom
417 1569 november 3.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Jan Martynszoon, doctor in de medicijnen, overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenroede als man en voogd van Macktelt van Huessen een huis met erf in de Smeedestrate bezwaard met een hypotheek ten bedrage van 435 carolus gulden ten name van Jan Thaemsz., drapenyerder.
Oorspr. ( Inv. no. 747 ) met de zegels van de beide schepenen.
Reg. no. 474
474 1576 maart 5.
Schepenen van Haarlem oorkonden, dat Goossen Gerritsz. van Harderwyck overgedragen heeft aan Sybrant van Berckenroede, Jacob Jacobsz., molenaar, Willem Cornelisz., molenmaker, en Lenert Zybrantsz., korenkoper, een molenwerf met het recht van de wind, erf en opstallen, gelegen buiten de Zylpoorte.
Oorspr. ( Inv. no. 749 ) met het zwaar geschonden zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren.
Reg. no. 27 en no. 28
In dorso van beide akten de aant.: "in Berckenroede hoefstede"
27 1398 januari 25.
Aelbrecht, hertog van Beieren enz., oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Coen Cusz. van Oisterwyc, ridder, 5 morgen veen te Heemstede met het recht van wederverkoop, onder korting van de koopsom op een schuld van de hertog bij koper vanwege verbouwing van het Huis te Teylingen.
Gegeven in den Hage op Sinte Pouwelsdach conversio.
Oorspr. ( Inv. no. 753.2 ) met het zegel van de oorkonder.
28 1398 januari 30.
Coen van Oesterwijc Willems Custersz., ridder, oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Jan van Foreest 5 morgen veen te Heemstede, komende van de graaf van Holland.
des woensdaghes na Sinte Pouwelsdach conversio.
Oorspr. ( Inv. no. 753.1 ) met het zegel van de oorkonder in bruine was.
Zie ook Reg. no. 27.
Reg. no. 219
219 1525 mei 16.
Albrecht Ysbrantsz., prior van het regulierenklooster Syon te Heyloo, oorkondt, dat hij verkocht heeft aan Augustin van Teylingen een perceel weiland en een perceel hooiland, gelegen in de "gemeene maede" in de ban van Heyloo.
Oorspr. ( Inv. no. 754 ) met het zegel van het convent. Het zegel van de overste van het klooster is verloren.
Met in dorso aant. betr. de aflossing, 1673-1677
Niet raadpleegbaar
Vermoedelijk moet onder juffrouw Cousebant worden verstaan Maria Christina Genoveva van Alckemade
Zie ook onder Schoten
Jan van Persijn was een verwant van Jacob van der Wiele, die een oom was van Beatrix Duyst van Voorhout, gehuwd met Sybrand van Alckemade
Reg. no. 158 en no. 162
158 1485 november 7.
Walraven, heer van Brederode en Vianen, burggraaf van Utrecht en heer van Ameide, oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen, leenmannen van de grafelijkheid van Hollanden andere goede lieden, dat hij Jan Conincxzoon beleend heeft met een hofstede te Leyderdorp, komende van Kostyn van der Does Dirckxzoon.
Oorspr. ( Inv. no. 762.1 ) met het iets geschonden kleinzegel in rode was van de oorkonder.
162 1487 maart 18.
Walraven, heer van Brederode en Vyanen, burggraaf van Utrecht en heer van Ameyden, oorkondt, dat hij ten behoeve van Johan Connincx uit het leenverband ontslagen heeft een hofstede met percelen land te Leyderdorp, komende van Dircx kinderen van der Does.
Oorspr. ( Inv. no. 762.2 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van Gelante van Lalaing, weduwe van de heer van Brederode en moeder van oorkonder.
Zie ook Reg. no. 158.
Reg. no. 259 no. 271 en no. 272
259 1539 oktober 21.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Gielis Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Connincxz. 1/16 deel van de hofstede Vergou te Leyderdorp als zijn erfdeel van zijn moeder Ermtgen Claesz.
Oorspr. ( Inv. no. 763.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
271 1541 oktober 17.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Gelis Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Conincxz. de helft van ¼ deel van de hofstede Vergou, gelegen tegenover het regulierenklooster te Leyderdorp, als zijn erfdeel van zijn vader Jan oom Gelis.
Oorspr. ( Inv. no. 763.1 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
272 1541 oktober 17.
De schout in het ambacht van Leyderdorp oorkondt, dat Claes Jansz. verkocht heeft aan zijn halfbroeder Jan Conincxz. 1/16 deel van de hofstede Vergou, gelegen tegenover het regulierenklooster te Leyderdorp, als zijn erfdeel van zijn moeder Ermgaert Claes; alsmede dat Claes Jansz. en Jan Brunesz. als voogd over zijn echtgenote Anna Jansdr. verkocht hebben aan hun halfbroeder Jan Conincxz. de helft van ¼ deel van voornoemde hofstede als hun erfdeel van hun vader Jan oom Gelis.
Oorspr. ( Inv. no. 763 ) met het zegel van de oorkonder.
Reg. no. 159
159 1485 november 18.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat Wouter Jansz. en Claes Roelofsz. verkocht hebben aan Jan Conincxz. de helft van 2 morgen land, gelegen in het ambacht van Leyderdorp.
Oorspr. ( Inv. no. 764 ) met het zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweedeschepen is verloren.
Reg. no. 160
160 1485 november 18.
Schepenen van Leiden oorkonden, dat de gebroeders Costyn van der Does, Jan van der Does en Lodewyck van der Does, priester, verkocht hebben aan Jan Conincxz. de helft van 8 percelen land te Leyderdorp, waarvan de andere helft "gemeen ende gemengeder vuer ende gemengeder aerde" behoort aan de kinderen van Philips van Almonde te Delft, en waarvan 4 percelen genoemd zijn Den Huyck, Den Vinckel, Den Amercamp en het land "daer dat Duijfhuijs in staet".
Oorspr. (Inv.no. 765) met het geschonden zegel van de eerste schepen. Het zegel van de tweede schepen is verloren.
Reg. no. 357
357 1561 maart 15.
De schout van Leyderdorp oorkondt, dat Claes Aelwyn Claesz. te Leiden verkocht heeft aan Katheryn Willemsdr., weduwe van Jan Conincssz. te Haarlem, 2 percelen land te Leyderdorp, waaronder het Avercampgen, komende van haar voornoemde echtgenoot.
Oorspr. ( Inv. no. 766 ). Het zegel van de oorkonder is verloren.
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Eén der akten is zwaar beschadigd
Reg. no. 286
286 1545 oktober 14.
Leden van de Rekenkamer in Den Haag oorkonden, dat zij in pacht gegeven hebben aan Laurens Pietersz. te Delft 11 ½ morgen land, gelegen in het ambacht van Maeslandt, voor de termijn van 10 jaar.
Oorspr. ( Inv. no. 771 ).
Op de ene akte ontbreekt de handtekening van de heer van Warmond
Ooltgensplaat en Den Bommel vormden tezamen de heerlijkheid van Sint Adolphsland
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 138 no. 150 no. 151 no. 152 no. 155 no. 156 no. 208 no. 209 no. 215 en no. 224
138 1477 februari 17.
Maria, hertogin van Bourgoingnen enz., oorkondt, dat zij als vrouwe van Putte in erfpacht gegeven heeft aan haar nicht Anne van Bourgoingnen, vrouwe van Ravenstain enz., de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd Galenthee en Oelkensplate, met de gorzen van Den Bommel tot Grysoerde toe om deze te moeren of te bedijken onder schenking van de ambachtsheerlijkheid en de daaruit voortvloeiende rechten en tienden.
Gegeven in onse stede van Gendt --- 1476.
Afschrift van 1605 in ( Inv. no. 773 , fol. 1v.
Geinsereerd in de oorkonde van 8 november 1481 (Reg. no. 151).
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Mej. Wolterbeek-Muller: Inventaris van archivalia betreffende de heerlijkheid Sint-Adolfsland, genaamd Ooltgensplaat en Den Bommel. (Handschrift Algemeen Rijksarchief, Reg. no. 1).
150 1481 september 17.
Maximiliaen en Maria, hertog en hertogin van Oostenryck enz., oorkonden, dat zij wederom onder nader overeengekomen voorwaarden in erfpacht gegeven hebben aan Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestain enz., de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil, en Den Bommel, die Marie, hertogin van Bourgoingnen enz., haar reeds bij oorkonde van 17 februari 1477 in erfpacht had gegeven (Reg. no. 138).
Gegeven in onsen huyse in den Hage in Hollant.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 1.
Geinsereerd in de oorkonde van 8 november 1481 (Reg. No. 151.)
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 2.
151 1481 november 8.
Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestain, Wynendale, Duvelandt, Sommelsdyck enz., oorkondt, dat zij in erfpacht gegeven heeft aan Pieter Lanchals, raadsman en hofmeester van de hertog van Oostenrijk, 1/6 deel van de gorzen, aanwassen en aanworpen, genoemd de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil en Den Bommel, bestaande onder meer uit pachten, tienden, vronen en ettingen van de droge dijken, onder voorbehoud van de rechten van de ambachtsheerlijkheid. (Zie Reg. no. 138 en Reg. no. 150).
Gegeven in ons casteel van Zoubborigh in Zeelant.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 1.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 5.
152 1482 maart 13.
Anna van Bourgoingnen, vrouwe van Ravestein enz., oorkondt, dat zij ter bedijking uitgegeven heeft aan Jacob van Borsselle, ridder, Geeraet van Abenbroucke, Cornelis Gillisz. en hun deelgenoten tweemaal L/4 deel, en aan Dirck Jansz., mr. Claes van den Nesse en hun deelgenoten éénmaal ¼ deel van de gorzen, genoemd Oelkensplate, Vloyhil, Galenthee en Den Bommel, onder voorwaarde dat haar eigen ¼ deel mede wordt bedijkt, dat zij in het nieuwe land, te noemen Sinct Adolphslandt, tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen, de naasting van verkochte goederen zal hebben en op elke 5 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen.
Gegeven te Bruysel --- 1481 naer 't schryven van den Hove van Camerycke.
Afschrift van 1605 in Inv. no.773, fol. 11.
Gevidimeerd in de oorkonde van 10 oktober 1483 (Reg. no. 156).
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 9.
155 1483 juni 2.
Pieter Lanchals, hofmeester, en Jan Oudaert, raadsman van de hertog van Oostenrijk enz., oorkonden, dat zij in erfpacht gegeven hebben aan meester Jacob Croesinck, raadsman van de hertog en meester in de Camere van zijn Reeckeningh in Hollandt, 1/10 deel van hun ? deel van de gorzen van Oelkensplate en Vloyhil, alsmede 1/6 deel van de onbedijkte gorzen van de Galenthee, Oelkensplate, Vloyhil en Den Bommel.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 17.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 11.
156 1483 september 8.
Burgemeesters, schepenen en raad van Geervliet oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 13 maart 1482 (Reg. no. 152).
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 11.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 13. Aldaar gedateerd 10 oktober 1483.
208 1521 augustus 1.
Philips van Cleve en van de Marcque, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Rardinck, rentmeester van Seelant Bewesterschelt, zijn ? deel van het gors de Galenthee bij Sint Adolphslandt, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen, alsmede dat tevens de bedijkers gevrijwaard worden van aanspraken van de kinderen van wijlen Boudewijn de bastaard en andere personen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 21.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 26.
209 1521 augustus.1.
Adolph Hardinck, rentmeester van Seelant Bewesterschelt, oorkondt, dat hij onder nadere voorwaarden ter bedijking aangenomen heeft van Philips van Cleve en van der Marcke. heer van Ravesteyn enz., het gors de Galenthee bij Sint Adolphslandt (Zie Reg. no. 208).
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 26v.
Zie voor de oorspronkelijke oorkonde: Wolterbeek-Muller: Reg. no. 27.
215 1524 november 28.
Philips van Cleven en van Marcke, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Willem Simonsz. en Witte Jacobsz. zijn ? deel van de gorzen van de Noortpolder bij Sinct Adolphslant, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen, alsmede dat de bedijkers gevrijwaard worden van aanspraken van de kinderen van wijlen Boudewijn de bastaard en andere personen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 32.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 28.
224 1527 april 9.
Philips van Cleve en van de Marcke, heer van Ravestain enz., oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Hardinck, rentmeester van Zeelandt Bewesterscheldt, en Victor van der Sickele, baljuw van Vlissingen, zijn ? deel van ongeveer 1200 gemet van het gors, genoemd Den Bommel, Kyctuuyt Swartenhouck, en van het schor, genoemd de Meulenpolder, vast verbonden aan Sinct Adolphslandt, binnen de termijnen van 6 en 9 jaar, onder voorwaarde dat hij in het nieuwe land tienden, jaarschoten en de ettingen van de droge dijken zal mogen heffen en op elke 6 gemeten 1 gemet vrije vroon zal krijgen.
1526 voor Paessen.
Afschrift van 1605 in Inv. no. 773 , fol. 36.
Zie Wolterbeek-Muller: Reg. no. 29.
Reg. no. 211
211 1522 april 9.
Philips van Cleve en van der Marcke, heer van Ravesteijn, Edinge, Wijnendaer, Dreijscher en St. Adolphslant, oorkondt, dat hij ter bedijking uitgegeven heeft aan Adolph Harding (alias Herdinck), rentmeester van Zeeland Bewesterschelde, alsmede aan Victor van den Sickele, baljuw van Vlissingen, het gors Den Bommel, Kijckuijt en Swartenhouck en de schor de Molenpolder, gelegen in het land van Putte naast Sint Adolphslant, tot het maken van korenland onder nader overeengekomen voorwaarden.
1521 vóór Paesschen.
Afschrift van ca. 1660 ( Inv. no. 774 ).
Simon Graswinckel verwierf dit leen van zijn tante van moeders zijde Cornelia Simonsdr.
Adriaen Graswinckel verwierf dit leen van zijn vader Simon Graswinckel
De 18e rekening is eerst afgehoord in 1795
Reg. no. 285 no. 287 no. 288 no. 289 en no. 293
285 1545 augustus 2.
Maximiliaen van Bourgoingnen, heer van Gend, van der Vere enz., admiraal van der zee, oorkondt, dat hij volmacht verleent aan Anthonis Hosius, deken van de kapel van Sandenburch, Wolffaert van Borssele, heer van Scellacht, mr. Sebastiaen Spaignaert en Inghel Diericxsone, baljuw van Brouwershaven, tot verkoop van zijn goederen in Duvelandt, Brauwershaven, in de Agger, in de Cruenincxpolder ter Nissen, in de Galenthee, Bommel en elders gelegen in verband met schulden, aangegaan na de dood van zijn vader Adolph van Bourgoignen.
Gedaen up onsen Sloten van Sandenburch ter Vere desen anderen dagh van Augst.
Geinsereerd in de oorkonde van 16 oktober 1545 (Reg. no. 287)
287 1545 oktober 16.
Anthuenis Jacobsz. Hoessaert van Wemelden, deken te Zandenburch, en Ingel Derixz., baljuw van Brouwershaven, oorkonden, dat zij als gevolmachtigden van Maximiliaen van Bourgondien verkocht hebben aan Marinus Willemsz. 16 gemeten en 238 roeden land in Den Bommel, in pacht bij Baert Jan Lenaertsz. (Zie Reg. no. 285).
Oorspr. ( Inv. no. 781 ).
288 1545 oktober 16.
Gecommitteerden van de heer van Beveren oorkonden, dat zij toestemming verlenen aan Marinus Willemsz. zijn brieven van garand terug te geven wegens het betalen van de koopsom voor 16 gemeten en 238 roeden land.
Afschrift van 1546 door de gezworen klerk van Zierixie. ( Inv. no. 781 ).
Zie ook Reg. no. 287.
289 1545 oktober 28.
Schepenen van Sinct Adolphs, genoemd Oelkinsplate, oorkonden, dat Adriaen Jansz., rentmeester van de ambachtsheer en gevolmachtigde van Anthonius Hosius, mr. Sebastiaen Spaignaert en van Inghel Diericxz., procuratoren van de goederen van Maximiliaan van Bourgondië, verkocht heeft aan Marinus Willemsz. te Ziericqzee 16 gemeten en 238 roeden land met gorzen in de polder van Bommel.
Oorspr. ( Inv. no. 781.1 ) met de zegels van de drie schepenen.
Zie ook Reg. no. 285, 287 en 288.
293 1546 oktober 19.
Schepenen van Zierikzee oorkonden, dat zij vidimus geven van de oorkonde van 28 oktober 1545 (Reg. no. 289).
Oorspr. ( Inv. no. 781.2 ) met de zegels van de drie schepenen.
Reg. no. 365
365 1563 augustus 26.
Schepenen van Sint Adolphslant, anders genoemd Oeltgesplate, oorkonden, dat Phillip Yemansz., nazaat van wijlen Quiryn Hugez., verkocht heeft aan Marinus Willemsz. te Ziericxzee omtrent 8 gemeten land, gelegen in de polder van Den Bommel.
Oorspr. ( Inv. no. 782 ) met de zegels in bruine was van de beide schepenen.
Reg. no. 382
382 1566 september 4.
Schepenen van Sinct Adolphslant, anders genoemd Oeltgesplate, oorkonden, dat de erfgenamen van Quiryn Hugez. hun goedkeuring hechten aan de verkoop van omtrent 8 gemeten land, gelegen in de polder van Den Bommel, door Phillip Yemansz. aan Marinus Willemsz. te Zierikzee (Zie Reg. no. 365).
Oorspr. ( Inv. no. 782.2 ) met de zegels van de beide schepenen.
Onder mr. Maarten Willem Symontsz. moet verstaan worden mr. Maarten van Cromstrijen
Niet raadpleegbaar
Het stuk van 1640 is zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Reg no. 522 no. 523 no. 575 no. 580 no. 584 no. 585 no. 587 en no. 588
575 1579 mei 10.
Schepenen van Sincte Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Jan Marnusz. de Jonge, gevolmachtigde van Marnus Mogge, verkocht heeft aan Hans Chybertsz. 5 gemeten land met ? deel van een huis in de Noortpolder.
Oorspr. ( Inv. no. 794 ). Het zegel van de eerste schepen is verloren en dat van de tweede schepen zwaar geschonden.
587 1580 mei 13.
Schepenen van Sinct Adolphslant, anders genoemd Oelkensplaet, oorkonden, dat Dierck van Foreest Pietersz, medeschepen, schuldig is aan Jan Cornelisz. Boye en zijn weeskinderen het bedrag van 37 pond en 10 schelling Vlaams vanwege zijn aankoop van 10 gemeten land met ¼ deel van een huis in de Noortpolder.
Oorspr. ( Inv. no. 794.3 ) met het zegel van de tweede schepen. Het zegel van de eerste schepen is verloren.
588 1580 mei 18.
Burgemeesters en schepenen van Zierikzee oorkonden, dat Jan Cornelisz. Boeye overgedragen heeft aan zijn beide weeskinderen met als moeder Magdalena Lenaert Houtmansdr. de helft van 37 pond en 10 schelling Vlaams (Zie ook Reg. no. 585 en no. 587).
Oorspr. ( Inv. no. 794.2 ) met het zegel van de tweede schepen. De zegels van de burgemeester en de eerste schepen zijn verloren.
Niet raadpleegbaar
522 1577 november 5.
Schepenen van Sint Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Marnus Mogge volmacht verleend heeft aan Jan Marnusz., penningmeester, tot het overdragen van 5 gemeten land met ? deel van een huis aan Hains Chybertsz.
Extract uit "'s clercx register" van ca. 1580 ( Inv. no. 794 ).
In dorso de aant: "Dien procurasien dien Marijnesz. Muggen van Zijerixsen Jan Marijnesz. Koeser verlyet ---".
523 1577 november 14.
Schepenen van Sint Adolphslandt, anders genoemd Oelkensplate, oorkonden, dat Hans Chybertsz. overgedragen heeft aan Dierck van Foreest Pietersz. 5 gemeten land met ? deel van een huis.
Afschrift uit "'s clercx register" van ca. 1580 ( Inv. no. 794 ).
580 1580 januari 18.
Arbiters oorkonden, dat Dierick Claesz. Pietersz. uit naam van Jan Cornelisz. Boye een overeenkomst heeft aangegaan met Dierick van Foreest te Oelkensplaete inzake de verkoop van 10 gemeten land als ¼ deel van een hofstede in de Noortzijdepolder onder Oelkensplaete.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
584 1580 april 7.
Weesmeesters van Zierikzee oorkonden, dat zij volmacht hebben verleend aan Jan Cornelisz. Boeye om uit naam van zijn weeskinderen over te dragen aan Dierick van Foreest 5 gemeten land in de Noortpolder van Oolkensplate.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
585 1580 april 15.
Jan Coernelisz. Boyen verkondt, dat hij ontvangen heeft van Dierck van Foereest het bedrag van 37 pond en 10 schelling Vlaams vanwege de overdracht van 10 gemeten land te Ooltgensplaat.
Gelijktijdig afschrift ( Inv. no. 794 ).
Niet raadpleegbaar
Tot de bedijkers behoorde mr. Simon Graswinckel
Niet raadpleegbaar
Tot de eigenaren behoorde mr. Simon Graswinckel
Zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Zie onder Kedichem
Zie ook inv. no. 731
Vgl. eveneens het Archief van de Hofstede Oud-Alckemade, inv. no. 128
Niet raadpleegbaar
Zeer zwaar beschadigd
Niet raadpleegbaar
Reg. no. 520
Zeer zwaar beschadigd
520 1577 oktober 3.
Michiel Jansz. van Woerden, notaris te Haarlem, instrumenteert, dat Anna Jansdochter, weduwe van Jan Gerritsz. op verzoek van Wigger Claesz. Koussebant verklaard heeft, dat zij omtrent twee jaar geleden als makelaarster van de erfgenamen van Thys Balgen aan hem heeft overgedragen een hofstede met 18 maden land te Schalcwyck.
Oorspr. ( Inv. no. 806 ).
Reg. no. 225 no. 226 en no. 302
Het transfix is van het charter losgeraakt
225 1527 november 25.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat zij aan Frans van der Delle toestemming hebben verleend tot overdracht van zijn leengoed, bestaande uit een huis, erf en 5 morgen land te Schellinchout, aan Claes Willemsz. te Hoorn.
Oorspr. ( Inv. no. 807.1 ) met de zegels van de drie leenmannen.
Met een transfix van 7 februari 1528 (Reg. no. 226).
226 1528 februari 7.
Kaerle enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van Holland, dat hij Claes Willemsz. te Hoorn beleend heeft met een huis, erf en 5 morgen land te Scellinchout, komende van Frans Verdel.
1527 naer 't scriven ons Hoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 807 ) met resten van het zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Getransfigeerd door de oorkonde van 25 november 1527 (Reg. no. 225). De akten zijn echter van elkaar losgeraakt.
302 1548 december 2.
Karel enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Willem Dirxz., schout van Amsterdam, beleend heeft met een huis en 5 morgen land te Scelllinchout, komende van wijlen meester Cornelis Jansz. van Hoerne.
Oorspr. ( Inv. no. 807.2 ) met het geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Reg. no. 504 no. 505 en no. 506
504 1577 juli 2.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat Dieuwer Dircxdr. overgedragen heeft aan Pieter Meynersz. Lakeman te Boekerspel de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinchout.
Oorspr. ( Inv. no. 808.2 ) met de zegels in rode was van de beide leenmannen. Het tweede zegel is zwaar geschonden.
Met een transfix van 7 juli 1577 (Reg. no. 506).
505 1577 juli 2.
Philips enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Pieter Mey-nersz. Lakeman beleend heeft met de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinkhout, genoemd de Clincke en komende van Anthoenis Willemsz. Sonck.
Oorspr. ( Inv. no. 808.1 ) met het geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
506 1577 juli 7.
Philips enz. oorkondt ten overstaan van leenmannen van de grafelijkheid van Holland, dat hij Pieter Meynersz. Lakeman beleend heeft met de helft van een huis en 5 morgen land te Schellinchout, komende van Dieuwer Dircxdr.
Oorspr. ( Inv. no. 808.3 ) met het zwaar geschonden zegel in rode was van de Leenkamer van Holland.
Getransfigeerd door de oorkonde van 2 juli 1577 (Reg. no. 504).
Zie ook onder Hogewoerd
Reg. no. 343
343 1559 maart 1.
Leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden, dat Willem Cornelisz., buurman te Schooten, verkocht heeft aan Dirck van Huessen Claessoon te Haarlem een vrije weg en overgang over zijn land, gelegen langs de Zandsloot te Schooten op de Woert.
Oorspr. ( Inv. no. 810 ) met de iets geschonden zegels in rode was van de beide leenmannen.
Reg. no. 282
Met in dorso aant. betr. de aflossing van een erfpacht door Floris van Alckemade aan Philips van Dam, 1672
282 1544 maart 18.
De schout in de ban van Tetrode en Aelbrechtsberghe oorkondt, dat Lourens Jansz. Bitter, mede als voogd voor zijn echtgenote Pieternelle Pouwelsdochter, alsmede Dieuwer Claesdochter, weduwe van Cornelis Ysbrantszoon, met als vóogd meester Lambrecht Jacobsz., verkocht hebben aan Claes van Huessen een hofstede in de ban van Tetrode bij Grietenbrugge.
Oorspr. ( Inv. no. 813 ) met het geschonden zegel van de oorkonder.
Vermoedelijk het land in inv. no. 814 bedoeld
Deze percelen werden door Franciscus Bernardus Cousebant in 1737 verkocht aan Claes Bol, vgl. inv. no. 67
Zie voor de hofstede Schilpen ook inv. no. 255 en no. 70
Blijkens aant. in dorso is dit land door Barent Cousebant verkocht aan Jacop Vrouteken
Vgl. het Archief van de Hofstede Oud-Alckemade, inv. no. 134
Reg. no. 533 en no. 579
533 1578 juni 12.
De baljuw, houtvester en rentmeester van Brederode oorkondt, dat hij uit naam van Amelia, paltsgravin, hertogin van Beieren enz., douarière van Brederode enz., in erfpacht gegeven heeft aan Merten Bitter 5 morgen, 3 hont, 4 roeden en 3 voet wildernis in de Vogelensangh.
Afschrift van 1590 door M. van Woerden, notaris te Haarlem ( Inv. no. 832 ).
Tevens nog een afschrift van 1606 door F.E. van Banchem, notaris te Amsterdam ( Inv. no. 832 ).
579 1580 januari 6.
De baljuw, houtvester en rentmeester van Brederode enz., oorkondt ten overstaan van leenmannen en knapen van Brederode, dat hij in erfpacht heeft gegeven aan mr. Merten Bitter te Haarlem 6 ½ morgen wildernis in de Vogelensangh om deze te ontginnen.
stilo communi.
Afschrift van 1590 door M. van Woerden, notaris te Haarlem ( Inv. no. 832 ).
Tevens nog een afschrift van 1606 door F.E. van Banchem, notaris te Amsterdam ( Inv. no. 832 ).
Zie ook onder Lisse, inv. no. 770
Zie ook onder Dubbeldam, inv. no. 729
Waarschijnlijk is bedoeld Maria Christina Genoveva van Alckemade, echtgenote van Francois Bernard Cousebant
Zie onder Dubbeldam
Zie onder Middelburg. inv. no. 860
Zie onder Melis- en Mariekerke, inv. no. 853
Reg. no. 462
462 1575 januari 27.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Jacob Andries, kuiper, 2 percelen land te Grijpskerke, komende van Heyn Lauwereysz. en Huuge Mauwerys vanwege hun achterstallige waterpenningen over 1572.
1574 naer Hollandts.
Oorspr. ( Inv. no. 847 ) met de zegels van de vier schepenen.
Zie ook onder Oost- en West-Souburg, inv. no. 867
Met in dorso van de akte van 1789: Abraham Adamse
Zie onder Popkensburg
Reg. no. 456 en no. 459
De akte van 1574 vermeldt abusievelijk het jaar 1572, en in dorso van het transfix is aangetekend: "Het landt ies ghecomen van Jan Jopsse brouwer"
456 1574 september 2.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Gillis Heyndricxsz. te Middelburg een perceel land te St. Mariekerke, komende van Andries Piersz. vanwege diens achterstallige waterpenningen over 1571 en 1572.
Oorspr. ( Inv. no. 850 ) met de zegels van de vier gezworenen.
Met een transfix van 12 november 1574 (Reg. no. 459).
459 1574 november 12.(1572).
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Gillis Heyndrixz., timmerman, overgedragen heeft aan Jacob Andries, kuiper, een perceel land te St. Mariekerke.
Oorspr. ( Inv. no. 850 ) met de zegels van de drie schepenen.
Getransfigeerd door de oorkonde van 2 september 1574 (Reg. no. 456).
Reg. no. 460
460 1574 december 10.
Gezworenen van de vijf ambachten oorkonden, dat zij op verzoek van de waterklerk of ontvanger uit naam van de dijkgraaf verkocht hebben aan Jacob Andriesz., kuiper te Middelburg, een perceel land te Meliskerke, komende van de weduwe van Jan Pancraesz. vanwege diens achterstallige waterpenningen over 1574 en voorgaande jaren.
Oorspr. ( Inv. no. 851 ) met de zegels van de vier gezworenen.
Reg. no. 461
461 1574 december 25.
Schepenen van Meliskerke oorkonden, dat Jacop Andriesz., kuiper, aangekocht heeft uit de desolate boedel van wijlen Tanne Huysmans zekere percelen land te Meliskercke en Mariekercke onder afstand van rechten van haar zoon Marynus Symonsz. te Vlissingen.
Oorspr. ( Inv. no. 852 ) met de zegels van de drie schepenen.
Met aant. in dorso: "Paschinlien Jacobs de Jonge"
Hieronder vallen tevens Bredamme en de Haeyman
Reg. no. 321
Oude titel: "Anschattinge"
321 1554 juli 24.
Burgemeesters, schepenen en raden van Middelburg oorkonden, dat Jonge Jan van den Hooge gekocht heeft uit de goederen van Bouwen Cornelis een huis aan de Lange Delft, genoemd de Watermuele.
Oorspr. ( Inv. no. 855 ) met het zegel der stad.
Reg. no.318
Vermoedelijk moet onder Cornelis Jan Lambrechtsz. verstaan worden Cornelis Jansz. van Eversdijck
318 1554 februari 15.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Guillame Paffenroede en zijn echtgenote Tanneken Maerten Marcelisdochter te Antwerpen zich borg stellen voor Cornelis Jan Lambrechtsz. vanwege diens aankoop van 11 percelen land, gelegen te Wester Zoubburch, Ooster Zoubburch, Coudekercke en Schellacht en komende van wijlen Linken Marcelisdochter, moeder van voornoemde Tanneken.
1553 styl 's Hoofs van Hollant.
Oorspr. ( Inv. no. 867 ) met de zegels van de drie schepenen.
Reg. no. 418 en no. 465
465 1575 april 26.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Anthuenis Mathysz., parochiaan in Noortmonster, overgedragen heeft aan Willem Pietersz. in Roosenburch 2 gemeten en 37 roeden land te Oosterzouburch onder akte van borgstelling.
Oorspr. ( Inv. no. 868.1 ) met de zegels van de drie schepenen.
Getransfigeerd door de oorkonde van 25 februari 1570 (Reg. no. 418).
418 1570 februari 25.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat de erfgenamen van Jasper Lievensz. van Hogelande, de erfgenamen van Jaspar Eeuwoutsz. van Hoogelande en de erfgenamen van Marie van Hogelande Lievensdochter, allen tevens erfgenamen van mr. Balthasar Lievens van Hoogelande, enerzijds en Cornelis van Zoutelande en de overige erfgenamen van Marie Plumerus, dochter van mr. Baltazar, anderzijds zich borg stellen voor Anthuenes Mathys vanwege diens aankoop van 2 gemeten en 37 roeden land te Oosterzouburch.
1569 stilo curiae.
Oorspr. ( Inv. no. 868.2 ) met de zegels van de drie schepenen.
Met een transfix van 26 april 1575 (Reg. no. 465).
Oude titel: "Anschattingbrief"
Met aant. in dorso:
"-- gecommen van mr. Jacop van Grijpskerke"
Reg. no. 392
Met in dorso aant. van Mattheus Maurisz., dat voornoemd perceel Nelken Mattheus toebehoort, 1568
392 1568 februari 14.
Schepenen van Middelburg oorkonden, dat Pieter Jansz. Bonte te Noortmonster, Luevis (of Luenis) Pietersz. te Westmonster en Simon Jacobsz. van het klooster Galissien als gevolmachtigden van de gemene armen van Middelburg zich borg stellen voor Mattheeus Maureysz. te Westmonster vanwege diens aankoop van 1 gemet en 50 roeden land onder Popkensburch.
1567 naer Hollandt.
Oorspr. ( Inv. no. 871 ) met de iets geschonden zegels van de drie schepenen.
Zie ook onder Oost- en West-Souburg, inv. no. 867
Niet raadpleegbaar
Zie onder Schellach, inv. no. 874
Johan de Bruyn, meier en rentmeester van de abdis van Thorn in de Baronie van Breda, was de schoonvader van Pieter van Beeck. Laatstgenoemde was de schoonvader van mr. Pieter Emonds
De bijbehorende stukken betreffen onder meer een proces met de huurder Jeroen Fonteijn